Onze samenleving is heel erg afhankelijk van water en elektriciteit (en ICT). Geen water, geen leven!
Mens en natuur zijn afhankelijk van water. Voor het menselijk lichaam functioneert water als transportmiddel van voedsel en zuurstof naar de cellen. Stofwisselingsresten en kooldioxide worden daarna naar de huid, longen en nieren gebracht om afgevoerd te worden. Huishoudens, private organisaties, industrie, handel en onze hele samenleving zijn afhankelijk van water, energie, elektronisch betalingsverkeer, telefoonverkeer, internet en vliegtuigverkeer. Het wegvallen van de water- en elektriciteitsvoorziening kan grootschalige ontwrichting van onze samenleving veroorzaken en enorme schade aanrichten aan ons collectief belang.
Het is dan ook heel goed begrijpelijk dat de overheid in het verleden vergaande maatregelen heeft genomen om continuïteit van die voorzieningen zo zeker mogelijk te stellen. Een van de maatregelen betreft de ‘checks and balances’ in de structuren van de overheidsbedrijven die belast zijn met de productie van water en elektriciteit. Wij burgers, rijk en arm, waren en zijn bereid de noodzakelijke kosten gemoeid met de maatregelen solidair mee te betalen, met het volste vertrouwen dat wij op die manier bijdragen opdat wij als collectiviteit kunnen bouwen op een solide vitale infrastructuur die ons voorziet van water en elektriciteit.
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft bij beschikking van 15 juli 2013 een onderzoek bevolen naar het beleid van de overheid en de gang van zaken gedurende de afgelopen jaren bij Integrated Utility Holding nv (handelend onder de naam Aqualectra), Curaçao Oil nv en Refineria di Kòrsou nv. Het Hof heeft gehandeld op verzoek van het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie heeft het onderzoeksverslag op 20 juli 2016 publiek gemaakt.
Het onderzoeksverslag beschrijft de acute noodzaak van verantwoording inzake het door de overheid gevoerde beleid en de gang van zaken bij genoemde overheidsbedrijven. Volgens het verslag zijn onder meer honderden miljoenen guldens verliezen geleden, is ernstige schade toegebracht aan ‘checks and balances’ binnen de genoemde bedrijven, en zijn er risico’s voor de continuïteit van de water- en elektriciteitsvoorzieningen.
Veel zwaarder dan de financiële schade weegt de potentiële schade aan het vertrouwen van onze samenleving, huishoudens (arm en rijk) en bedrijven (groot en klein) in de doeltreffendheid van de betrokken instituten. Kennelijk moeten burgers, zwak of sterk, machteloos toekijken.
President Barack Obama van de Verenigde Staten van Amerika zou de samenleving in een soortgelijk voorval reeds daags na het beschikbaar komen van het onderzoeksverslag tekst en uitleg hebben gegeven over het gevoerde beleid.
Wij kunnen dan ook volstrekt niet begrijpen waarom ons parlement en onze regeringsleider nog steeds niet, en met de nodige spoed, op overtuigende wijze van zich hebben laten horen, om uit te leggen waarom wij als burgers ondanks het voornoemde verslag toch vertrouwen moeten blijven hebben in instituten zoals de Raad van Ministers en het parlement en de structuren van de water- en elektriciteitsbedrijven. Het vertrouwen, de solidariteit en leiderschap zijn vooralsnog zoek.
Mocht de vereiste verantwoording onverhoopt niet of niet binnen korte tijd worden verschaft dan moet de burger zijn aanspraak op duidelijkheid kunnen doen gelden op basis van een wijze beslissing van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De beslissing van het Hof, het ultimum remedium, is dan tevens het beginpunt voor de wederopbouw van het vertrouwen in belangrijke instituten en het bestaan van een collectief belang.
Kòrsou Solidario i Duradero,
Nasha Desbarida,
Stanley Bodok,
Orlando Meulens