Het lijkt erop dat de atrako’s, overvallen, weer hand over hand toenemen. Of dit ook werkelijk het geval is, moet blijken uit de officiële statistieken van politie en justitie - hoewel ook bekend is dat van een een deel nooit aangifte wordt gedaan - maar de perceptie is in elk geval dat er weer meer meldingen zijn van overvallen. En perceptie telt. Regelmatig gewapend, vaak zonder schroom en erg brutaal gewoon op klaarlichte dag. Dat daarbij niet zelden toeristen het slachtoffer zijn, maakt het alleen maar erger. In één week tijd, werden buitenlandse bezoekers ernstig gemolesteerd bij Watamula te Westpunt en in stadswijk Scharloo. De eerste is nogal afgelegen en stil, de tweede geldt - afhankelijk van welk tijdstip en welke plek - voor eilandbewoners als niet altijd veilig. Toch mag dit alles behalve een reden zijn om de zeer afkeuringswaardige gebeurtenissen goed te praten: Curaçao moet overal en elk moment van de dag veilig zijn. Voor eigen burgers, natuurlijk. Maar ook voor toeristen, want zó wordt het eiland verkocht in het buitenland. Er zijn genoeg bestemmingen in de nabije regio waar bezoekers niet zonder risico kunnen rondlopen. Waar door officiële (reizigers)instanties ook voor wordt gewaarschuwd. Curaçao moet er alles aan doen om niet eveneens op zo’n zwarte lijst te belanden. Het bijzondere van het eiland zijn juist de kleine, romantische en afgelegen baaitjes. En met de historische steegjes in de binnenstad onderscheidt Curaçao zich van de tientallen andere eilanden. Dat mag niet verloren gaan, anders gaat dat ten koste van het toeristisch product; momenteel dé belangrijkste bron van inkomsten. De vraag is hoe het komt dat de atrako’s weer zo de kop opsteken. Kennelijk loont het weer om overvallen te plegen als een way of living, omdat de pakkans klein is. Is het A-team van de politie minder effectief geworden? Maar vooral: wat zet vooral jonge - soms héél jonge jongens - ertoe tot deze daad over te gaan? De problemen van dropouts in het onderwijs zijn al decennia in kaart gebracht, maar de aanpak blijkt telkens onvoldoende effectief. Tot achttien jaar behoort elke jongere op school te zitten, stelt minister Magali Jacoba van Justitie, die gisteren een nieuw jeugdbeleidsplan aankondigde. Het is goed dat zij er bovenop zit, maar ook de ambitieuze sociale vormingsplicht was nog te vrijblijvend en door de beperkte capaciteit slechts een druppel op een gloeiende plaat. Atrako’s vormen een sociaal maatschappelijk probleem: het vergt enerzijds dat overheid en bedrijfsleven jongeren kansen blijven geven op gewoon werk en inkomen, maar tegelijk moet meer discipline worden afgedwongen en streng worden opgetreden tegen plegers.