Recentelijk heeft een woordvoerder van het LNG (Liquefied Natural Gas) project te kennen gegeven dat Aqualectra en CRU overgaan op LNG als schone brandstof voor het opwekken van stoom en/of elektriciteit. Het is tevens bekend dat Refineria Isla van plan is om over te gaan op aardgas via een pijpleiding. Beiden soorten brandstof zijn hetzelfde. Alleen de transportwijze is anders. Aardgas wordt via pijpleiding aan de klant geleverd. Om aardgas te verschepen wordt het vloeibaar gemaakt (LNG). In vloeibare vorm wordt het gelost bij een gasterminal. Om de LNG aan de gebruiker te leveren wordt het weer omgezet tot gas. PdVSA wil een onderzeese pijpleiding leggen op een diepte van rond één kilometer tussen Venezuela en Curaçao. Er is intussen veel kennis en ervaring opgebouwd met het transport van aardgas via pijpleiding op een diepte van meer dan één kilometer onder de zeespiegel.
Bij alle berichtgeving is echter geen melding gemaakt van het prijsverschil tussen LNG en aardgas via pijpleiding. Terwijl het wel bekend is dat LNG een stuk duurder is dan aardgas via pijpleiding. Momenteel is de prijs voor LNG per één miljoen BTU (British Thermal Unit) rond 5 dollar duurder dan aardgas via pijpleiding. In het geval van Curaçao, waar de gasleiding meer dan één kilometer onder de zeespiegel zal liggen, wordt dit prijsverschil minder. Maar dan is LNG toch nog ruwweg 3 dollar duurder. Met dit verschil is het overduidelijk dat Aqualectra en CRU bij het verbruik van LNG in plaats van aardgas via pijpleiding, de kans misloopt om de operationele kosten flink te verlagen. Nog belangrijker is te weten wat de gemiste kans inhoudt voor de betrokken bedrijven. Aan de hand van het jaarlijks LNG-verbruik kan men gemakkelijk een schatting maken van de hoogte van de gemiste kans voor elk betrokken bedrijf. De hoogte van de gemiste kans voor Aqualectra zal jaarlijks neerkomen op ongeveer 40 miljoen gulden en voor CRU op rond 110 miljoen gulden. Hier hebben wij het over een totale gemiste kans om kosten te besparen van maar liefst 150 miljoen gulden per jaar. Aqualectra zal hierbij de kans om de elektriciteit en waterrekening betaalbaar te houden voor onze bevolking voorbij laten gaan. Refineria Isla is zich echter wel bewust van deze kostenstijging. Bij het verbruik van LNG in plaats van aardgas via pijpleiding zullen de operationele kosten van Refineria Isla met bijna 70 miljoen gulden stijgen. Om deze onnodige kostenstijging te voorkomen kan PdVSA gas via pijpleiding aan Refineria Isla leveren. Dit zal naast waarborging van een schone lucht tevens bijdragen tot continuïteit van de raffinaderij. Een deel van de kostenbesparing kan Refineria Isla aanwenden voor het welzijn van zijn personeel of andere projecten. Trouwens, gebaseerd op het prijsverschil geeft Aruba ook de voorkeur voor aardgas via pijpleiding voor zijn raffinaderij en elektriciteitscentrale.
In een interview is de intentie kenbaar gemaakt om schepen te bunkeren met LNG. Dat is op zich zeer interessant. Mocht dat op korte termijn haalbaar zijn dan is het zonder meer heel aantrekkelijk voor Curaçao. Bovendien is LNG in de schepenwereld de eerste stap naar schonere brandstof. Met andere woorden, een LNG-terminal voor het bunkeren van schepen is een goede zaak.
Samenvattend is het bunkeren van schepen met LNG en het leveren van gas via onderzeese pijpleiding aan Aqualectra, CRU en Refineria Isla het beste voor alle partijen. Op deze manier wordt optimaal gebruikgemaakt van de geboden kansen. Er kunnen ook, voor in geval van nood, voorzieningen getroffen worden om aardgas van de LNG-terminal aan Aqualectra en CRU te leveren.
Er heerst kennelijk een onzekerheid dat PdVSA als gasleverancier de kraan van de pijpleiding naar willekeur kan dichtdraaien. Vooral nu dat er sprake is van een derde die de raffinaderij gaat opereren. Een dergelijk onderbreking zal onwaarschijnlijk zijn daar de jaarlijkse winstderving te groot is voor beide partijen.
Het bunkeren van schepen met LNG en het afnemen van aardgas via onderzeese pijpleiding voor Aqualectra, CRU en Refineria Isla is een duurzame manier om de luchtkwaliteit te verbeteren en de economische groei van Curaçao te versterken. Deze kans mag men niet zomaar missen.
Gregorio R. Donata, Curaçao