De kwestie Pasanggrahan bleef enige jaren het gesprek van de dag. Er werden een paar beheerders versleten, voorgesteld werd het bestuurskantoor ervan te maken en ten slotte werd het gebouw in 1981 geheel gerestaureerd en het wordt thans gebruikt als vergaderzaal van de Eilandsraad, tevens de zaal waar recht wordt gesproken wanneer de rechter Bonaire bezoekt, terwijl beneden enige zaaltjes werden gemaakt voor commissievergaderingen van de Raad voor de fracties. De restauratie werd vakkundig en mooi uitgevoerd.LodewijkGerharts
Voor de opbouw van de bungalow hadden wij niet voldoende middelen. Een circulaire werd gemaakt ‘Bonaire Vooruit’, waaraan een plattegrond van het geheel was gehecht. Wij nodigden tientallen personen en zaken uit deel te nemen in het kapitaal. Beschikbaar waren 100 aandelen á 500 gulden.
Ingeschreven werd voor de kapitale som van 1.000 gulden! Er was geen animo voor dit avontuurlijke plan. De schuld van de nieuwe onderneming aan de Handel Mijen Bonaire en Kralendijk liep op tot verscheidene tienduizenden guldens. Hiermee konden wij natuurlijk niet doorgaan. Op 25 oktober 1951 verzochten wij aan de regeringsraad voor 40.000 gulden deel te nemen in het kapitaal. Wij hadden op 5 augustus 1950 de ‘Maatschappij Zeebad Bonaire nv’ opgericht, met een kapitaal van 100.000 gulden verdeeld in 200 aandelen van 500 gulden.
In de commissievergadering van de Staten, waarin het voorstel van de regering werd behandeld (de regering stelde 41.000 gulden voor) merkte een van de leden op, dat ik mij moest verwijderen, want ik had belang bij dit voorstel. Ik merkte op, dat ik geen bezwaar had dit te doen, echter, dat bij het volgende punt van de agenda alle Statenleden, die tevens ambtenaar waren, zich zouden moeten verwijderen.
Want het volgende agendapunt had betrekking op de pensioenregeling voor ambtenaren. Er zouden dan twee leden in deze commissievergadering overblijven! Ik mocht blijven! In de openbare vergadering van 20 februari 1952 gingen de Staten akkoord met deelname in het kapitaal met 41.000 gulden.

Zeebad
De gehele geschiedenis van Zeebad te beschrijven zou een dik boekwerk nodig maken. Een paar gebeurtenissen verdienen toch wel genoemd te worden.
Ik was benoemd tot lid van de Rondetafelconferentie, die in 1946 begon met de aanbieding van een verzoekschrift aan koningin Wilhelmina en tijdens het korte verblijf in Nederland werd de procedure van de RTC besproken.
In 1948 zou de eigenlijke conferentie beginnen. In de pauzes tussen de vergaderingen, werden nagenoeg alle deelnemers van onze delegatie aangesproken door personen die Nederland wilden verlaten en die inlichtingen vroegen over bestaansmogelijkheden op onze eilanden. Zo kreeg ik op een zekere dag twee echtparen op bezoek. De een wilde een handel in antiek op Bonaire beginnen en de tweede wilde van alles aanpakken. Ik legde uit dat een handel in antiek niet bepaald een succes zou worden en aan de tweede deelde ik mede, dat wanneer hij iets nieuws zou brengen, bijvoorbeeld een nieuwe industrie, er wel enige kans op een vestigingsvergunning zou kunnen zijn. Bij terugkomst op Bonaire, een paar weken later, stonden beide heren op het vliegveld te Bonaire mij op te wachten!
Ze waren erin geslaagd een vergunning van de Nederlandse Bank los te krijgen wat kapitaal mee te nemen naar de Antillen. Hoe? Ik weet het niet! Het was zeer moeilijk een dergelijke vergunning te verkrijgen.
Men moest wel heel goede papieren hebben!

