Analyse

In één week op de voorpagina van deze krant: ‘Koeiman moet nu weg’, een paar dagen later gevolgd met: ‘Koeiman moet blijven’. Beide keren was het de wens van de nieuwe meerderheid van de Staten, goed voor eerst 11 van de 21 zetels; met ook het overlopen van Gassan Dannawi (ex-MAN; nu ‘onafhankelijk’) momenteel zelfs 12 zetels. Beide keren is oud-premier (2010-2012) Gerrit Schotte van MFK de regisseur; hij en niemand anders deelt de lakens uit. In het parlement, buiten het parlement. En liever nog vandaag dan morgen ook in het kabinet; in Fòrti, dat Schotte eind september 2012 gedwongen moest verlaten.
Niet dat hij terug is van weggeweest, de MFK-leider was er al die tijd, maar hij heeft nu weer waar hij zo wanhopig naar op zoek was: de macht. Niet ‘omdat het volk op hem heeft gestemd’, zoals vele aanhangers van de gedachte ‘Elk volk krijgt de regering die het verdient’ roepen. In wezen kreeg MFK bij de laatste verkiezingen ‘slechts’ 4 zetels. De overige 8 (met Dannawi meegerekend) zijn los van MFK gekozen volksvertegenwoordigers die er kennelijk geen enkele moeite mee hebben een handje te helpen Schotte weer aan de touwtjes te laten trekken. Ondanks álle feiten die al over de MFK-politicus zijn gepubliceerd, ondanks alles wat hij op zijn geweten heeft, ondanks alle ‘foute’ vrienden waaronder partijfinanciers die of al zijn veroordeeld (Robbie Dos Santos) of in het gevang zitten in afwachting op hun uitlevering (Francesco Corallo), ondanks de verdenkingen tegen zijn partijgenoot/voormalig minister van Financiën (George Jamaloodin) in verband met de moord op Helmin Wiels, en ondanks zijn éigen veroordeling.
Het vormt allemaal géén belemmering en geen gewetensvraagstuk voor zijn factiegenoten van MFK: Jacinta Constancia, Gilmar ‘Pik’ Pisas (tegenwoordig Statenvoorzitter) en Charetti Eduarda-Francisca. Maar evenmin voor de KdNT-leden Amparo Dos Santos, Norberto Ribeiro en Meindert ‘Menki’ Rojer. Ook niet voor de twee overlopers van PS, Melvin ‘Mac’ Cijntje en Sherwin Leonora (de in 2013 vermoorde Soberano-leider Wiels zal zich in z’n graf omkeren). Dat geldt evenzo voor Marilyn Moses van MP, voorheen hoog op de lijst van de ‘shouru proof’ (schooiervrije) partij PAIS. En niet te vergeten precies zo voor Eduard Braam, ex-PAR en nadat hij zijn ‘ding’ niet kreeg onafhankelijk Statenlid (lees: volgeling van Schotte).
Het punt is dat kiezers die bewust niet op MFK hebben gestemd en vaak zelfs strategisch wel op anti-Schotte partijen, waaronder tot voor kort PS, hun stemmen en zetels letterlijk hebben zien overlopen naar het Schotte-kamp. ,,Omkoping”, beschuldigt Omayra Leeflang van Un Kòrsou Hustu de overlopers. ,,Er is mij ook gevraagd wat ik wilde hebben,” zegt ze tegenover media. Er zijn méér Statenleden die dit openlijk durven toegeven, zoals Stephen Walroud (PAR) en anderen die er liever nog niet openlijk een verklaring over willen afleggen, zoals de jongste parlementariër Yaël Plet (MAN). Concrete aanwijzingen, laat staan bewijzen ontbreken echter. Hoewel de frequentie waarmee het wordt beweerd en ook gezien de drogreden die wordt opgegeven (Cijntje en Leonora van PS met het weinig overtuigende verhaal over ‘smart zoning’) of gewoon een non-reden (Dannawi, die zonder motivering uit zijn partij stapt), het ergste doen vermoeden.
