De beelden en geluidsfragmenten die inmiddels de ronde doen, tonen aan wat voor een wanvertoning zich dinsdag heeft voorgedaan in de Staten: het huis van de democratie. Het was vooraf al te verwachten dat de oppositie, in dit geval met name Gerrit Schotte van MFK en Amparo dos Santos van KdNT, er alles aan zouden doen om de goedkeuring van de geloofsbrieven van de zeven nieuwe leden van de coalitiepartijen te verstoren. En zo geschiedde. Het liep al binnen de kortste keren nadat de vergadering was geopend uit op een ordinaire scheldkanonnade richting Statenvoorzitter Humphrey Davelaar (PNP). Opnieuw waren het Schotte en Dos Santos die lieten zien niet terug te schrikken voor het bezigen van intimiderende, beledigende en zelfs opruiende taal richting de voorman van de volksvertegenwoordiging. En dit niet op straat of bij de snèk, maar in de officiële vergaderzaal. Staand, luidkeels en wild zwaaiend met de armen. Totdat ‘de sterke arm’, de politie, eraan te pas moest komen.
Vooral Schotte verschuilt zich formeel achter allerlei wetsteksten en procedureregels, maar het is al dagenlang duidelijk wat zijn intentie is: de MFK-leider wenst de installatie van de zeven rechtmatig gekozen leden te dwarsbomen en daarmee het bestuur van de rechtsstaat onmogelijk maken. Zelfs als er al fouten zouden zijn gemaakt met de volgorde waarin na de verkiezingen Statenleden die minister werden hun Statenlidmaatschap opgaven zodat nieuwe personen konden worden geïnstalleerd, dan nog is het volstrekt onacceptabel dat Schotte en de zijnen de beëdiging van door de bevolking gekozen parlementariërs trachten te blokkeren. Daarom kan deze actie niet anders dan als een regelrechte aanslag op het parlement en op de Curaçaose democratie worden beschouwd. Een minderheid die op ordinaire wijze tracht de macht te grijpen. Dit probeert Schotte al vanaf dag één na de verkiezingen, toen duidelijk werd dat niet zijn MFK maar MAN als grootste partij uit de bus was gekomen en bovendien een meerderheid niet met hem wil regeren. Zijn almaar wanhopiger wordende pogingen om alsnog op een of andere manier regeringsmacht te veroveren zijn dusdanig opvallend intensief en obsessief dat hij de verdenking op zich laadt dat het voor hem nu erop of eronder is. Dat is zeer bedenkelijk voor een politicus en doet het ergste vrezen.