Jarenlang heeft politiek Den Haag weggekeken als er niet te miskennen signalen waren van misstanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Met een onthutsend WODC-rapport over de vermenging van onder- en bovenwereld op Sint Maarten werd niets gedaan. Toenmalig gouverneur Frits Goedgedrag kreeg geen gehoor toen hij alarm sloeg over de voordracht van ‘niet-ministeriabele’ kandidaten voor het kabinet Gerrit Schotte en ook na het buitensluiten van een parlementaire meerderheid door een afgezette Statenvoorzitter bleef het aan de andere kant van de oceaan oorverdovend stil. Maar alsof er een knop is omgezet, heeft het er opeens alle schijn van dat Nederland er zijn zinnen op heeft gezet de greep op het openbaar bestuur in de Caribische landen te versterken. Tot voor kort gebeurde dat via zogeheten aanwijzingen met een tijdelijke werkingskracht. Zo haalde minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in oktober de zeggenschap naar zich toe over welke kandidaat-bewindslieden in zijn ogen voldoende integer waren om tot de nieuwe regering van Sint Maarten te worden toegelaten.
Uit vertrouwelijke stukken die in de Rijksministerraad van afgelopen vrijdag zijn besproken, blijkt dat Nederland de screening van voorgedragen ministers, maar ook ambtenaren en bestuurders van overheids-nv’s en -stichtingen permanent naar zich toe wil halen. Dat staat met zoveel woorden in de (geheime) Algemene Maatregel van Rijksbestuur waaruit deze krant vandaag citeert op de voorpagina. Het is Plasterks bedoeling dat een door Nederland in te stellen ‘Integrity Commission’ zeer vergaande bevoegdheden krijgt om kandidaten (en overigens ook zittende functionarissen) te screenen. De AMvRB heeft specifiek betrekking op Sint Maarten. Sommigen zullen van mening zijn dat het eiland het er gezien de door de commissies Wit en Oosten gesignaleerde integriteitsschendingen naar heeft gemaakt dat Nederland de regie opeist. Op Curaçao en Aruba wordt daarom wellicht gedacht: Het zal ons niet overkomen dat bijna 8.000 kilometer verder op de 8ste verdieping van het ministerie van BZK wordt uitgemaakt door wie wij worden bestuurd. Die gedachte zou wel eens een misvatting kunnen zijn.
De Rijkswet financieel toezicht was immers aanvankelijk ook alleen bedoeld voor Curaçao en Sint Maarten. De landen stemden er in ruil voor 1,7 miljard euro aan kwijtschelding van schulden plus de mogelijkheid voortaan goedkoop te lenen bovendien uit vrije wil mee in dat het budgetrecht van de Staten werd ingeperkt. Het laatste woord over begrotingen is niet meer aan de parlementariërs, maar aan het College financieel toezicht (Cft). De Rijkswet heeft een werkingsduur van twee jaar, maar kan oneindig vaak worden verlengd.
In de Haagse wandelgangen valt te vernemen dat Nederland niet van zins is het financieel toezicht ooit in te trekken. Die veronderstelling wordt bevestigd door de poging van Plasterk om Aruba onder permanent financieel toezicht te plaatsen. Gebeurde dat vorig jaar nog bij wijze van incident met de begroting 2014, thans stuurt Den Haag - hoewel Aruba niet vraagt om schuldsanering - aan op een structurele rol voor het Cft.
Daarmee begint zich een patroon af te tekenen: Het tijdelijk door Nederland (in de vorm van een rijkswet of een aanwijzing) overnemen van een autonome verantwoordelijkheid van de landen om er vervolgens onder dreiging van een dwingende Algemene Maatregel van Rijksbestuur een permanent karakter aan te geven. Volgens een hooggeplaatste insider komt die drang voort uit het trauma dat Nederlandse bestuurders hebben over gehouden aan het kabinet Schotte.
‘Dat nooit weer’ is de boodschap waarmee premier Mark Rutte (VVD) Plasterk aanspoort de landen de duimschroeven aan te draaien. Dat er bij misstanden wordt opgetreden, is niet het knelpunt. Het Statuut verplicht daartoe zelfs, maar het moet wel met open vizier gebeuren en met respect voor de democratisch gekozen volksvertegenwoordigingen. Het zijn precies deze twee aspecten waarin de huidige Nederlandse regering niet uitblinkt.
Het kan daarom geen kwaad als de regeringen van Curaçao, Aruba en Sint Maarten, maar vooral ook de Staten, de rijen sluiten om de Haagse territoriumdrift - om de beladen term ‘rekolonisatie’ te vermijden - een halt toe te roepen.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.