De Centrale Bank van Aruba (CBA) signaleert een opmerkelijke sociaaleconomische ontwikkeling en legt daarmee de vinger op een zere plek. Terwijl het Arubaanse toerisme bloeit - met ruim 9 procent groei in 2014 - lijken de gewone man en het bedrijfsleven daar op het moment niet van mee te profiteren; zo wijzen de gelijktijdige krimp van de particuliere bestedingen en de afgezwakte investeringen aan. Anders gezegd: ondanks de groei van het toerisme, de veruit belangrijkste economische sector, merken veel burgers en bedrijven daar onvoldoende van. De CBA zelf spreekt terecht van ‘tegenstrijdige signalen’. Het toerisme van Aruba stijgt, maar de consumptie en de import dalen. Dit roept de vraag op hoe de particuliere bestedingen en de importen zouden zijn geweest zónder zo’n aanzienlijke groei van het toerisme. Overigens, terwijl het aantal verblijfstoeristen met circa 9 procent is gestegen, namen de inkomsten uit het toerisme met ‘slechts’ iets meer dan de helft daarvan - 4,9 procent - toe. Meer toeristen leidt (dus) niet meteen tot evenredig meer verdiensten. Maar bovenal laat de jongste analyse van de CBA zien dat een bruisende toeristische industrie niet automatisch betekent dat de bevolking hiervan profiteert. De omzetbelasting (bbo), een graadmeter van de economische activiteiten, is toegenomen mede dankzij de toeristische bestedingen. De overige bestedingen van eilandbewoners, de investeringen en vooral de import - ook een duidelijke indicator voor economen - vertonen een afname. Zo zijn de inkomsten uit invoerrechten in de eerste acht maanden van 2014 bijna 7 procent minder en daalde het aantal geïmporteerde containers met 6 procent. De bouwsector voerde liefst 25 procent minder cement in, maar ook aan machinerieën en elektrotechnisch materieel werd substantieel minder uit het buitenland gehaald. Het is een belangrijke trend die de CBA ziet. Er moet nog meer studie door bijvoorbeeld de Sociaal Economische Raad naar worden gedaan, alvorens conclusies te trekken. Het is economisch van belang, maar wellicht ook sociaal en maatschappelijk. Het lijkt aan te geven dat er een verschil is tussen de ontwikkeling van het toerisme (zeer gunstig) en hoe het de rest van Aruba vergaat (minder gunstig). Dit laatste blijkt ook uit de jongste business perception index (bpi), die een daling vertoont. Aruba mag dan terecht te boek staan als een succesverhaal wat betreft het toerisme en daarbij een voorbeeld zijn voor andere (ei)landen, de geconstateerde kloof mag natuurlijk niet te groot worden.