De ogen zijn gericht op gezaghebber Lisa Dindial: kondigt zij de omstreden – voor velen gewraakte - Eilandsverordening Pensioenregeling Eilandsraadsleden af of schort ze de afkondiging op?

De gezaghebber kondigt op grond van artikel 77 van de Eilandenregeling ERNA uiterlijk binnen veertien dagen na vaststelling af. Op vrijdag 3 september, de laatste dag van de vorige Eilandsraad, stemden 15 van de 21 raadsleden vóór en alleen onafhankelijk raadslid Norbert George tegen.

Twee keer eerder - in 2007 en 2008 - struikelde de Pensioenregeling ‘voor zichzelf’, als gevolg van het brede maatschappelijke verzet en vooral omdat deze ‘in strijd was met het algemeen belang van de Nederlandse Antillen’. Toch probeerden de gekozen volksvertegenwoordigers in de Eilandsraad het twee weken geleden opnieuw. Vandaag, 16 september, is de deadline voor de gezaghebber.

Artikel 100 van de ERNA schrijft voor dat de gezaghebber elke eilandsverordening en elk eilandsbesluit binnen tweemaal 24 uur na de afkondiging aan de gouverneur zendt als hoofd van de landsregering en als koninkrijksorgaan. De constitutionele gouverneur kan dan op eigen initiatief de afweging maken of er gronden in de zin van de artikelen 98 en 99 van de ERNA aanwezig zijn om de afgekondigde eilandsverordening of het afgekondigde eilandsbesluit te schorsen dan wel te vernietigen. Over 98 en 99 straks méér.

Want de vorige keer - in 2008 - was gouverneur Frits Goedgedrag de gezaghebber vóór, waarvoor de Raad van Advies de gouverneur trouwens nog een lichte tik op de vingers gaf. De Raad constateerde namelijk dat de constitutionele gouverneur nog vóór verloop van de termijn waarbinnen de afkondiging behoort plaats te vinden, de veertien dagen genoemd in artikel 77 van de ERNA, de gezaghebber had benaderd. ,,De Raad geeft de regering in overweging in voorkomende gevallen rekening te houden met de afwegingsruimte die de ERNA in het kader van hoger toezicht aan de gezaghebber van een eilandgebied gunt.”

Artikel 77 luidt overigens: de gezaghebber kondigt - behoudens in de gevallen, genoemd in de artikelen 98 en 99 - de eilandsverordeningen en de eilandsbesluiten uiterlijk binnen veertien dagen na de vaststelling af.

Wat staat er dan in artikelen 98 en 99? In het kort komt het erop neer dat artikel 98 stelt dat indien de gezaghebber ‘vermeent’, dat een eilandsverordening of een eilandsbesluit ‘in strijd’ is met een verdrag of een andere overeenkomst met een vreemde mogendheid of internationale organisatie, met een rijkswet, met een algemene maatregel van rijksbestuur, dan wel met het algemeen belang van het Koninkrijk, hij/zij de afkondiging daarvan opschort.

Van deze opschorting geeft de gezaghebber ,,terstond kennis aan de gouverneur als orgaan van het Koninkrijk (cursief, red.) en aan de Eilandsraad”. De gouverneur als orgaan van het Koninkrijk geeft binnen dertig dagen na ontvangst van de kennisgeving van de gezaghebber een beslissing.

Artikel 99 stelt dat indien de gezaghebber vermeent, dat een eilandsverordening of een eilandsbesluit in strijd is met een landsverordening of een landsbesluit, dan wel met het algemeen belang van de Nederlandse Antillen, hij/zij de afkondiging daarvan opschort. Dan geldt hetzelfde als artikel 98, maar dan wordt in plaats van de gouverneur als orgaan van het koninkrijk gelezen de gouverneur (als landsorgaan), en tevens dat de Raad van Advies wordt gehoord.

Daarmee zijn we terug bij de (rol van de) gouverneur. De Raad van Advies stelde hierover eerder dat de gouverneur als hoofd van de landsregering (dus, red.) slechts tot de beslissing kan komen dat de opschorting van de afkondiging van een eilandsverordening door de gezaghebber terecht is, indien strijd met een landsverordening of een landsbesluit of met het algemeen belang van de Nederlandse Antillen aanwezig is. De gouverneur dient dan te beslissen, de Raad van Advies gehoord, of zodanige strijd aanwezig is.

De Raad stelde óók: ,,Alleen deze gronden leiden tot toepassing van het bepaalde in artikel 99 van de ERNA. Een eilandgebied is, binnen de door de wet of het algemeen belang van de Nederlandse Antillen gestelde grenzen, geheel zelfstandig bij het doen van keuzes voor het te voeren beleid bij de uitoefening van zijn autonome bevoegdheden. Zolang het eilandgebied in overeenstemming met de wet handelt, is het niet steeds noodzakelijk dat de centrale overheid het ook eens moet zijn met de wijze waarop (een orgaan van) het eilandgebied meent gestalte te moeten geven aan het te voeren eigen bestuursbeleid.”

Het komt dan aan op een inhoudelijke beoordeling. De Raad vond van de situatie in 2008 dat ook (evenals in 2007 dus, red.) in dit specifieke geval gesproken diende te worden van ‘ondeugdelijk bestuur’. ,,Hierdoor is - mede gelet op de precaire financiële situatie van het eilandgebied Curaçao en de Nederlandse Antillen en in het licht van het beleid van beide entiteiten om tot evenwichtige begrotingen te komen - het algemeen belang van de Nederlandse Antillen in het gedrang gekomen.”

Van precaire financiën is anno 2010 weliswaar minder sprake, maar vrijwel uitsluitend als gevolg van de grootschalige schuldsanering door Nederland, waardoor een groot deel van de rentelasten wegvallen en er na tientallen jaren eindelijk meer ruimte is ontstaan op de begroting(en). Zoals deze krant eerder berichtte, lijkt een dekkingsplan - inzake de budgettaire gevolgen van deze Pensioenregeling ‘voor zichzelf’ voor overheidsbegroting - te ontbreken; althans de aanbiedingsbrief, het ontwerp en de Memorie van Toelichting van 1 september 2010 zeggen er niets over.

De vraag is of het algemeen belang van de Nederlandse Antillen (artikel 99) of van het Koninkrijk (artikel 98) ditmaal opnieuw ‘in het gedrang’ komt. De meer dan riante pensioenregeling voor Eilandsraadslden is volgens experts echter wel in strijd met fiscale wetten. En ethisch is het in elk geval in z’n geheel niet.

Michael Willemse