Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Door de recente beslaglegging van ConocoPhillips op de tegoeden en activa van PdVSA, wordt er door de Isla-raffinaderij geen brandstof meer aan Curoil geleverd. Hierdoor is het noodplan - dat sinds 2014 door de regering, en later door de Taskforce Energie, is ingesteld voor het geval dat de brandstofvoorziening in gevaar komt - geactiveerd.

persconferentie regering sustDat heeft premier Eugene Rhuggenaath (PAR) gisteren tijdens een spoedpersconferentie bekendgemaakt. Dankzij de drijvende opslag van de Red Majestic is de levering van benzine, diesel, gas, jet fuel en brandstof voor de lokale markt gegarandeerd en wordt Aqualectra ook van brandstof voorzien voor de productie van stroom en water.

Ondanks de geruststellende woorden van de minister-president dat er geen acute problemen zijn met de levering van brandstof, is de prangende vraag of het voortbestaan van de raffinaderij als gevolg van de recente ontwikkelingen aan een zijden draad hangt, onbeantwoord gebleven. Op vragen over de levensvatbaarheid van de raffinaderij onder de huidige kritieke omstandigheden, verklaarde Rhuggenaath dat hij gisterochtend met de directie van Isla heeft vergaderd en dat partijen hebben afgesproken de productie van de raffinaderij te verhogen. ,,Het plan is dat de raffinaderij per 1 juni weer ‘up and running’ is”, aldus de premier.

Naast Rhuggenaath namen ook minister Steven Martina (MAN) van Economische Ontwikkeling, Lesley Fer (directeur Taskforce Energie en Risicobeheersing), Yamil Lasten (directeur Curoil), Roderick van Kwartel (directeur Refineria di Kòrsou) en minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën aan de persconferentie deel. Van Kwartel liet desgevraagd weten dat er géén indicaties zijn dat PdVSA niet langer haar verplichtingen op Curaçao kan nakomen: ,,De situatie wordt nauwlettend gevolgd, maar op dit moment kan men niet zeggen dat PdVSA bijna op instorten staat.”

Desondanks wordt door de regering rekening gehouden met alle mogelijke rampscenario’s als gevolg van de beslaglegging en wordt tegelijkertijd rekening gehouden met het bestaande leasecontract met PdVSA dat eind 2019 afloopt, zo meldde Rhuggenaath. ,,Wat dat betreft is de regering voorstander van een gezamenlijke aanpak met de Isla. Het scenario van een derde partij die de raffinaderij op korte termijn zou moeten exploiteren, in het geval PdVSA dat niet langer kan, heeft niet de voorkeur van de regering”, aldus de premier, die gisteren bevestigde dat er op dit moment gesprekken gaande zijn met British Petroleum (BP), waarmee in het verleden een MoU is getekend.

Andere namen van potentiële gegadigden voor de modernisering van de raffinaderij werden gisteren niet onthuld. ,,Het kabinet hecht eraan, met de ervaringen uit het verleden, om niet te vroeg namen te noemen en daarmee valse verwachtingen bij de bevolking te wekken.”

Van Kwartel bevestigde gisteren dat in het huidige leasecontract met PdVSA een clausule is opgenomen die de mogelijkheid biedt om eventueel een andere partij dan het Venezolaanse staatsoliebedrijf de raffinaderij in een noodsituatie te laten exploiteren. Maar voordat het zover is, zou de regering dan wel meteen over een andere partner moeten beschikken om de exploitatie over te nemen. Curaçao kan daar zelf niet voor opdraaien, aldus Van Kwartel. Rhuggenaath bevestigde dat Curaçao dan wel de knowhow heeft om de raffinaderij te runnen maar beslist niet over de middelen beschikt voor de exploitatie.

Het feit dat Curoil nu brandstof uit het buitenland haalt, kan mogelijk tot een verhoging van de tarieven leiden, dat verklaarde directeur Yamil Lasten gisteren. ,,Maar het zal niet om astronomische bedragen gaan, zoals de berichten die eerder in de media opdoken”, aldus Lasten.
De persconferentie is gehouden omdat het kabinet de afgelopen week veel vragen heeft gekregen van ongeruste burgers die hun zorgen uitten over de voorraad benzine. Afgezien van de geruststellende woorden aan de bevolking, verklaarde premier Rhuggenaath dat de regering via diplomatieke kanalen in contact met PdVSA probeert te komen en dat er ook contact is geweest met de lokale raadslieden van ConocoPhillips, waarbij de sociaaleconomische impact van de beslaglegging aan hen duidelijk is gemaakt.