De druk op de regeringscoalitie wordt opgevoerd. De hoogste ambtenaar van Financiën, de secretaris-generaal, stuurde een brandbrief naar zijn minister waarin wordt aangedrongen op urgente ‘koerswijziging’ omdat de indicatoren - elf maanden na een gezonde financiële start van het Land Curaçao - nu al negatief uitslaan. De moed van deze overheidsdienaar is te prijzen. Namelijk om, ondanks de politiek moeilijke tijden waarbij niet wordt teruggeschrokken voor intimidatie en aanvallen op de man, toch gewoon professioneel te werk te gaan. En te doen waarvoor de SG is aangesteld: te waarschuwen indien de overheidsfinanciën in een kritieke situatie dreigen te belanden en de economie (veel) slechter presteert dan de regering zelf aangeeft en waarmee in de begroting wordt (door)gerekend. Daar zijn ambtenaren voor; in goede én in slechte tijden. Het is te hopen dat hij door Fòrti niet wordt afgestraft voor een boodschap die de regering liever niet wil horen, laat staan in de krant wil zien staan. Zelf doet het kabinet Schotte alsof er niets aan de hand is: in de regeringsrede gisteren, uitgesproken door de gouverneur, geen woord over dreigende tekorten. En wat betreft de economie wordt anno 2011 - terwijl de blik gericht is op 2012 - slechts verwezen naar het internationale rampjaar 2008. Geen moment wordt de hand in eigen boezem gestoken, hoewel de secretaris-generaal op 2 september nog aangaf dat een handreiking richting stakeholders noodzakelijk is om het investeringsklimaat en dus de economie te verbeteren. Premier Schotte verwijst desgevraagd voor de toestand van de staatskas naar zijn collega van Financiën, die vaag melding maakt van een besparing; en voor wat betreft het nieuwe ziekenhuis naar een persbericht van medio augustus, waaruit moet blijken dat dit nog probleemloos een ‘go’ is. Het stelt niet gerust. Dat vinden ook de organisaties van Kòrsou Uní, die een pakket voorstellen ter ‘bescherming van de reputatie van Curaçao’ aan de regeringsleider hebben voorgelegd. De maatschappelijke groeperingen - van werkgevers, vakbonden, financiële sector, ngo’s, kerken en schoolbesturen - vertellen de minister-president hoe hij z’n werk behoort te doen en leggen hem als een leerling tevens het belang uit van integriteit van politici en politieke partijen etc. en wat orde, vertrouwen en rust eigenlijk betekenen. Ervan uitgaande dat niemand inmenging van buitenaf wil, is dit trouwens de enige manier: zelfreiniging.