Van een onzer verslaggevers
Oranjestad - Op Aruba was het vrijdagavond feest toen de regeringsdelegatie terugkeerde uit Caracas met een getekende overeenkomst met Citgo Petroleum. Citgo is een dochter van het Venezolaanse staatsbedrijf PdVSA en daarom tekende president Nicolás Maduro het document samen met premier Mike Eman.
Feest in San Nicolas, de ‘oliestad’ van Aruba die zo zwaar te lijden had onder de sluiting van de raffinaderij. De regering verzekert de ontslagen - en ook de vertrokken - werknemers van de voormalige Valero-raffinaderij dat zij weer aan het werk kunnen. De komende jaren moeten de installaties geschikt worden gemaakt voor het upgraden van zware Venezolaanse olie en het gebruik van gas als brandstof.
Toch is er ook kritiek. Het Venezolaanse parlementslid Elías Matta zei zondag in de krant <I>Diario de Caracas<I> dat de deal illegaal is. De Nationale Assemblée is niet geïnformeerd over de overeenkomst, zegt hij. ,,Wij kennen de staat waarin de raffinaderij verkeert niet, die al sinds 2012 stil ligt. Venezuela zegt de raffinaderij te gebruiken voor het upgraden van de olie waardoor de opbrengst per vat hoger wordt.”
De investering daarvoor van 500 tot 600 miljoen dollar zou volgens Matta beter in eigen land kunnen worden geïnvesteerd. Dat is volgens hem goed mogelijk. ,,Wij begrijpen niet waarom president Maduro dit achter de rug van het parlement om doet, terwijl de grondwet zegt dat alle contracten van nationaal belang met het buitenland door de Assemblée moeten worden goedgekeurd.” Matta stelt dat de overeenkomst niet rechtsgeldig is zolang het parlement niet is ingelicht.
Het parlementslid zal bij de volgende vergadering van de parlementscommissie voor Energie het onderwerp aansnijden en een onderzoek eisen naar de overeenkomst met Aruba.