Met vreugde maar ook met verbazing heb ik kennis genomen via uw krant dat BAB op OB-jacht gaat ingaande 24 januari 2011. Dit initiatief is door het ministerie van Financiën genomen in het kader van het ‘Verzegelde kassa’ s project’. De reden hiervoor is dat de meeste ondernemingen niet altijd hun verkopen registreren of aanslaan op de kassa aldus Financiën, die hiermee aangeeft dat het merendeel van de bedrijven op Curaçao de omzet niet boeken. Dit heeft (volgens Financiën, red.) tot gevolg dat zij de omzetbelasting (ob) niet innen van de klanten en daardoor niet afdragen. De overheid en dus ook de andere ministers willen hiermee de economie stimuleren. Toch is het merkwaardig dat een huidige minister die de economie wil stimuleren, die zelf al jarenlang ondernemer is, zichzelf niet aan deze wettelijke maatstaven heeft gehouden in zijn bedrijven. Bijvoorbeeld in het jaar 2003 heeft deze minister een apotheek met drogisterij geopend. Over de producten die in de drogisterij verkocht werden werd klant ob in rekening gebracht. Toentertijd was het kassaregister een zeer eenvoudig, ouderwets systeem, geen computerkassa die een kopie van de bon kan printen. Er werd dus alleen een origineel afgedrukt en deze moest ter controle bij de kassa blijven waardoor aan de klant geen bon geleverd werd zoals wettelijk verplicht.
Op een gegeven moment heeft de apotheek een aanslag van de Belastingdienst ontvangen voor het jaar 2003. Later is gebleken dat de eigenaar, de huidige minister, de Inspectie der Belastingen heeft gevraagd om vernietiging van de aanslag. Het bedrijf was volgens zijn verklaring, nog inactief. Het gaat om een valse verklaring. Want het bedrijf was wel actief in 2003, er werd ob geïnd bij klanten, winst gemaakt, waarbij loonbelasting, AVBZ en andere sociale premies van werknemers werden ingehouden. Er is echter niets aan de fiscus afgedragen.
De Inspectie heeft zijn verzoek gehonoreerd volgens mij omdat ze ervan uitging dat de eigenaar de waarheid sprak. Er is ook geen controlerende ambtenaar naar het adres van het bedrijf gezonden.
Dus deze belastingplichtige heeft niet aan zijn fiscale verplichting voldaan om tijdig aangifte te doen en de verschuldigde belasting af te dragen. In de twee opvolgende jaren is er ook geen belasting betaald. Natuurlijk, als minister is hij vandaag niet direct bezig met zijn bedrijven, in het kader van de zogenoemde ‘conflict of interest’, maar wel familieleden. Dus de medewerkers van SBAB, kunnen er nog langs om te vragen wanneer openstaande schulden afgelost worden. Helaas het is zo dat ondernemers op een gegeven moment zich realiseren dat ze niet langer, voor eeuwig, hun gehele belasting kunnen ontduiken en een regeling treffen met de Inspectie. Maar er wordt geen grondig onderzoek gedaan over wat werkelijk open staat en ook niet vanaf welk jaar. Vele van deze ondernemers betalen een paar keer volgens de getroffen regeling en daarna stoppen ze met de betalingen. Daarmee komen ze makkelijk van hun verplichting af en staan ze bijna buiten bereik van sancties.
Mijn vraag, als burger, als consument die ob betaalt en als ex-werknemer waarvan loonbelasting en sociale premies zijn ingehouden maar waarbij het bedrijf dit niet verder heeft afgedragen, aan SBAB en alle ondernemers: Het kan toch niet zo zijn dat een minister nu iets eist van anderen, waaraan hij zichzelf eerder niet heeft gehouden?
Frida Ramos-Arendt, Curaçao