loderwijkgerhartsVergadering van 30 mei 1947
Gerharts: ,,In de vergadering van 20 december heb ik voorgesteld een tandarts voor Bonaire te benoemen op dezelfde gronden als die bestaan voor Curaçao en Aruba. Er is toen gezegd: laten we van Bonaire een voorbeeld maken en laat Bonaire tonen dat door de tandheelkundige behandeling de gezondheidstoestand van de kinderen vooruit gaat.”
Verwezen werd naar Curaçao waar een tandarts de krankzinnigen, gevangenen en het politiepersoneel behandelt. Het ongelukkige is blijkbaar dat ik de werkzaamheden van een tandarts aan de geneeskundige dienst heb vastgeknoopt en dat heeft het Bestuur aan het schrikken gemaakt. We moeten eigenlijk een tandheelkundige dienst gaan instellen. Gevraagd werd een tandheelkundige verzorging voor Bonaire in te stellen op dezelfde voet als men voor Curaçao en Aruba heeft gedaan. En ik wijzigde mijn amendement in die zin. Het Bestuur nam het amendement over en zei dat men de tandarts een opdracht zou verstrekken. Dat is nooit gebeurd. De tandarts heeft ongeveer 7 maanden op Bonaire gewerkt, heeft nooit een opdracht ontvangen en heeft geen cent van het gouvernement ontvangen.
,,Wanneer wij nu zien dat het Bestuur een voorstel overneemt en dat een zijn laars lapt, dan maakt men van het meest onschuldige Statenlid een wolf. De bestuurgemachtigde, die heden niet aanwezig is, heeft gezegd dat het Wit-Gele Kruis er voor zou zorgen. Dit is een taak van de overheid, zoals op Curaçao en Aruba en zo behoort het ook voor Bonaire te zijn”.
Ik heb kort daarna als lid van de Staten bedankt. Dat werkt kostte zoveel tijd (soms drie dagen per week) dat mijn zaken, die ik nog aan het opbouwen was, er onder leden. Later kwam ik terug. In de vergadering van 18 december 1947 sprak mijn opvolger, de heer J.A. de Jongh over het verzoek van de Raad van Politie van Bonaire om tandarts 300 gulden per maand te betalen voor de verzorging van de minvermogenden. De bestuurgemachtigde antwoordde dat hij aan het bestuur zou voorstellen een tandartsdienst in het leven te roepen. Hiermee werd Bonaire weer met een kluitje in het riet gezonden.
Het bleef jarenlang sukkelen. De tandverzorging bleef tot het eerste halfjaar 1953 in handen van het Wit-Gele Kruis. In het tweede halfjaar werd de heer F.C.A. Chirino belast met de tandverzorging op Bonaire en ook met de gebitscontrole van de schoolkinderen. Er kwam een ander bestuur op Bonaire en prompt werd op 1 mei 1955 een contract getekend, waarbij met Dr. J.J. Beaujon van Curaçao een overeenkomst werd gemaakt, dat deze iedere twee maanden een bezoek aan Bonaire zou brengen ‘om daar tandheelkundige behandeling te verrichten’ voor de politie, de gevangenen, de schoolkinderen en de gouvernementpatiënten. De vergoeding was 200 gulden per maand, plus onkosten (ook 14 gulden verblijfskosten per dag). De duur van het contract was drie jaar, dat wilde zeggen tot 30 april 1958.
Op juli 1956 werd de tandheelkundige F.C.A Chirino eveneens aangesteld om de schoolkinderen te behandelen. Toen het contract met dr. Beaujon eindigde, werd dit gewijzigd, waarna deze iedere maand gedurende 3 dagen naar Bonaire kwam. De vergunning aan de heer Chirino moest telkens jaren verlengd worden en daar hij niet tot de partij behoorde waaruit het BC was samengesteld, gaf dat moeilijkheden. De aanstelling moest geschieden door de regering. Om dat te voorkomen werd door het BC in september 1958 een vernietigend rapport aan de regering gezonden. Aangezien de heer Jonckheer een goede vriend van de heer Chirino was, werd Chirino uitgenodigd voor een gesprek. Hem werd de raad gegeven zich uit de politiek terug te trekken, wat Chirino deed op 6 februari 1959 (rapport van het Eilandgebied), echter hij nam aan de Eilandsraadsverkiezingen van 25 mei 1959 weer deel.
De heer Chirino ging in januari 1959 naar St. Maarten waar hij een vergunning zou krijgen om op dat eiland werkzaam te zijn. Ook hier kwam de eis: bedank als lid van de Raad. Op 29 januari 1959 gaf ik hem de raad zulks te doen. Hij werd niet aangesteld en kwam terug naar Bonaire en St. Maarten betaalde de reis- en verblijfkosten. In mei 1959 sprak ik de Inspecteur van Volksgezondheid te Curaçao en die deelde mij mede, dat het verzoek van de heer Chirino voor advies bij het BC van Bonaire was. Hij was van mening dat waar de heer Chirino meer dan acht jaar de praktijk had uitgeoefend zonder dat er gefundeerde klachten waren gekomen, een vergunning niet mocht worden geweigerd. En zei hij: ,,De heer Chirino kan gerust doorgaan met de uitoefening van de praktijk zolang de vergunning niet is geweigerd.”
Volgens de jaarverslagen bleef de tandarts van Curaçao tot 1964 zijn contractueel werk verrichten. Op 17 juni 1964 berichtte de heer Chirino aan de voorzitter van de ER dat hij niet langer wenste te behoren tot de fractie van de PPBU, doch dat hij nu de Partij van de Arbeid zou vertegenwoordigen.
In september vestigde zich een tandarts te Bonaire, de heer Kaltofen, doch die vertrok eind december weer naar Nederland. Er waren dus gedurende enige maanden twee tandartsen werkzaam op Bonaire, de tandarts uit Curaçao en de Nederlandse tandarts. De heer Chirino bleef uitgeschakeld. Dat duurde tot einde 1964.
Op 1 april 1965 werd de heer Chirino weer aangesteld en hij bleef de functie behouden tot en met december 1973, in welke maand de tandarts F. Peereboom uit Rotterdam kwam aanvaren in zijn zeilboot. Dr. Peereboom werd in dienst genomen van het Eilandgebied en de heer Chirino bleef verbonden als tandtechnicus.
In 1978 werd een rijdende tandartskliniek in gebruik genomen. Een grote vooruitgang voor ons eiland. Men krijgt de neiging verbaasd te zijn, wanneer men ziet, dat op het ene ogenblik de heer Chirino goed genoeg bevonden wordt om de tandverzorging voor geheel Bonaire op zich te nemen. Om dan weer te worden uitgerangeerd. Dat hield verband met de politiek. De ene partij wilde Chirino hebben en de andere niet. Toen de heer Chirino in 1964 bedankte als lid van de partij waarvan hij jarenlang lid was geweest, werd hij in 1965 weer aangesteld. Simple comme bonjour. Maar, na lang vechten is Bonaire thans een goede tandheelkundige dienst rijk.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.