Door prof. dr. F.B.M. Kunneman
Onlangs kwam United Airlines wereldwijd in het nieuws. Gelukkig niet door een gruwelijk ongeluk. Wel was er sprake van een publicitaire crash. frankkunnemanPassagier David Dao (69) werd op hardhandige wijze het vliegtuig uitgesleept, omdat sprake was van overboeking. Hij mocht niet mee ook al had hij een geldig ticket, een geldige boardingpass en was hij (vlak voor vertrek) al geïnstalleerd in zijn stoel. Dao weigerde zijn plaats af te staan aan een andere passagier. Waarom die andere passagier dan wel mee mocht? Misschien had hij een hogere frequent flyer-status? We weten het niet. Hoe dan ook, met geweld werd Dao, die meende in zijn recht te staan (te zitten), uit zijn stoel getrokken en weggesleurd.
Dit incident was traumatisch voor de betrokkene en ook voor de andere passagiers die er getuige van waren. Vervolgens waren wij (de rest van de wereld) óók getuige van het gebeuren via Facebook. Opeens sloeg als een bliksemflits overal het besef in dat vliegtuigmaatschappijen hun passagiers als uitschot en oud vuil behandelen. Dat is interessant, want alle regels waaraan we op het vliegveld en in het vliegtuig worden onderworpen zijn zogenaamd voor ons eigen bestwil. Een onderwerp dat ook in het kader van corporate governance dus de moeite van overdenking waard is: is er hier sprake van slechte regels of slecht toegepaste regels?
United Airlines heeft juridisch gezien het recht om een passagier, ook een passagier die heeft betaald en in het bezit is van een geldige boardingpass, te sommeren het vliegtuig te verlaten. Met het kopen van het ticket heeft de (aanstaande) passagier namelijk vrijwillig (meestal onbewust) ingestemd met de verplichting om op directe vordering van (een medewerker van) de maatschappij het vliegtuig te verlaten. Die verplichting staat in de algemene voorwaarden, de zo geheten ‘kleine lettertjes’. En nu komen we terug bij onze vraag: ook al stond United Airlines juridisch gezien volledig in zijn recht, moreel gezien kon de manier waarop dit ‘recht’ werd uitgeoefend in het geheel niet door de beugel. Slecht toegepaste regels dus. Vroeger zou dat bijna niemand zijn opgevallen, maar mobiele telefoontjes maken dat tegenwoordig allemaal anders. De verontwaardiging was overal zo groot dat United Airlines niet wist hoe snel ze haar ceo openbare en wereldwijde excuses moest laten maken. Wat zegt ons dat?
Aristoteles leerde ons al dat recht en rechtvaardigheid twee verschillende dingen zijn. Er is wel een verband tussen die twee. Mensen accepteren geen oneerlijke regels en ook geen onredelijke regels. En de (on)redelijkheid blijkt bij de toepassing ervan.
In een bedrijf geldt dit ook. In de huidige tijd spreekt iedereen over ‘compliance’. Hoe meer regels hoe beter, lijkt het soms. Het is heel belangrijk om de functie en redelijkheid van die regels steeds tegen het licht te houden. Dat licht is de toepassing ervan. Daarbij moeten meerdere perspectieven worden gebruikt. Een regel kan namelijk vanuit het ene perspectief heel redelijk zijn en vanuit een ander perspectief niet. Zoals een bakker niet graag met onverkoopbare oude broden blijft zitten, blijft een vliegtuigmaatschappij niet graag zitten met lege stoelen. Met het besef dat toch nooit iedereen zich meldt bij de gate, wordt er daarom bij alle vliegtuigmaatschappijen in de wereld consequent overboekt. Het is dus niet onredelijk om regels te maken voor overboekingen waarmee de passagier akkoord gaat en die leiden tot volle toestellen. Dat is gezien vanuit de kant van de directie, die winst moet maken of er anders zelf uit vliegt. De andere kant is die van de passagier, die een menswaardige behandeling wil en die niet als een onwillig varken wil worden weggesleept. Houd je die verschillende perspectieven als onderneming niet in de gaten, dan kost het je uiteindelijk heel veel meer dan wat winst. Als je zelf onderdeel bent van het systeem waarin die regels ooit zijn bedacht en nuttig leken, is het heel moeilijk om te beoordelen of die regels nog steeds functioneel en integer werken. Om dat kritisch te kunnen beoordelen, heb je een toezichthouder nodig. Maar die moet dat dan wel dóen en niet zelf een dooie regelneef zijn. Dat is een van de interessante aspecten van de rol van commissaris: je bent gehouden na te gaan of de directie zich aan de geldende wet- en regelgeving houdt, maar je moet de redelijkheid en met name de toepassing van die regelgeving ook steeds bewaken en kritisch volgen. Op straffe van een crash van het imago van het bedrijf.

Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en hoorleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.

.