Door Rutsel Silvestre J. Martha
rutselmarthaDe Nederlandse politieke partijen VVD en de SP slaan de handen ineen in de strijd tegen de in hun ogen illegale online casino’s die vanuit Curaçao over de gehele wereld worden aangeboden. Ondanks herhaalde lezing van de vragen die aan de Nederlandse minister zijn gesteld en het beluisteren van de door de heren Van Raak (SP) en Bosman (VVD) gegeven interviews, wordt het niet duidelijk in welk opzicht de online casino’s op Curaçao illegaal zijn. Het moet immers bekend zijn dat de mogelijkheid van online gokken al sinds 1993 bestaat. Dat werd mogelijk gemaakt bij de Landsverordening buitengaatse hazardspelen (P.B. 1993, no. 63). Zelfs de Hoge Raad is er al eens aan te pas gekomen om zich te buigen over het vergunningsbeleid krachtens die wet (HR 20 december 2002, R01/021HR). Dus, in die zin is er geen sprake van illegaliteit.
Bedoelen de heren dan dat Curaçaose online casino’s illegaal handelen als zij zich op de Nederlandse markt richten? Nederland loopt inderdaad achter op Curaçao op dit punt. De wetten omtrent toegestane online casino’s in Nederland ontwikkelen zich erg langzaam. Nederland heeft pas eind 2011 eindelijk haar verbod op online kansspelen opgeheven. Echter, anders dan op Curaçao (en daarvoor de Nederlandse Antillen), uitsluitend het enige legitieme casino in Nederland heeft voor de wet de mogelijkheid gekregen om online kansspelen te exploiteren. Als men de Miljoenennota 2016 gelooft, zal daarin vanaf 2016, met een jaar vertraging, verandering komen wanneer de overheid vergunningen geeft voor online kansspelen. De Nederlandse ministerraad heeft op 11 juli 2014 ingestemd met het plan van de toenmalige VVD-staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie om het kansspelbeleid te vernieuwen. Die wijzigingen zouden in 2015 van kracht worden, maar lijken vooruit te zijn geschoven.
Het feit dat het algehele verbod in 2011 werd opgeheven, is ondanks het monopolie waarvoor de overheid koos, niet zonder gevolgen gebleven voor de vraag of buitenlandse online casino’s zich op de Nederlandse markt kunnen richten. Op 18 maart 2015 heeft de rechtbank Amsterdam een vonnis gewezen waarin zij oordeelt dat de aanbieder van online kansspelen - ondanks dat zij die kansspelen zonder vergunning aanbood in Nederland - het gokverlies van een speler niet hoeft terug te betalen. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst tussen de speler en de aanbieder van kansspelen niet nietig of vernietigbaar was, omdat online gokken in Nederland niet meer als maatschappelijk onwenselijk, illegaal of strafwaardig wordt ervaren. Wel oordeelde de rechtbank dat de aanbieder een zorgplicht heeft jegens de speler. Dat betekent dat deze gokverslavingen voorkomen dienen te worden en spelers in enige mate tegen zichzelf in bescherming genomen moeten worden. Volgens de rechtbank was er in dit geval onvoldoende grond om aan te nemen dat de aanbieder haar zorgplicht jegens de speler had geschonden.
Uit het voorgaande blijkt dat niet gezegd kan worden dat als Curaçaose online casino’s zich op de Nederlandse markt richten zij per definitie illegaal handelen. Als dat ook niet illegaal is, wat is dan wel illegaal? Van Raaks vragen omtrent het feit dat die casino’s zich ook op markten buiten het Koninkrijk richten doen vermoeden dat met ‘illegaal’ wellicht dát wordt bedoeld. Maar ook dat gaat niet op. Dat is een gevolg van het lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De WTO streeft ernaar de wereldhandel in goederen en diensten zo efficiënt mogelijk te laten verlopen en dus zo veel mogelijk beperkingen te neutraliseren. Maar geldt die doelstelling ook voor producten die schadelijk voor de maatschappij kunnen zijn, zoals gokproducten? Volgens een aantal landen (waaronder Antigua & Barbuda) wel, en zij hebben beslist om gokspelen aan te bieden aan de inwoners van de Verenigde Staten. In de ogen van Amerika ondermijnen dergelijke ‘cross-border operations’ de maatregelen van de nationale overheid om de negatieve effecten van kansspelen tegen te gaan. Bijgevolg heeft Washington zijn grenzen gesloten voor deze gokproducten. Antigua & Barbuda zagen daarin een schending van het vrijhandelsverdrag en zij hebben in 2003 een klacht neergelegd bij de WTO. Zij trokken aan het langste eind! Een geschillencommissie van de WTO heeft bepaald dat de online kansspelen van de eilandenstaat niet volgens de regels uit de Amerikaanse internetmarkt voor kansspelen is gestoten. De commissie bepaalde dat Antigua & Barbuda voor een bedrag van 21 miljoen dollar aan sancties mogen instellen tegen de VS. Dat bedrag is een stuk lager dan de 3,4 miljard die het land had geëist. De Amerikanen vonden de eis buitensporig hoog, gezien de kleine omvang van de economie van de Caribische staat. Gokken op internet is voor Antigua & Barbuda een belangrijke bron van inkomsten geworden, nu er als gevolg van orkanen minder toeristen naar het gebied komen. Hoe dan ook, vaststaat dat het online aanbieden van kansspelen in de markten van WTO-lidstaten niet per se illegaal is.
Afgaande op deze jurisprudentie van de WTO hoeven de heren Van Raak en Bosman dus niet te vrezen dat de Curaçaose online casino’s het Koninkrijk in verlegenheid zullen brengen. Aangenomen mag worden dat indien bijvoorbeeld Australië en/of Nieuw-Zeeland die casino’s zouden aanpakken, het Koninkrijk - net zoals Antigua & Barbuda - de weg naar Genève zal weten te vinden om Curaçao in bescherming te nemen. Dat zal overigens niet de eerste keer zijn. Destijds (1991) is op verzoek en met inspraak van de Nederlandse Antillen met succes bij de GATT (General Agreement on Tariffs and Trade) geprocedeerd tegen het Amerikaanse embargo op tonijn vanuit de Nederlandse Antillen.
Als dus de activiteiten van de online casino’s die met een Curaçaose vergunning opereren eigenlijk niet illegaal zijn, dan is het inderdaad een mysterie wat de Nederlandse parlementariërs voor ogen hebben. Onder die omstandigheid is het moeilijk om de neiging te onderdrukken de discussies in Nederland over de offshore-industrie van Curaçao in herinnering te roepen. Ook toen ging het om een economische activiteit die op Curaçao bloeide vanwege de proactieve opstelling van de Antilliaanse wetgever. Onder aanvoering van CDA-staatssecretaris Nooteboom werd de belastingregeling tussen de Antillen en Nederland gewijzigd waardoor Curaçao haar voordeelpositie ten gunste van Nederland verloor. The rest is history: Amsterdam nam de plaats over van Curaçao als de wereldhoofdstad van trustbedrijven!

Rutsel S.J. Martha is oud-minister van Justitie van de Nederlandse Antillen (1998-2002) en is thans werkzaam als internationaal jurist in Londen