Door Lodewijk Daniel Gerhartsloderwijkgerharts

Tot aan het jaar 1960 werden de vuurtorens van Bonaire door vuurtorenwachters bewaakt. Er zijn drie vuurtorens, te weten in het noorden die van Seru Bentana, in het oosten op de plantage Bolivia (genaamd Spelonk) en in het zuiden de in 1837 gebouwde Willemstoren.
De toren Spelonk op ‘Bolivia’ had een draadloze verbinding met Fort Oranje te Kralendijk. Hier was de politie, zodat men onmiddellijk aan de politiecommandant bericht kon zenden wanneer er iets bijzonders plaatsvond. Het is enige malen gebeurd dat de vuurtorenwachter van Spelonk een bericht zond als voor de kust een schip in moeilijkheden was, zodat onmiddellijk hulp kon worden verleend. Dit kan nu niet meer. De gehele oostkust is onbewaakt.
In het jaar 1961 werd eerst de vuurtoren van Seru Bentana automatisch gemaakt en daarna die in het zuiden, de Willemstoren. De toren van Spelonk bleef nog enige jaren bewaakt omdat men vanuit die toren kon zien of de twee andere vuurtorens goed werkten.
De vuurtorenwachters gingen naar huis en kregen een pensioentje. Ongetwijfeld is het nieuwe systeem economischer dan het oude. Of de besparing opweegt tegen de verhoging van het aantal werklozen en het onbewaakt laten van de kust, is een open vraag.
In oktober 1954 passeerde de orkaan ‘Hazel’ Bonaire op een flinke afstand, doch zoals dat altijd gebeurt, kreeg Bonaire hevige winden, hoge zeeën en veel regen te verduren, waardoor altijd enige schade werd veroorzaakt. In de nacht van 20 op 21 oktober 1954 kwam een storm uit net noordwesten opzetten, die gepaard ging met zware regenbuien en onweer. Het moet daar op de toren van Seru Bentana een heel spektakel zijn geweest toen de donderslagen elkander snel opvolgden en weerkaatst werden door de meer naar binnen liggende heuvels. De vuurtorenwachters Carpar Coffie en Ricardo Winklaar waren op de bovenste verdieping bij de lichtkoepel. Opeens schoot een helle straal uit de hemel omlaag, onmiddellijk gevolgd door een oorverdovende donderslag; de straal drong de toren binnen, schoot omlaag en trof een open blik paraffine dat onder de trap stond, die naar de bovenverdiepingen leidde, waarop de inhoud van het blik vlam vatte en de houten trap in lichterlaaie zette. De vuurtorenwachters werden gealarmeerd door de rookwikkeling en snelden de trap af, doch konden de lagere verdiepingen niet bereiken. De vlammen en de hevige rook hadden de 1e en de 2e verdieping al bereikt. Er was slechts een uitweg en die was om van de het bordes te springen. De hoogte was ongeveer zeven meter boven de grond van de heuvel waarop de toren stond. Ricardo Winklaar keek naar beneden, deinsde terug en sloeg zijn handen op het gezicht. Hij durfde de sprong niet aan. Caspar Coffie wel en hij waagde de sprong. Hij brak een enkel, kon niet meer lopen, doch hij dankte God dat hij het er levend van af had gebracht. Achter hem was de toren in een helse vuurzee veranderd. Op zijn handen en knieën kroop hij van de heuvel omlaag en door de mondi, door het stekelige struikgewas in de richting van de bewaker van de plantage, een afstand van enige kilometers. Hij deed verscheidene uren over deze pijnlijke tocht. Er werd onmiddellijk alarm geslagen, doch te redden was er niets meer. Later werd het verkoolde stoffelijke overschot van Ricardo Winklaar gevonden.
Een onderzoek werd ingesteld hoe het mogelijk was dat de toren door bliksemslag zo getroffen kon worden, terwijl er toch een bliksemafleider was aangebracht. Het bleek dat de bliksemafleider inderdaad op het hoogte puntje van de toren stond, doch dat men verzuimd had de aardleiding aan te brengen! Het onderhoud en het toezicht van de vuurtorens behorende tot de landszaken en de deskundigen van Curaçao hadden verzuimd hun werk af te maken. Maar in het verslag van het Eilandgebied van 1954 vindt men op pagina 27 onder het hoofd ‘Kustverlichting’ staan: ,,Tijdens de weeromstandigheden, onmiddellijk na en als gevolg van passeren van de orkaan ‘Hazel’, werd de vuurtoren Seru Bentana door blikseminslag geheel vernield. Er werd tijdelijk een noodverlichting geplaatst. Een torenwachter werd door de bliksem getroffen en gedood.”
Een grote onwaarheid! Moest de gezaghebber een vriendje te Curaçao voor narigheid behoeden?
Thans worden de vuurtorens, dus Seru Bentana, Spelonk en Willemstoren, met behulp van zonnepanelen verlicht. Punt Vierkant wordt beschouwd een havenlicht te zijn en bediening daarvan berust bij het Eilandgebied. Geld om daar een zonnepaneel aan te brengen is er in 1982 niet. De oude verlichting is versleten en wat is dus eenvoudiger dan de toren maar geen dienst te laten doen. Maar wat zal er gebeuren als een schip daar op de kust loopt?