Shell staat sinds 1985 met de rug naar Curaçao


Shell vertrok, maar niet zonder sporen achter te laten. De Shell-wijken, de ‘Shell-kinderen’, mooie herinneringen. Maar het meest besproken en omstreden: de verontreiniging.

Door Ton de Jong

Van een trauma was in 1989 niets te merken toen ik voor het eerst voor reportages op het eiland kwam. Natuurlijk, het vertrek van Shell vier jaar terug was vervelend geweest, maar van een diepe wond was geen sprake. Ondanks het banenverlies waren de bonden niet ontevreden over de gang van zaken na de overname. De lonen werden trapsgewijs weer verhoogd. De overheid met haar brede pallet aan overheids-nv’s keek alleen vooruit, het bedrijfsleven zag volop kansen. Internationaal ging de economie crescendo. De Antillen zouden daar zeker wat van meepikken. De Venezolanen leken toen al blijvers, de raffinaderij zou ‘eeuwig’ open blijven.
Naar gedenktekens voor Shell hoef je op Curaçao niet te zoeken. Shell is niet met lovende toespraken en een brassband uitgeleide gedaan. Nog mooi dat oud-Shell-employé Hubert Vos bij het Maritiem Museum de raffinaderij in miniatuur heeft nagebouwd. Is er tenminste nog iets dat aan Shell herinnert, behalve wat woonwijken, gebouwen, het beruchte asfaltmeer en andere verontreinigingen.
Voor de Nederlandse pers is het asfaltmeer vanaf 1995 een dankbaar item. Het is tastbaar, er zijn ‘mooie’ beelden van te maken en het is niet moeilijk om er verontwaardiging mee op te wekken. Eigenlijk is het een eenvoudig probleem dat al lang opgelost had moeten zijn. ‘Buskabaai’ is een erfenis van de Tweede Wereldoorlog, toen het afval van de productie van vliegtuigbenzine werd gedumpt in een afgebakend ‘meer’. Het ging om een half miljoen kubieke meter asfalt en 50.000 ton zuurteer. Afvalverwerker Nareco begon in 1984 voortvarend met de opruiming. In twee jaar tijd was eenderde van het meer weg. Binnen tien jaar zou het zijn opgeruimd, zei Nareco. Dat klonk plausibel. De sanering was technisch gezien goed te doen en de raffinaderij kon het spul gebruiken.
De overdracht van de Shell-eigendommen aan het eiland pakte voor het asfaltmeer verkeerd uit. De PdVSA bleek een slechte nieuwe partner, vooral omdat zij te weinig voor het asfalt betaalde. In 1993 was Nareco aan het einde van zijn Latijn. De sanering werd langdurig stilgelegd tot overheids-nv Buskabaai in 2006 in zee ging met de firma Asphalt Lake Recovery nv. ,,In het eerste jaar van de operatie wordt uitgegaan van een verplichte verwerking van 75.000 ton asfalt die naar schatting 15 dollar per ton oplevert”, meldde het Antilliaans Dagblad in januari 2010. ‘Op elk moment’ werd najaar 2011 en de 75.000 ton werden maar voor de helft gehaald. Buskabaai nv wilde van het asfaltbedrijf af, maar voor de rechter (uitspraak najaar 2013) beriep de saneerder zich met succes op tegenwerking van de Isla. Op dit moment wordt er weer asfalt afgegraven. Het gaat naar het buitenland.
De ophef in 1995 over het asfaltmeer was het begin van een discussie die nog steeds loopt. Kan Shell alsnog aansprakelijk gesteld worden voor de milieuschade? Henry Parisius, toen directeur van het overheidsbedrijf Refineria di Kòrsou (RdK) dat de raffinaderij onder zijn hoede heeft, schreef in 1996 absoluut geen trek te hebben om Shell op haar morele verantwoordelijkheid te wijzen. Hij gaf deze mening in een memorandum waarop deze krant beslag heeft weten te leggen. ,,You can’t have the cake and eat it too. Het zou door Shell opgevat kunnen worden als contractbreuk. Als de Nederlandse overheid aan Shell zou vragen om technische steun te geven, dan heb ik daar geen bezwaar tegen.”
Isla4-3Bij de overname in 1985 van alle Shell-bezittingen door de Antilliaanse overheid was Shell gevrijwaard voor milieuclaims. ,,Een verkeerd besluit”, zegt Lloyd Narain, voorzitter van milieuorganisatie Defensa Ambiental. ,,Het maakte meteen duidelijk dat de raffinaderij te groot en te complex is om door zo’n klein eiland beheerst te kunnen worden. De overheid kijkt niet vooruit, zij leeft van dag tot dag.”
De Shell-claim werd een steeds terugkerend onderwerp, waar ook het Nederlandse parlement zich mee ging bemoeien. Zo wilde de SP in 2003 dat minister Thom de Graaf (D66) in actie kwam. Hij antwoordde dat Nederland geen enkele bevoegdheid heeft op dit terrein. Hij verwees naar de andere kant van de oceaan. Curaçao luisterde naar De Graaf. Uit vertrouwelijke stukken waarover deze krant beschikt, blijkt dat het Bestuurscollege op 30 september 2005 Royal Dutch Shell per brief aansprakelijk stelt ‘voor de door deze verrichte handelingen of het nalaten hiervan, die geleid hebben tot verontreiniging van het milieu’. Tegelijk werd de verjaring opgeschort van mogelijke onrechtmatige daden die Shell heeft begaan.
In december 2009 vroeg de meerderheid van de Tweede Kamer toch weer om een onderzoek en intussen wilde ook Curaçao hom of kuit. RdK ging aan de slag en maakte 250.000 gulden vrij voor een uitgebreid onderzoek waarvoor onder andere professor Frank Kunneman en zijn kantoor VanEps Kunneman VanDoorne werd ingeschakeld. Op 7 juli 2010 werden de resultaten gezamenlijk gepresenteerd aan het Bestuurscollege van Curaçao. Uit de PowerPointpresentatie waarover deze krant beschikt, blijkt dat het een grondig onderzoek is geweest. RdK bracht onder leiding van gedeputeerde Humphrey Davelaar (PNP) in april 2010 zelfs een werkbezoek aan Nederland. ,,Er is gesproken met vele voor deze zaak relevante deskundigen zoals economen, advocaten, milieuschade-experts en politici”, aldus de presentatie.
De conclusie van het onderzoek: ,,Er zijn reële mogelijkheden om de Koninklijke Shell Groep voor de door haar op Curaçao veroorzaakte milieu- en gezondheidsschade aansprakelijk te stellen, maar dit is geen gemakkelijke zaak.”
Gesignaleerde hindernissen: de vervuiling heeft vele jaren geleden plaatsgevonden; het Eilandgebied was zich bij de aankoop van de vervuiling bewust; mede daarom is voor de raffinaderij slechts één dollar betaald; na het vertrek van Shell heeft PdVSA de vervuiling gecontinueerd en het verkoopcontract uit 1985 zit zeer goed dichtgetimmerd. Er zijn juridische breekijzers en bijlen nodig om het open te breken.
VanEps Kunneman VanDoorne heeft die breekijzers gevonden. De economische waarde van de raffinaderij was volgens Kunneman in 1985 waarschijnlijk negatief. De waarde bedroeg in 1985 niet 1 dollar, maar minus 100 miljoen tot 1,5 miljard gulden. Daarmee zeggen de onderzoekers dat Shell te goed is weggekomen. ,,Shell beschikte in 1985 mogelijk over informatie die voor het Eilandgebied cruciaal was, maar die Shell niet (voldoende) met de onderhandelaars heeft gedeeld. Anno 2010 wordt van internationale bedrijven een grotere ‘corporate responsibility’ verwacht dan anno 1985, ook ten aanzien van handelingen uit het verleden.”

