Door Michael Willemse
Zelfs een ezel stoot zich geen tweede keer aan dezelfde steen, luidt het spreekwoord. De Curaçaose Eilandsraad krijgt het voor elkaar zich drie keer te stoten. In haar brief van 31 december 2008 stelde gezaghebber Lisa Dindial dat de omstandigheden waaronder met name de aanpassing van de pensioenregeling voor Eilandsraadsleden tot stand is gekomen vergelijkbaar waren met die van 2007. Anno 2010, een maand vóórdat het Eilandgebied Curaçao wordt opgegeven en het Land Curaçao ontstaat, lijkt de situatie nauwelijks anders.
In 2007, 2008 en 2010 hebben de Voorbereidingscommissie van de Eilandsraad en de Eilandsraad in een zeer kort tijdbestek de betreffende Eilandsverordening afgehandeld.
De gezaghebber stelde eind 2008 tevens dat de Eilandsverordening weliswaar al in 2005 voorzien was van een advies van de Afdeling Financiën, maar dat gesteld diende te worden dat in dit advies niet is vervat hoe de dekking danwel het evenwicht tussen de uitgaven door de totstandkoming van de aanpassing van de pensioenregeling voor Eilandsraadsleden en de middelen op termijn weer tot stand wordt gebracht.
Zoals het Antilliaans Dagblad gisteren meldde, ontbreekt ook nu - in september 2010 - zowel in de aanbiedingsbrief, in het ontwerp als in de Memorie van Toelichting (MvT) enige verwijzing naar de financiële gevolgen voor de overheidsbegroting.
Een dekkingsplan voor de toekomst voor de met de totstandkoming van de Eilandsverordening gemoeide kosten, ontbrak ook al eerder bij de vaststelling van de Eilandsverordening door de Eilandsraad; zo ook de budgettaire compensatie voor het lopende jaar.
Een geactualiseerd advies van de Afdeling Financiën was in december 2008 vóór de vaststelling van de pensioenregeling voor Eilandsraadsleden opgevraagd noch gekregen. Pas op 23 december 2008 heeft Financiën nader advies gegeven met betrekking tot de aanpassing van de pensioenregeling ten behoeve van de voltijdsraadsleden.
Uit de toen aan de Raad van Advies overgelegde stukken, in het bijzonder het advies van de Financiën van 23 december 2008, kon worden opgemaakt dat op het moment van de vaststelling van de Eilandsverordening van vijf dagen daarvoor nog niet duidelijk was wat de verwachte kosten waren die met uitvoering van de regeling waren gemoeid.
Voor wat betreft de financiële consequenties, verwees de gezaghebber in 2008 naar het advies dat de Commissie Bezoldiging en Pensioenen Gezagsdragers Curaçao (adviescommissie) op verzoek van het Bestuurscollege zelf had uitgebracht. De gezaghebber stelde dat de adviescommissie heeft geadviseerd om de pensioenregeling voor de voltijdsraadsleden ‘marktconform’ te maken en dat betoogd kan worden dat de Eilandsraad bij zijn beraadslaging dit advies ‘niet voldoende in acht heeft genomen’.
Deze adviescommissie had tot taak een adequate bezoldigings- en pensioenregeling ten behoeve van de gezagsdragers voor te stellen. Het BC heeft daarbij overwogen dat de vast te stellen regeling op de geldende wettelijke kaders moet zijn gebaseerd en overeen moet komen met wat maatschappelijk aanvaardbaar is.
De Voorbereidingscommissie van de Eilandsraad raadde echter in het voorlopig, tevens eindverslag van december 2008 de Eilandsraad aan om akkoord te gaan met een voorstel dat afwijkt van het advies van de adviescommissie. Deze Eilandsraadcommissie motiveerde niet wat ten grondslag lag aan haar oordeel om van het advies van de adviescommissie af te wijken.
Twee jaar later, in september 2010, is de voorgestelde en met 15 stemmen van de 21 voor en één tegen aangenomen pensioenregeling opnieuw allerminst ‘marktconform’ en weer niet in lijn met het advies van de adviescommissie over wat wettelijk kan en mag en maatschappelijk acceptabel is. Raadsleden bouwen een pensioen op in 12 jaar, waar een normale burger 35 tot 40 jaar over doet.
Pensioendeskundige Laurens Keesen van Keesen Actuarissen verklaarde vorige week dat eerder gerekend werd met 5 miljoen aan extra kosten, maar dat de hiermee gemoeide kosten momenteel wellicht het dubbele zullen bedragen.
Behalve het toen nog raadslid Norbert George (voorheen DP en later onafhankelijk) stemden alle fracties in de Eilandsraad - van links tot rechts - vóór. Hoezo good governance?

Bovenstaande analyse is voor een groot deel gebaseerd op het advies van 10 februari 2009 van de Raad van Advies van de Nederlandse Antillen, die het optreden van de Eilandsraad als ‘onzorgvuldig’ kwalificeerde.