De minister probeert zich er wel iets te gemakkelijk van af te maken, door in verband met de heikele situatie die is ontstaan na het besluit om geen belastingschulden van 2017 en ouder in te vorderen de schuld af te schuiven op de Ontvanger. Bijna elf maanden duurde het voordat Statenvragen hierover zijn beantwoord. En in die antwoorden doet Financiënminister Javier Silvania (MFK) alsof hij met de kwestie eigenlijk niets te maken had: ,,De wijziging van het invorderingsbeleid is een zaak van de Ontvanger”, zo schrijft hij in reactie op vragen die Statenlid Steven Croes van oppositiepartij PAR al op 6 februari vorig jaar stelde. Uit goede bron weet deze krant dat kringen rond de Ontvanger zelf spreken van een ministerraadbesluit dat deze afdeling van de Curaçaose Belastingdienst geacht werd uit te voeren. Het totaalbedrag dat door dit ‘gewijzigde invorderingsbeleid’ niet meer geïncasseerd wordt, is lange tijd onduidelijk gebleven. In zijn brief van 22 december jongstleden noemt de minister nu een bedrag van ‘nominaal ruim 3 miljard gulden’.
Het punt dat hier gemaakt moet worden, is dit: in januari 2023 kondigt Silvania via Facebook aan dat alle belastingschulden van 2017 en ouder worden ‘kanselá’ (dus: kwijtgescholden of buiten invordering gesteld). De Belastingdienst gaat vervolgens haar bestand opschonen. Daarna wordt Silvania op de vingers getikt - het is vooralsnog onduidelijk door wie, maar ook het Openbaar Ministerie (OM) stelt vragen. Dat leidt ertoe dat de bewindsman in april 2023 in allerijl een persbericht doet uitgaan dat het nieuwe beleid ‘uitlegt’. Het was echter geen uitleg, maar terugkomen op het eerdere besluit: bepaalde belastingschulden - bijvoorbeeld daar waar het strafrecht meespeelt; groter dan een miljoen gulden; en verhaalmogelijkheid - vallen hierbuiten. Vervolgens leggen enkele (vermogende) belastingschuldigen dit voor aan de rechter. En die zegt dat belastingschuldigen op de uitlatingen van januari 2023 hebben mogen vertrouwen en dat zij dus niet hun belastingschulden van 2017 of ouder meer hoeven te betalen, ook al vallen zij binnen de in april 2023 aangekondigde uitzonderingsgevallen. Dit levert het Land een enorme tegenvaller op.
De uitspraak is er heel helder over: ,,De niet voor meerdere uitleg vatbare, zonder voorbehoud gedane uitlatingen van de minister, die in meerdere Facebook- en krantenberichten zijn herhaald, leiden in de gegeven omstandigheden, waarbij de onderhavige naheffingsaanslag in ieder geval al op 30 januari 2023 is afgeboekt en vervolgens niet meer voorkomt op de door de Ontvanger opgemaakte en verstrekte debiteurenlijst tot het oordeel dat belanghebbende uit die handelwijze redelijkerwijs kon en mocht afleiden dat de Ontvanger de onderhavige aanslag niet meer kan en zal invorderen.”analysesil
En: ,,Daaraan doet niet af dat door het ministerie van Financiën in een later stadium (in het persbericht van 3 april 2023) drie uitzonderingen op het tot dat moment ongeclausuleerde invorderingsbeleid (voor aanslagen van 2017 en eerder) worden geformuleerd.” Aan dit vanaf 3 april 2023 geldende beleid komt géén terugwerkende kracht toe. Ook de verklaringen ter zitting van de Ontvanger, die kortgezegd er op neerkomen dat geen rechten kunnen worden ontleend aan - niet officiële - publicaties van de minister op Facebook, dat toezeggingen gedaan door de minister de Ontvanger niet binden en dat de minister slechts een advies over de invordering heeft gegeven en dat de uiteindelijke beslissing bij de Ontvanger ligt, leiden volgens de rechters niet tot een andere oordeel.
,,De Landsontvanger is een onder het ministerie van Financiën ressorterende uitvoerende organisatie waarvoor de minister de verantwoordelijke bewindspersoon is. Zijn beleidsuitingen binden dan ook de Ontvanger.” Duidelijker kan het niet. Overigens illustreert de omstandigheid dat de Ontvanger direct is overgegaan tot opschoning van het gehele bestand van aanslagen van 2017 en ouder ‘dat de Ontvanger de beleidsuitingen van de minister kennelijk heeft opgevat als een tot hem gerichte instructie’.
Dit is wat het Hof destijds, in augustus 2023, heeft overwogen. Ten eerste: uit de uitlatingen van de minister mocht de belastingplichtige afleiden dat de aanslag niet meer zou worden ingevorderd; en op de tweede plaats: de Ontvanger heeft dit beschouwd als een instructie van de minister. Los daarvan is de ‘MinFin’ verantwoordelijk voor de Belastingdienst. Dan kan hij nu niet zijn handen er vanaf trekken door te zeggen dat dit een beslissing van de Ontvanger was. Silvania heeft gewoon een ongelofelijk grote fout gemaakt door deze uitlatingen op Facebook te doen. Dat heeft grote financiële gevolgen voor het Land, dat kampt met torenhoge schulden. Het is in een democratie aan de Staten om te bepalen wat voor politieke consequenties dit moet hebben. Elk van de 21 individuele parlementariërs - of ze nu oppositie of coalitie of zelfs partijgenoot zijn - dient voor zichzelf te bepalen of Silvania na dit debacle kan aanblijven als minister of dient af te treden.
Niet vergeten mag worden dat dit niet alleen belastingschulden treft die redelijkerwijs toch niet meer geïncasseerd zouden worden, bijvoorbeeld doordat de betreffende belastingschuldige failliet is. Het treft ook belastingschulden van partijen die verhaal boden en/of die al ‘gewoon’ werden afbetaald op basis van een vaststellingsovereenkomst. Kortom: de minister van Financiën als hoeder van de nationale schatkist heeft met zijn onbezonnen actie de Landskas benadeelt. Nu hij dat kennelijk inziet schuift Silvania de schuld op de Ontvanger, die echter een instructie kreeg en uitvoerde.
Hoewel in de belastingkwestie - opvallend genoeg - geen cassatieberoep werd ingesteld en de uitspraak van het Hof dus staat, is het laatste politieke woord hierover niet gesproken. Want van algemene bekendheid is dat Curaçao een arm land is; een derde leeft onder de armoedegrens, berichtte deze krant vorige week nog in verband met het minimumloon. Van algemene bekendheid is ook dat de huidige minister van Financiën in het verleden soms de indruk heeft gegeven als ongeleid projectiel te hebben geopereerd. Een minister van Financiën die per Facebook belangrijk fiscaal beleid bekendmaakt, is op z’n zachtst gezegd een curieus gebeuren. Elders doen ministers van Financiën dat na rijp beraad met hun staf en afdelingshoofden en wordt het bekendgemaakt langs de geëigende overheidskanalen. Dit kan daarom niet, ondanks de iets te doorzichtige manoeuvrepoging om er onderuit te komen, onbesproken blijven in een zichzelf respecterende Curaçaose volksvertegenwoordiging.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.