Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gaat in het escalerende conflict met het Bestuurscollege (BC) van Sint Eustatius zeker niet vrijuit, maar dat laat onverlet dat het de hoogste tijd is dat de Nederlandse regering krachtig orde op bestuurlijke zaken stelt op het Bovenwindse eiland. De coalitie met notoire provocateur Clyde van Putten (Progressive Labour Party) als regisseur lijkt er meer behagen in te scheppen BZK-minister Ronald Plasterk in de gordijnen te jagen dan zijn zorgplicht jegens de eigen bevolking te vervullen. De bewindsman heeft al heel lang heel veel getolereerd, maar nu - op de valreep - lijkt zijn geduld op. Terecht, want er valt op Statia veel te doen om achterstanden op het gebied van sociaal-maatschappelijke voorzieningen, volkshuisvesting en infrastructuur aan te pakken. Dat lukt niet met de huidige coalitie. De leden daarvan hebben het de Nederlandse regering makkelijk gemaakt om ze onder curatele te plaatsen. Waar ze bij hun installatie als Eilandraadslid en gedeputeerde de eed hebben afgelegd wetten na te leven, hebben zij in woord en daad duidelijk gemaakt geen boodschap te hebben aan regelgeving die niet met hun eigen (veelal persoonlijke) belang strookt. Een sterker bewijs van onbehoorlijk bestuur is er niet te bedenken. De Wet openbare lichamen BES biedt Plasterk voldoende handvatten om het rebellerende BC aan de kant te schuiven. Hij kan daarbij op de volle steun van de Tweede Kamer rekenen. De voor de hand liggende ingreep is een ‘bewindvoerder’ met staf in Oranjestad te stationeren. De voorkeur zal uitgaan naar een bestuurder met ruime ervaring op lokaal niveau, zoals een oud-burgemeester die al eens een gemeente uit een crisis heeft geholpen. In een brief aan het BC waarin de minister maant dat het zich aan de wet dient te houden, zit ook nog een boodschap verpakt voor (politieke) groeperingen op de andere eilanden die willen sleutelen aan de huidige staatkundige verhoudingen: het is of openbaar lichaam, of autonoom land binnen het Koninkrijk, of volledige onafhankelijkheid en anders niet. Aan discussies over vrije associaties, federaties en gemenebesten zal de regering in Den Haag haar tijd niet verdoen. En dat is maar goed ook want (staatkundige) structuren vullen geen magen, geen lekkende daken en ook niet de gaten in de wegen. Op die en andere achtergebleven terreinen kan nu ook al voldoende verbetering worden bewerkstelligd als de (ei)landen stabieler worden bestuurd, hun ambtelijke uitvoeringsorganisatie versterken en Nederland een nieuwe regering krijgt die afscheid neemt van het harteloos hardvochtige beleid van het kabinet-Rutte II.

ADCommentaar 800