In zijn ingezonden stuk, dat in het Antilliaans Dagblad (AD) van 29 december 2016 is verschenen, heeft de rooms-katholieke geestelijke, pastoor Hooijschuur, een artikel van mijn hand, getiteld ‘Het Goede Nieuws’, dat in de jongste kerstbijlage van het AD is verschenen, op laakbare wijze afgekraakt, evenwel zonder ergens op de inhoud van mijn artikel in te gaan.
Het is mij zonder meer duidelijk dat pastoor Hooijschuur de inhoud van de Bijbel bepaald niet goed beheerst, want al mijn stellingen zijn rechtstreeks op heldere Bijbelteksten gebaseerd. Het AD heeft al die verwijzingen van mij uit mijn artikel weggelaten, hetgeen ik ten zeerste betreur.
Niettemin heeft pastoor Hooijschuur als theoloog mijn stellingen uit zijn hoofd moeten hebben kunnen terugvoeren naar de inhoud van de Bijbel. Mocht hij er om vragen, dan zal ik hem alsnog de betreffende Bijbelteksten kunnen toesturen.
Ik ben er de man niet naar om onzin in een krant te gaan verkondigen. Nu pastoor Hooijschuur mijn artikel ‘theologisch gebrabbel’ noemt, noemt hij daarmee indirect ook de door mij bedoelde Bijbelteksten theologisch gebrabbel.
Ik heb niemand willen beschadigen, zoals pastoor Hooijschuur wil doen voorkomen, maar alleen de katholieke gelovigen attent willen maken op de spirituele valkuilen die op hun rooms-katholieke weg verborgen liggen. In de Bijbel worden trouwens mensen die de Heilige Schrift inhoudelijk verdraaien niet woordelijk gespaard. Kijk maar naar de Schriftgeleerden in Jeruzalem, wie de mantel ongezouten werd uitgeveegd door Jezus Christus. In de Bijbel worden ook zware straffen (de plagen omschreven in het boek Openbaring) gedreigd tegen mensen die toedoen of afdoen aan het woord van de Bijbel (Openbaring 22:18-19).
Mag ik zo vrij zijn om pastoor Hooijschuur ten zeerste aan te raden om Gods Woord, zoals dat in het Nieuwe Testament van de Bijbel geschreven staat, grondig te gaan lezen en begrijpen.
Het heil van de mens in het hiernamaals wordt volgens de Bijbel verzekerd door zijn getrouwheid aan het Woord van God (niets anders dan de Bijbel), waaronder primair zijn innige geloof in Jezus Christus als Gods Zoon en als zijn Verlosser, een en ander strikt zonder interventie van onder andere ‘heiligen’ en hun afbeeldingen en zonder Bijbelvreemde (leer)stellingen van de Kerk.

Fred Wiel, Curaçao

ADletters logo