In het Fort Oranje was in 1931 een klein kamertje, waarin een morsesleutel was, waarmede Curaçao en Aruba konden worden opgeroepen. De telegrafist was F.F. Frisgerio. Erg druk had hij het niet. In het jaar 1932 werden er 921 telegrammen verzonden met 11.231 woorden. Dus gemiddeld 3 telegrammen per dag. In 1980 werden er 7.931 telegrammen verzonden met 147.579 woorden, dus gemiddeld 22 telegrammen per dag, waarbij moet worden vermeld, dat in1980 het mogelijk was te telefoneren en dat er dertig telexapparaten op Bonaire in gebruik waren. De heer Molenkamp was in1931 directeur van de Landsradiodienst en hij hield kantoor in het Riffort op Otrobanda te Curaçao.
Met de leiding van de radiodienst heb ik later onprettige ervaringen opgedaan. Het begon met een vergadering van de Staten op 28 november 1946. Dr. Maal sprak: ,,Het moest niet zijn dat er tijdens of na de oorlog een automatische telefoon voor Aruba besteld wordt. Die automatische telefoon had er allang moeten zijn.”
Dr. Maal vervolgde met de opmerking dat de Landsradio als excuus aanvoerde, dat de fabrikant 8 maanden achter was met leveringen, doch dr. Maal was van mening dat de radiodienst 80 maanden achter was. ,,Nu krijgen we op Bonaire weer hetzelfde. Er is daar een koffiemolen waaraan men moet draaien, maar men krijgt geen gehoor. Laat men proberen ook voor Bonaire een nieuwe telefoon te bestellen, opdat er een einde komt aan de misère van de telefoon op Bonaire.”

Fantast
In diezelfde vergadering zei ik, dat de Landsradio- en telefoondienst beheerd werd door een fantast. De directeur vroeg namelijk gelden om 6 telegrafisten uit Nederland te laten komen, terwijl er reeds twee aangekomen waren en een derde onderweg was. Hiervoor waren nog geen gelden gevoteerd. Maar het ergerlijke was, dat men altijd mensen van onze eilanden had aangenomen en dat die nu plotseling niet goed meer waren. Ik merkte op dat de directeur aan het geld verknoeien was. De voorzitter merkte toen op: ,,Dat is niets vreemd bij deze meneer.”
In de vergadering van 20 december kreeg ik het weer aan de stok met de LRD.
Tot goed begrip diene, dat ik mijn militaire dienstplicht vervuld had bij het regiment Genietroepen te Utrecht en dat ik bij de telefoondienst werd geplaatst.
Wij werkten daar met valkleppenkasten. Eenvoudige apparaten. Wanneer men opgeroepen werd viel een klepje omlaag en met een stekker kon men dan de verbinding tot stand brengen met de partij die opgeroepen moest worden. Simpele toestellen, die altijd prima werkten. Radioverbindingen tussen de troepen onderling bestonden toen nog niet.
De Statenvergadering was eenmaal per maand op Aruba (commissievergaderingen) en daartoe moest ik van Bonaire al vroeg vertrekken om een aansluiting naar Aruba te maken. De vergaderingen werden ’s avonds gehouden en wij hadden altijd tijd om op Aruba wat rond te kijken. En zo ging ik voor de eerste maal naar St. Nicolaas waar een telefoonpost was. En wat zag ik? Een valkleppenkast, zoals we die bij de Genie gebruikten. Dat was 25 jaar geleden.
Ik zei tegen de telefonist die er zat: ,,Zeg, jullie gebruiken hier ook antieke centrales.” En toen kreeg ik te horen, dat dit een noodoplossing was, in afwachting van de automatische telefoon en dat dan het toestel naar Bonaire zou gaan.
Dat verhoogde mijn belangstelling. En dus klonk het: ,,Oh ja. Mag ik eens kijken?”
En zo zei ik in de vergadering van 20 december, dat de Staten door de directeur van de LRD voor het lapje werden gehouden. In de wisseling van de stukken van de begroting 1947 werd reeds opgemerkt, dat het voor Bonaire bestemde toestel naar Aruba werd gezonden. Het belangrijkste dat het Bestuur in antwoord opmerkte was, dat met valkleppenkast waarschijnlijk het telefoonschakelbord werd bedoeld. Voorts zei het Bestuur, dat het voor Bonaire bestemde bedieningsbord nimmer elders in gebruik is geweest. Ik noemde dat een pertinente leugen. Waarom zou de telefonist te Aruba mij een verhaaltje op de mouw spelden? En wat had men gedaan met het bord dat te Aruba was? Ik had meer klachten, doch die doen hier niet ter zake. Ze hadden betrekking op Curaçao.

