In het Antilliaans Dagblad van donderdag 24 maart 2011 heb ik kennis genomen van een interview met de heer Alejandro ‘Jandie’ Paula. Met alle respect en waardering voor professor Paula, echter om recht te doen aan de politieke historie, voel ik mij genoodzaakt het een en ander recht te trekken.
Er was eind 1993 geen sprake van de val van het kabinet van Maria Liberia-Peters, noch van de intentie om een zakenkabinet te vormen, die volgens het krantenartikel door het toenmalige parlement zou zijn afgewezen. Behalve het feit dat de PNP, de partij die ik jaren heb gediend, niet gelooft in een zakenkabinet, zou het zinloos zijn geweest om voor de korte periode tussen november 1993 (post-referendum) en februari 1994 (Statenverkiezingen) een zakenkabinet te vormen.
Na het referendum is in een buitengewone vergadering van de Ministerraad besloten om het ontslag van kabinet Liberia-Peters-III aan de gouverneur aan te bieden, met als gevolg dat het kabinet een demissionair karakter zou krijgen.
Ondergetekende had als politieke leider van de PNP een duidelijke keuze gemaakt om de optie voor een autonome positie van Curaçao te ondersteunen terwijl de meerderheid van het kiezersvolk had gestemd voor een geherstructureerd Land van de Antillen van vijf. Ik was van mening dat ik na mijn inzet in de campagne voor een autonoom Curaçao, waarin ik de losmaking van het bestuur van de overige eilanden van de Nederlandse Antillen voorstond, in bovenvermelde campagneperiode de morele autoriteit miste om mijn positie als minister-president van de Antillen, als het hoofd van de regering van een verband van vijf eilanden dat ik wilde ontmantelen en tevens die van politiek leider, te handhaven.
Na een zeer korte bedenkperiode heb ik Suzy Camelia-Römer, de toenmalige minister van Justitie gevraagd om naast haar zware portefeuille, tevens het minister-presidentschap op haar te nemen, terwijl wij op zoek zouden gaan naar een persoon om het minister-presidentschap te bekleden totdat de nieuwe regering na de verkiezingen van februari zou zijn gevormd.
Suzy Camelia-Römer was in 1992, een woelige tijd van vakbondsacties, op 33-jarige leeftijd minister van Justitie geworden en zou als zodanig dan ook de jongste minister-president (34) in de geschiedenis van de Antillen worden.
Het is in die situatie dat de PNP professor dr. Alejandro ‘Jandie’ Paula benaderd heeft om namens de partij de post van minister-president te bekleden. Er was duidelijk geen sprake van een val van de regering, want de regering en de ministerraad werden voortgezet onder premierschap van Suzy Camelia-Römer tot aan de benoeming van Paula.
De rest laat ik graag aan de geschiedenis over, maar heb gedacht er goed aan te doen de werkelijke feiten vast te leggen, want steeds weer ervaren wij hoe in de politiek bepaalde onzuiverheden op gegeven moment hun eigen leven gaan leiden.
Maria Liberia-Peters, Curaçao