Bonaire mooi
Men vond Bonaire mooi en de een vatte het plan op een gedeelte van plantage Fontein te huren en daar een logeergelegenheid voor toeristen te bouwen. De plantage ligt tegen de ongeveer 85 meter hoge Seru Largu, die zich van Noord Saliña tot Rincon uitstrekt en op ongeveer 25 meter hoogte springt die massieve rots iets naar binnen en op dat aldus gevormd platform wilde hij bouwen. Het is nooit afgebouwd, de ruïne van dat bouwsel is er nog. Het werd een fiasco voor het gereed was.
De tweede liet weten dat hij werkzaam was geweest in een hotel/restaurantbedrijf en voelde er wel voor het beheer van Zeebad op zich te nemen.
Zeebad was nog in aanbouw en hij deed, dat moet ik zeggen, flink zijn best. Een van de eerste dingen die in orde kwam was de bar en bezoekers van Bonaire konden daar reeds een drankje halen. De goede man had uitgerekend, dat wanneer hij jenever per mandfles kocht, hij op elk borreltje een dubbeltje bezuinigde. Het bleek dat hij zoveel bezuinigde, dat zo tegen 7 uur de tranen uit zijn ogen druppelden.

De Klerk
Beide echtparen verdwenen na ruim een jaar. In oktober 1951 was ik weer in Nederland en kwam daar in contact met de heer en mevrouw De Klerk, die vroeger in de Oost een bungalowkamp hadden gedreven. Juist wat ik zocht. Er waren verscheidene brieven gekomen op advertenties die in Nederlandse bladen werden geplaatst, doch een van de voorwaarden was, dat de manager deel moest nemen in het kapitaal. Zelfs werd gezegd, dat wanneer hij later in staat zou zijn het geheel over te nemen, wij daartoe bereid zouden zijn.
Wij waren geen hotelmensen. Het was nimmer ons plan een hotel te blijven beheren. Het plan was het tot stand te brengen en wanneer het een lopende zaak zou zijn geworden, zou onze taak volbracht zijn. De heer De Klerk was een buitengewoon goede binnenhuisarchitect en maakte van het vroegere wachtlokaal een (voor die tijd) juweeltje. Hij hield echter onvoldoende rekening met de beschikbare geringe middelen en het geheel werd te duur.
Mevrouw De Klerk zorgde uitstekend voor de gasten en het huiselijke beheer. De Klerk zelf nam de ‘buitendienst’ voor zijn rekening: strand, wegen, bootjes, pier. In Groningen had ik enige jaren tevoren, een boot laten maken met bodemplaten van hardglas, zodat men al zittende de koralen en vissen, tot op een diepte van 15 meter, kon zien. In augustus 1952 ging het hotel officieel open. Een bruidspaar op de huwelijksreis behoorden tot de eerste gasten. Om het terrein, waarop de gebouwen stonden, was nog geen omheining aangebracht, zodat geiten en ander gedierte daar een vrije wandeling hadden. ’s Morgens, nadat zij de eerste nacht in hun bungalow hadden doorgebracht, ontmoette ik hen. ,,Oh, meneer Gerharts, we zijn toch zoooo bang geweest. Het was verschrikkelijk.” Ik: Wat is er gebeurd?
En toen kwam het verhaal. Midden in de nacht werden ze wakker van een onheilspellend gebrul. Ze wisten niet wat voor een dier het was en zaten maar te luisteren en durfden niet te gaan kijken. Opeens begon de bungalow, die op betonnen neuten stond te schudden. Ze hoorden een schurend geluid en dachten dat het dier probeerde binnen te komen. Ik vroeg: En wat hebben jullie toen gedaan? ,,Oh, zei het bruidje, we hebben elkaar maar heel stevig vastgehouden tot alles wat bedaard was, tot de aardbeving voorbij was.” Het bleek dat een ezel het terrein was opgegaan, daar zijn liefdeslied had gezongen, dat ik de eerste nacht te Curaçao ook had meegemaakt en vervolgens wat jeuk had gehad en tegen de bungalow aan het schurken was gegaan. En was zoals gezegd, de bungalow op neuten stond, was het gehele geval flink opzij geduwd.
Toen ik hen die uitleg had gegeven vonden ze het toch wel grappig en het werd een mooie bladzijde in hun dagboek.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.