Wie zich afvroeg wat voor vlees het Caribisch deel van het koninkrijk in de kuip heeft met de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het antwoord. Met de brief over de toekomst van de Isla-raffinaderij die Liesbeth Spies gisteren aan de Tweede Kamer stuurde, geeft zij nog voor haar kennismakingsbezoek aan de eilanden een niet mis te verstaan visitekaartje af: wie zich niet aan zijn afspraken houdt, krijgt lik op stuk. De bewuste brief is - zeker afgezet tegen de lange en vaak cryptische epistels van voorganger Piet Hein Donner - van een verfrissende helderheid. In begrijpelijke mensentaal maakt Spies duidelijk geen genoegen te nemen met de uitvluchten van de Curaçaose regering Schotte om het besluit over de toekomst van de Isla voortdurend voor zich uit te schuiven. De kersverse minister van CDA-huize draait er niet om heen aan dat gedrag consequenties te verbinden en, als Schotte c.s. geen beterschap toont, de financiering van de Sociaal Economische Initiatieven (SEI) op te schorten. Uit de toon van de brief valt af te leiden dat het geen loos dreigement is. Een directheid die meer dan welkom is. Zwichtte staatssecretaris Ank Bijleveld nog wel eens te gemakkelijk voor de charmes van haar Caribische gesprekspartners en strandden discussies met Donner doorgaans in juridische haarkloverij; de wijze waarop het huidige Curaçaose kabinet opereert, vraagt meer dan ooit om een zakelijke benadering vanuit Den Haag. Dat Spies op dat spoor lijkt te zitten, zal vooral premier Gerrit Schotte (MFK) zorgen baren. Tot nu toe is het hem wonderbaarlijk genoeg telkens weer gelukt weg te komen met wat volgens een Nederlandse gezegde ‘praatjes voor de vaak’ zijn. Trapte Donner vlak voor zijn vertrek nog met open ogen in de goocheltruc die Transparency International heet (waarvan de opdracht in elk geval tot voor kort nog niet was gegeven), over de ‘tussenrapportage’ over de Isla stelt zijn opvolgster onomwonden dat de toegezegde inhoud ontbreekt. Om tot zaken met Spies te komen, zal Schotte meer dan alleen zijn marketingtalent uit de kast moeten halen en voor de verandering mooie woorden door concrete daden moeten laten volgen. Of, zoals een ander gezegde luidt: ‘Praatjes vullen geen gaatjes’. Dat zal niet alleen de koninkrijksrelaties ten goede komen, maar ook Pais Kòrsou.