Met ‘two magic tricks’ willen Kunneman cum suis de breekijzers inzetten. Door een combinatie van een voorlopig getuigenverhoor en zorgvuldig gedoseerde publiciteit. ,,Een voorlopig getuigenverhoor geeft de mogelijkheid om relatief goedkoop heel veel feiten (onder ede) boven water te krijgen. Het geeft de mogelijkheid om op subtiele wijze voor Shell onplezierige publiciteit te genereren.” Aan het eilandsbestuur vraagt RdK goedkeuring voor een drie-stappenplan: verder feitenonderzoek, voorlopig getuigenverhoor en pas daarna beslissing over procederen.
Enkele maanden later vielen de Antillen uiteen en maakte het eilandsbestuur plaats voor de regering Schotte, in 2013 gevolgd door het kabinet Asjes. Sinds 2010 is niets meer vernomen van juridische acties tegen Shell. Kunneman mailde op 4 februari 2014 naar één van de deskundigen: ,,De regering Schotte heeft tot onze spijt de zaak volledig gestopt om redenen die mij nooit duidelijk zijn geworden. Echter de tijd tikt door en daarmee is er een belangrijk afnemende kans om met succes nog iets te doen.” Kunneman en RdK weigeren om verder op deze kwestie in te gaan.
Tijdens Shells vergadering van aandeelhouders die in 2011 plaatsvond in Den Haag deelden Milieudefensie en de Curaçaose milieuorganisatie Amigu di Tera een rapport uit waarin Shell werd aangewezen als schuldige van ernstige milieuschade en sociale misstanden, onder meer op Curaçao. Shell beloofde beterschap maar erkende geen aansprakelijkheid. Ook niet nadat in maart 2013 het tv-programma Zembla de kwestie opnieuw oprakelde. Shell verwees toen voor de zoveelste keer naar de dichtgetimmerde overeenkomst van 1985. Begin januari 2015 nog maar eens bij Shell op de deur geklopt. De woordvoerder: ,,Als onderdeel van de verkoopovereenkomst en als de nieuwe eigenaar, heeft de overheid van de Nederlandse Antillen en Curaçao alle verplichtingen en alle activa overgenomen. De verantwoordelijkheid voor de ontwikkelingen na 1 oktober 1985 liggen bij de koper. Voor de ontwikkelingen in de periode na deze datum is Shell niet de aangewezen gesprekspartner.”

De toenmalige premier Maria Liberia-Peters staat nog steeds volledig achter die overeenkomst. ,,Het ging allemaal heel snel. Als je iemand aansprakelijk stelt voor milieu moet je ook meten en vaststellen. Er was te weinig over bekend. Niemand tekent een overeenkomst waarin staat dat hij voor alle toekomstige gebreken aansprakelijk gesteld kan worden. Niemand geeft een blanco cheque, ook Shell niet.”
Dertig jaar later wordt Liberia-Peters soms heftig geconfronteerd met haar handelen toen. Zij zou hebben geblunderd, zelfs geld van Shell hebben gekregen. De beschuldigingen hebben haar beducht gemaakt voor publiciteit. ,,Ik heb geen enkele behoefte om te figureren in de actieagenda van anderen. De uitzending van Zembla deed voor mij de deur dicht. Ik heb zelden zoveel vooringenomenheid gezien als bij de makers van die uitzending.”

Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten - www.fondsbjp.nl

 

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.