Hoe dichter wij bij 28 april 2017 komen, hoe meer het woord maffia gebruikt wordt om de groep van 12, en dan met name de heer Gerrit Schotte van de MFK neer te zetten als een stroman van de maffia. Veelal komt dit geschreeuw van mensen die beter behoren te weten. Sta mij toe u even in de tijd terug te nemen om ‘maffia’ op onze eilanden nader toe te lichten. Op 28 februari 2000 plaatste een lokale Nederlandse krant onder de kop ‘Groot deel van Aruba was in bezit van maffia’, het volgende: ,,Drie leden van de Italiaanse maffia zijn door een rechter in het Canadese Toronto veroordeeld tot celstraffen van 10 tot 18 jaar. De drie vormden de kern van een bende die handelde in cocaïne en heroïne in Noord-Amerika en Europa. De groep zou begin jaren negentig <I>60 procent<I> van het onroerend goed op Aruba in bezit hebben gehad.” Geachte lezer, lees goed! Zestig procent! En men had het slechts over één Siciliaanse familie die eind jaren zestig naar Canada was geëmigreerd. Het is algemeen bekend dat er meerdere ‘Siciliaanse families’ op Aruba operatief waren. Dus het percentage was uiteindelijk veel hoger dan de genoemde 60 procent. Dit betekent dat heel veel inwoners van Aruba, wetend of niet-wetend, direct of indirect, hun dagelijks brood verdienden dankzij de maffia en/of hun stromannen. Was het op Curaçao echt zoveel beter? Echt niet. En wie waren die stromannen? Schrijvers Danny Ilegems en Raf Sauviller in hun boek ‘Bloedsporen - een reis naar de maffia (ISBN 9025411932 – 1995) schreven onder andere het volgende hierover: ,,Die stromannen zijn overigens belangrijke exponenten van de Arubaanse economie.” Twee van de verdachte Arubaanse stromannen hebben in latere jaren twee juweeltjes van resort-hotels op Curaçao neergezet ten tijde dat de PAR aan de macht was (2006 - 2010). Wat moeten wij nou hiervan denken? Ik weet het niet. Als ik de PAR was zou ik wel een toontje lager zingen en goed nadenken voordat ik anderen beticht stromannen van de maffia te zijn. Wordt het niet hoog tijd dat alle partijen ophouden met politieke tegenstanders door het slijk te sleuren en op het persoonlijke vlak aan te vallen
Rudy Sprock,
Curaçao