Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Regeringspartij PNP presenteerde zich bij Kranshi gisteren als de ‘verantwoordelijke partij die een regeringsperiode netjes uitzit’.

Lijsttrekker Humphrey Davelaar meldde trots dat de verkiezingslijst precies op tijd klaar is, maar repte niet over de interne strubbelingen van de afgelopen weken.
Volgens Davelaar staat de PNP voor degelijk financieel en economisch beleid. ,,Je kan niet meer geld uitgeven dan dat je binnenkrijgt, zoals andere partijen dat willen en zoals je dat zag dat bij de vorige regering.” Hij noemt de balans in de overheidsbestedingen en de lichte groei van de economie als bewijs van het goede beleid dat de partij heeft afgeleverd.
De lijsttrekker zegt dat de partij meer dan vijf zetels gaat halen bij de komende verkiezingen. Hij wil geen enkele andere partijen bij voorbaat uitsluiten voor samenwerking in een eventuele coalitie, maar zegt te kijken naar partijen die passen bij de eigen christelijk-democratische filosofie.
Bij coalitiepartij PAR zegt de nummer twee, Eugene Rhuggenaath, tevens minister van Economische Ontwikkeling (MEO), dat als directe prioriteit van de partij de aanpassing van het onderwijssysteem is gesteld. Om het onderwijs meer concurrerend te maken met het buitenland, moeten scholen volgens hem Engels als instructietaal invoeren, zodat ze de beschikking hebben over beter lesmateriaal. Ook staat Rhuggenaath een verlenging van lesuren voor, zodat scholen een meer holistisch pakket kunnen aanbieden en kinderen goed kunnen voorbereiden op de digitale economie. Als laatste noemt hij dat scholen toegankelijker moeten worden. ,,Je ziet ieder jaar een ratrace om kinderen naar de goede scholen te sturen. Dat willen we veranderen.”
Op de vraag wat er niet goed is gegaan de afgelopen regeerperiode, stelt de minister dat het investeringsklimaat meer had moeten verbeteren, maar hij noemt hierbij het vorige kabinet als de veroorzaker van een verslechterde financiële en economische situatie. ,,Maar nu gaat het beter. De aanwijzing vanuit Nederland is teruggetrokken en er is meer ruimte om te investeren.”
Een luide en veelgehoorde stem in de oppositie is die van onafhankelijk Statenlid Omayra Leeflang. Ze heeft een nieuwe partij opgericht: Un Kòrsou Hustu (een rechtvaardig Curaçao, red.). Volgens Leeflang heeft Curaçao een probleem met ‘verdampers’, waarmee ze doelt op ‘mensen in hooggeplaatste posities die de bevolking uitzuigen’.
Naar aanleiding van de civiele enquête naar Aqualectra en RdK, waaruit is gebleken dat meer dan 200 miljoen gulden is verdampt, zegt Leeflang dat ‘het verdampingsproces teruggedraaid gaat worden’. Ze wil dit laten doen middels beslaglegging op bankrekeningen en villa’s en het aanklagen van de direct betrokkenen. ,,Maar het gaat me niet alleen om RdK en Aqualectra, maar ook om Kas di Kòrsou, waar 235.000 gulden is verdwenen, en het Multidisciplinair Projectteam, waar vijf miljoen is opgemaakt en niemand weet waaraan.”
Un Kòrsou Hustu ambieert de ministerspost van SOAW en Leeflang zegt ministers te kunnen leveren voor de portefeuilles Onderwijs, Justitie en Financiën. Ook is ze bereid het premierschap op zich te nemen, ‘indien het volk mij hiervoor vraagt’. Ze hoopt echter dat minimaal twaalfduizend burgers op haar partij zullen stemmen, wat zich laat omrekenen in drie Statenzetels. ,,Met minder kunnen we niet veel bereiken om de corruptie te bestrijden.”
Een andere nieuw opgerichte partij is de Partido Koperativista i Patriótiko (de Partij van de Coöperatieven en het Patriottisme, red.) van Robert ‘Patriota Mayó’ de Jesus. De partij is een lijstverbinding aangegaan met Forsa Elevá van Richard Hooi, die overigens om gezondheidsredenen ontbreekt op Kranshi. De vijf leden op de verkiezingslijst zijn als vrijwilliger vooral op Bándabou actief.
Zoals de meeste partijen, zegt ook deze partij te willen opkomen voor de arme bevolking. Lijsttrekker De Jesus, gekleed in strak militair ornaat, zegt het schokkend te vinden dat het maandsalaris van veel hooggeplaatste mensen per maand net zo hoog is als het jaarsalaris van iemand die iedere dag vijftien hotelkamers moet schoonmaken. ,,Dat is niet patriottistisch.”
De Jesus erkent dat de huidige regering een aantal dingen goed heeft gedaan, waaronder het stimuleren van een aantal coöperatieven. Echter is dit volgens hem te ad hoc gebeurd en hij zegt op dit gebied een structureel beleid voor te staan. ,,Daarom zijn wij de coöperatievenpartij. Coöperatieven zijn het vehikel in de wereld om voortgang te brengen. Als je niet samenwerkt, kom je nergens.”
De Jesus wil appelleren aan de vaderlandsliefde van de Curaçaoënaar. Op de vraag waarom hij een militair uniform draagt, is zijn antwoord dat Curaçao ‘meer orde en autoriteit nodig heeft’. Hij maakt zich weinig zorgen over de benodigde 870 handtekeningen om voorbij de kiesdrempel te komen, omdat de partij volgens hem veel steun heeft op Bándabou.