Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De invoering van een Diergeneeskunderegister is voorwaarde voor uitvoering van plannen voor intensieve veehouderij op Curaçao, aldus inspecteur-generaal Jan Huurman van de Inspectie voor de Volksgezondheid.

farming,,Zonder wettelijke definiëring van het beroep dierenarts is controle en toezicht niet mogelijk.”
De inspecteur-generaal heeft direct na het bekend worden van de plannen voor een Concentrated Animal Feeding Operation (Cafo) bij Dam Pretu, op Bándariba, een brief aan minister van Gezondheid, Milieu en Natuur Suzy Camelia-Römer (PIN) gestuurd waarin hij zijn zorgen uit over ‘de komst van een offshore farm op Curaçao’. ,,Eerst had Curaçao offshore banking, nu dreigt er gebruik te gaan worden gemaakt van lacunes in de wet om intensieve veehouderij te realiseren, als offshore farming.”
In zijn brief heeft Huurman de minister gewezen op de noodzaak van aanpassing van de milieuwetgeving, voor verantwoorde verwerking van mest, afvalwater en maatregelen tegen fijnstof en uitstoot van stikstof en methaangas. En hij heeft gewezen op het belang van een Diergeneeskunderegister, vergelijkbaar met het BIG-register voor medisch specialisten en verpleegkundigen. Met registratie in het Diergeneeskunderegister kunnen dierenartsen en paraveterinairen hun bevoegdheid aantonen.
,,Op Curaçao kan iedereen zich dierenarts noemen”, zegt Huurman, die aangeeft dat de lacune in de wet ongeregeldheden in de hand werkt. ,,Als niet gedefinieerd is wat een dierenarts is, als er geen voorschriften zijn voor wat hij moet weten, kunnen en hoe hij moet handelen, dan is controle niet mogelijk. Op Curaçao is er geen sprake van toezicht. En dat betekent dat er van alles kan gebeuren.”
Een Cafo houdt volgens de inspecteur-generaal het risico in van een uitbraak van een zoönose, een ziekte die overdraagbaar is van dieren op mensen. ,,Intensieve veehouderij is niet mogelijk zonder gebruik van antibiotica. Als je dieren op een kluitje zet, onder stressvolle omstandigheden, worden ze ziek en ontkom je niet aan het gebruik van geneesmiddelen. Dit houdt het risico in van de ontwikkeling van antibioticaresistente bacteriën en die leveren gevaar op voor mensen. Bij runderen gaat het in de eerste plaats om methicilline resistente staphylococcus aureus (MRSA).”
Desgevraagd verklaart het hoofd van de Veterinaire Dienst, Arnold Dwarkasing, die belast is met het toezicht op de import van vleesproducten en levende dieren, dat er op Curaçao niet op MRSA gecontroleerd wordt. Het feit dat er in Colombia, waar de runderen voor Curaçao zullen worden geselecteerd, een uitbraak is van een gemuteerde stam van MRSA uit de Verenigde Staten, door onderzoekers MRSA COL 923 genoemd, die infecties bij mensen veroorzaakt, is volgens het hoofd Veterinaire Dienst geen reden om geïmporteerde dieren op MRSA te testen. ,,MRSA speelt geen rol bij de import en export”, aldus Dwarkasing.
Inspecteur-generaal Huurman reageert door te zeggen: ,,Dat doet de wenkbrauwen fronsen. Zoals ik al aangaf: er is op Curacao geen toezicht. Zelfs in een land als Nederland waar deze zaken behoorlijk goed geregeld zijn, kan het fout lopen, zoals is gebeurd bij de uitbraak van de Q-koorts. Dat geeft wel aan hoe belangrijk controle en toezicht zijn”, zegt Huurman. ,,Om dit te kunnen realiseren, moeten we ermee beginnen een wet op de uitoefening van diergeneeskunde te ontwikkelen, met daarbij de introductie van het Diergeneeskunderegister.”