Geen hard nieuws, maar wel weer flink met de neus op de feiten gedrukt. Hopelijk leidt de reportage ‘Stikken in het paradijs’ van Zembla, die donderdag op de Nederlandse televisie werd uitgezonden, tot de noodzakelijke actie. Het is stuitend te zien hoe de verantwoordelijke Isla-raffinaderij, geëxploiteerd door de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA, in alle talen zwijgt en zelf niet meewerkt aan wederhoor; iets waar de lokale media - zeker waar het de milieuaspecten betreft - ook al jaren mee kampen. Weinigzeggend is het summiere commentaar van de regering van Curaçao, maar tenminste zegt minister Whiteman nog wat. In tegenstelling tot zijn Nederlandse ambtgenoot Plasterk, die via zijn woordvoerder als een oude grammofoonplaat enkel herhaalt dat het de eigen autonomie betreft van het zelfstandige land Curaçao. De vraag is hoe lang de autoriteiten zich nog hierachter en achter andere min of meer formele/flauwe argumenten kunnen verschuilen, zonder hun verantwoordelijkheid te nemen. Verantwoordelijkheid die tot nu toe alleen door onbaatzuchtige burgergroepen als Smoc, gesteund door een deel van de bevolking en media, is gedragen. Omdat zij weten dat dit anno 2013 - bijna een eeuw na de start van de raffinaderij door Shell - echt niet meer door de beugel kan. In deze tijd van internationaal steeds meer opgeëiste transparantie moet Isla/PdVSA meer tekst en uitleg geven. Het is schandalig dat de Curaçaose milieudienst armzalig en de milieu-inspectie nog altijd niet functioneert. Het is laf van de Nederlandse en daarmee Koninkrijksregering - toch decennialang behartiger en beschermer van de belangen van de Koninklijke Shell - dat deze telkens niet thuis geeft. Natuurlijk, de fabriek bracht vorige eeuw welvaart en welzijn en nu nog is de Isla direct en indirect goed voor duizenden banen. Dit dilemma is ook voelbaar in de hardst getroffen wijken onder de dagelijkse rook van de raffinaderij, waarbij zelfs slachtoffers nog bereid zijn de afweging te maken. Maar dit mag niet ten koste gaan van mensenlevens, iets wat vaststaat dankzij de afgedwongen metingen die objectief aantonen wat al honderd jaar bekend is: het is er buitengewoon ongezond werken, leren en leven. Over een paar jaar, in 2019, loopt het contract met PdVSA af. Alles wijst erop dat de Venezolanen vertrekken als werkelijk grootschalig in milieu moet worden geïnvesteerd, want de techniek is er, ook al gebeurt dat samen met de overheid. Curaçao en het Koninkrijk - al dan niet met alsnog een claim op Shell (en PdVSA) - doen er, met het hulpverzoek dat Whiteman deed aan Den Haag, goed aan om vanaf nu niet langer weg te lopen voor hun verantwoordelijkheid. Anders wordt het echt slikken of stikken.