Op 30 augustus 2015 had Frank Kunneman het over reputaties of het vernietigen van reputaties in zijn column over corporate governance in deze krant. Een interessant onderwerp. Hij schrijft onder andere: ‘De laatste jaren zien we steeds vaker, ook in ons land, dat het vernielen van iemands reputatie niet zozeer het gevolg is van diens eigen handelen. De reputatieschade wordt veroorzaakt door een moedwillige daad van anderen, die menen daar belang bij te hebben’.
De media staan dagelijks bol van onderwerpen die direct of indirect te maken hebben met governance. Op 21 augustus vroeg ik de Round Table naar aanleiding van de resultaten van Curaçao over de laatste zes maanden van 2015, of we wel vooruitgang boeken met corporate governance. Onder andere Kunneman was van mening dat het beter gaat dan voorheen. Ik moest denken aan mijn artikel ‘Half vol of half leeg?: Corporate Governance op Curaçao’, dat verscheen op 19 december 2013 in het Antilliaans Dagblad. Toen bleek ongeveer 70 procent van de entiteiten die zich moeten houden aan de code corporate governance bij te zijn met de jaarrekeningen. Als wij de verklaringen van het College financieel toezicht (Cft) en de reacties op dit punt volgen, is het percentage aanzienlijk gedaald. Verder vernemen we in toenemende mate via de media dat commissarissen naar de rechter stappen, omdat ze van mening zijn dat ze nog lid zijn van de Raad van Commissarissen (RvC). Er zijn dus commissarissen die naar de rechter stappen om via de rechter integriteitsonderzoek af te dwingen. Er zijn politieke partijen die commissarissen opdracht geven om op te stappen als commissaris. Tot slot horen wij dat de overheids-nv’s en -stichtingen in financiële moeilijkheden verkeren en een risico vormen voor de overheid. In het zelfde artikel verwees ik naar de werkgroep corporate governance, ingesteld in november 2013, die de Wet corporate governance, in werking getreden in 2010, moet evalueren, onder voorzitterschap van Mike Willem. Overige leden zijn: Dave Liqui-Lung, Etienne Ys, Suzy Camelia-Römer, Wilfred Flocker en Sueena Francisco. Voor zover bekend, is er nog geen rapport verschenen over dit onderzoek. Ik moet ook denken aan de civiele enquête, geleid door rechter Huub Willems, die is begonnen op 15 juli 2013, na een lang voortraject geïnitieerd door Akshon Sivil. Het onderzoek richt zich onder andere op de overheids-nv’s Aqualectra en Refineria di Kòrsou (RdK). Het gaat om de vraag of er sprake is van mismanagement en om het uitzoeken van wat er met het vermogen van deze overheids-nv’s is gebeurd. Het gaat om honderden miljoenen guldens.
Het moet u zijn opgevallen dat we al heel lang wachten op zeer belangrijke zaken met betrekking tot corporate governance. Ik moet dan ook concluderen dat we niet zitten te wachten op corporate governance. Het glas raakt langzaam leeg. In deze context is het bericht ‘Discussie overheids-nv’s snel beslechten’, in het Antilliaans Dagblad van 2 september 2015, opvallend. De evaluatiecommissie Rijkswet financieel toezicht, onder voorzitterschap van Ron Gomes Casseres, pleit ervoor de discussie tussen het Cft en Curaçao zo spoedig mogelijk te beslechten. En reputaties gaan iedere dag verloren.
Miguel Goede,
Curaçao