Plantage van Curaçao
Dr. Da Costa Gomez zei, ‘dat Bonaire altijd als een plantage van Curaçao werd beschouwd’. ,,De behartiging van de belangen van Bonaire heeft altijd geleden.”
En dr. Da Costa Gomez stelde een commissie van onderzoek voor, gezien de ernst van de beschuldiging. Hiermede ging iedereen akkoord.
In de commissie van onderzoek werden benoemd de heren dr. M.F. Da Costa Gomez, dr. Maal, mr. Henriquez, ir. Willemsen en ik. Die commissie vergaderde op 24 januari 1947. Noch ik, noch de heer Willemsen kon de commissie overtuigen welke lezing juist was. Aan het einde van de vergadering zei de heer Willemsen, dat de voor Bonaire bestemde telefooncentrale ingepakt in de telefooncentrale stond, klaar om naar Bonaire verzonden te worden.
De gehele commissie ging naar die centrale om de kist te zien. En daar stond een kist. Ik: ,,Meneer Willemsen is dit de kist die kortgeleden uit Amerika gekomen is met de nieuwe centrale voor Bonaire? Het antwoord was bevestigend. Ik: ,,Meneer Willemsen, vergist u zich niet? Is dit heus de kist die kortgeleden uit Amerika kwam? Denkt u goed na, is dit de kist?” Ja, dat was de kist.
Ik: ,,Meneer Willemsen u weet, dat mijn zaak op Bonaire vele jaren importeert, ook uit Amerika. Gedurende de oorlog geschiedden alle aankopen via de Incu te Curaçao en de Nederlandse Purchasing Office te New York. Op alle kisten staan nummers en merken van de Incu en van het NPO en die merken ziet u hierop staan. Het zal mij een kleine moeite kosten na te gaan wanneer deze order werd geplaatst en wanneer die werd uitgevoerd en wanneer de verscheping plaats vond. Zal ik dat doen meneer Willemsen? Weet u nog steeds zeker dat deze kist kortgeleden uit Amerika kwam?”
Ik vroeg tevens de factuur van het geleverde apparaat aan de Staten ter inzage te verstrekken. Er heeft geen tweede vergadering plaatsgevonden. De factuur werd nimmer ontvangen! Mijn bezwaar, dat een gebruikte kast naar Bonaire werd gezonden, gold alleen het feit dat die tegen de nieuwe waarde op onze begroting stond, terwijl wij geen nieuw apparaat zouden krijgen. En ik wilde niet bedot worden. Ik bracht nog andere zaken naar voren in de Staten inzake de LRD.
Dat er verkwist werd, met voorbeelden gestaafd. Dat materialen van de LRD door employés werden gestolen en bij hun te bouwen huizen werd gebruikt. Dat een autobatterij en benzine voor een privéauto voor een van de hogere employés op rekening van de LRD werden geschreven.
De bewijzen werden op de dag, dat ik dit naar voren bracht met een scheut inkt onleesbaar gemaakt. Dat een telegram dat ik naar Nederland zond door de onderdirecteur LRD van het bijkantoor op het Wilhelminaplein clandestien werd meegenomen en bij een politieke partij werd gebracht. Dat een telegram dat ik te Bonaire verzond door een lid van de Staten diezelfde dag in een bijeenkomst van het Bestuurscollege werd voorgelezen. Ik wist wie dat telegram gekopieerd had en had doorgespeeld, doch ik kon, volgens de officier van justitie, dat niet bewijzen. Maar er werden wel maatregelen genomen door de gouverneur.

LodewijkGerharts


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.