Bij de overgang van de Nederlandse Antillen naar het Land Curaçao heeft de toenmalige staatssecretaris Ank Bijleveld onder andere het volgende gezegd: ,,We hebben grote zorg besteed aan wat voor velen een primaire zorg is: de veiligheid en rechtsbescherming waarop iedere burger van het Koninkrijk recht heeft. Ons doel is steeds geweest er voor te zorgen dat de kinderen goed onderwijs krijgen en veilig zijn.”
Wij zijn bang dat dit holle woorden zullen blijken en blijven, als wij niet naar buiten treden met onderstaande reeks van gebeurtenissen.
In de nacht van 12 op 13 februari 2010 is onze zoon van 18 en een kennis overvallen door 7 onbekende jongeren, toen ze nabij The Movies op de ophaalmoeder zaten te wachten. Onze zoon is met een scherp voorwerp in de buik gestoken, bij een poging van de onverlaten zijn telefoon, haar tas en hun geld afhandig te maken. Kordaat optreden van een voor ons toen nog onbekende toeschouwer, de heer V.A., heeft erger voorkomen. Onze zoon is snel afgevoerd naar het ziekenhuis en mag van geluk spreken, zegt de chirurg. Een kwestie van 1 cm naar rechts en hij was doodgebloed. Dezelfde V.A. heeft ook twee aanvallers, de jongeheren U.B. en C.F. in de kraag weten te vatten en hen overgeleverd aan de politie. Een ernstige zaak die toch snel door justitie dichtgetimmerd leek te kunnen worden, dachten wij.
De hulpofficier van justitie, de heer D. is helaas in de uitleg van de daders getrapt, die verklaarden dat het om een onderling ruzietje ging. Niet om een overval met geweld en in vereniging gepleegd, zoals de vele getuigen hadden kunnen bevestigen. De heren mochten naar huis. De verklaring van het slachtoffer, door twee agenten afgenomen toen hij in het ziekenhuis lag, is nooit verwerkt.
Na maandenlang door de politie van het kastje naar de muur te zijn gestuurd, hebben wij in juni een klacht ingediend bij het Openbaar Ministerie. Als gevolg hiervan werd de politie opgedragen een volledig onderzoek van het misdrijf te doen. Volgens haar is dit onderzoek eind juli 2010 afgerond. Dat kan kloppen, want getuigen en onze zoon zijn inderdaad, 5 maanden na het delict, door agenten gehoord. De zaak kon verwezen worden.
We hebben daarna meerdere malen de behandelende officier van justitie gebeld en ge-e-maild over de voortgang van deze zaak, maar nimmer antwoord gekregen. Dat is onaanvaardbaar, omdat wij het recht hebben te weten hoe en wanneer justitie denkt af te rekenen met degenen die onze zoon zwaar lichamelijk letsel hebben toegebracht. Misschien heeft een misdrijf dat bedreigd wordt met enkele jaren gevangenisstraf geen prioriteit, de daders zitten immers niet vast, maar wat bedoelde mevrouw Bijleveld dan met rechtsbescherming? Deze jeugdige criminelen denken ongetwijfeld dat ze ongestraft zo door kunnen gaan en zullen dat waarschijnlijk ook doen, of hebben dat intussen al gedaan, omdat ze daartoe door de autoriteiten vrijelijk in de gelegenheid worden gesteld.
Die ‘vereniging’ bestaat in ieder geval nog steeds, want het duo was op maandag 25 oktober 2010 gezamenlijk op pad en dat is gefotografeerd. Of dat pad op die dag naar een onderwijsinrichting leidde, valt te betwijfelen, want ze droegen geen boeken, tassen of uniformen. Dus ze hebben hun stekende handjes helemaal vrij. En het vervolgingsbeleid in deze zaak neemt deze vrijbuiters al maanden heel arrogant in bescherming, althans roept ze niet ter verantwoording. Onze kinderen zijn niet veilig zolang deze criminelen op ons eiland rondlopen. Wij eisen dan ook dat Justitie ze vervolgt en deze strafzaak afwikkelt. Daarna kan wellicht het andere traject dat de staatssecretaris noemde - goed onderwijs - alsnog bij hun resocialisatie worden ingezet.
Arthur en Josette Kölker, Curaçao