Dat is niet alleen schandalig en angstaanjagend, het is - indien juist - ook strafbaar (waar blijft het Openbaar Ministerie!?) maar vooral ondermijning van Curaçao als rechtstaat. Want welke garantie bieden eigenlijk de nieuwe verkiezingen op 28 april? Nieuwe kansen, nieuwe poppetjes in de Staten - deels zal het om dezelfde poppetjes gaan, hoewel een aantal keihard afgestraft zal worden - maar zullen hun handelingen en de ethiek ook nieuw zijn? Is een stem op partij A ook daadwerkelijk eentje voor A en blijft die ook gedurende vier jaar behouden voor A, of loopt een parlementariër met stemmen en zetel weg? En gebeurt dit net zo vaak totdat het kamp Schotte voldoende heeft om de macht weer naar zich toe te trekken?
Het kiesstelsel wijzigen in de korte tijd die rest tot 28 april is onmogelijk. Maar partijen kunnen bij de samenstelling van hun lijsten wel vooraf veel nauwkeuriger nagaan en ‘screenen’ wat voor vlees zij in de kuip hebben. Veel meer dan dit kunnen zij echter niet doen. Het gaat uiteindelijk om loyaliteit, moraliteit en ethiek, en de kwaliteit van de individuele kandidaten. Aan dat laatste schort het steeds meer. De kwaliteit van de personen die zich verkiesbaar willen stellen, holt achteruit. Steeds minder professionals willen de politiek in. Hoger opgeleiden en/of succesvolle ondernemers zijn een zeldzaamheid op de lijsten. Liever houdt deze categorie grote afstand van de weinig eervolle politieke arena. En des te meer wordt dit het speelterrein van daartoe niet of vaak zelfs helemaal niet gekwalificeerde personen. Sterker, voor sommige mensen is politiek bij uitstek dé manier om carrière te maken, waar ze gezien hun niveau en verleden overal elders totaal niet toe in staat zouden zijn. Dit probleem doet zich overigens ook voor bij het bemannen van toezichthoudende organen, als Raden van Commissarissen van overheids-nv’s en -stichtingen. De goeden lopen weg en wat er overblijft schiet qua capaciteiten vaak te kort.
Het zal duidelijk zijn dat deze vicieuze cirkel alleen maar wordt versterkt naarmate het politieke bedrijf een groter rommeltje wordt, waarbij een door het onafhankelijke gerecht strafbaar bevonden politicus als Schotte het geheel voor het zeggen heeft. Om het tij te keren, om Curaçao weer aantrekkelijk te maken en in het binnen- en buitenland een goede naam te geven door op fatsoenlijke wijze te worden geregeerd, is het dus zaak dat er weer capabele en degelijke nieuwe leiders opstaan die daarmee de bevolking perspectief en een alternatieve keuze bieden. Geen nieuwe partijen, niet nog meer versplintering, maar binnen de bestaande politieke zuilen.
Tegelijkertijd ligt ‘de macht’ in een goed georganiseerd land niet bij enkele politici met een grote mond die zelf toch niets meer te verliezen hebben, maar zijn er ook nog altijd krachtige vakbonden en de werkgeversorganisaties - die de overheid moeten kunnen dwingen tot tripartiete besluitvorming - en de ambtenarij met de cruciale raadgevende, uitvoerende en controlerende instituten, die zich niet de les laten lezen door een individuele politieke bestuurder. Zelfs niet door een partij of een meerderheid in het parlement. Ja, in een democratie beslist de meerderheid (in het parlement), maar hebben alle andere instanties waaronder zeker de hoge colleges een eigen zelfstandige rol. Zij zorgen voor de noodzakelijke balans en herstel van de balans als de politiek het te gek maakt. Zoals door in één en dezelfde week te bepalen dat eerst ‘Koeiman weg moet’ en hem tussendoor te beledigen met ,,Un bon mucha hòmber, pero un mal gobernante” (En goeie jongen hoor, maar een slecht bestuurder) zoals Schotte openlijk deed, en vervolgens te bepalen dat ‘Koeiman moet blijven’ omdat dit de MFK-voorman in zijn snode plannen toch beter uitkomt. Niet iedereen is een marionet van Schotte.