Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Mensen met een lage socio-economische status op Curaçao moeten op het gebied van gezondheid extra aandacht krijgen en er moet meer overheidsbeleid op deze groep gericht zijn.

armen
Dat is een van de aanbevelingen van het Volksgezondheidsinstituut Curaçao (VIC), dat zojuist de resultaten van de Nationale Gezondheidsenquête Curaçao 2017 (NGE 2017) heeft gepubliceerd. ,,Mensen die moeite hebben om rond te komen van hun huishoudinkomen, hebben een minder goede gezondheid, een ongezondere leefstijl en ervaren vaker belemmeringen bij het verkrijgen van zorg”, aldus het rapport.
Over het algemeen scoort Curaçao goed waar het gaat om gezondheid, maar er worden dus ook risicogroepen gesignaleerd; naast mensen met een laag inkomen, ook vrouwen en ouderen. ,,Vrouwen zijn namelijk vaker ziek of beperkt dan mannen, de gezondheid is slechter naarmate de leeftijd hoger is”, aldus het rapport. Als 2017 vergeleken wordt met 2013 (het voorgaande onderzoek), dan ervaren nu meer Curaçaoënaars hun eigen gezondheid als (heel) slecht (5 procent nu en 2 procent in 2013).
Uit het onderzoek blijkt dat mensen uit de lagere sociale klassen minder makkelijk de zorgvoorzieningen kunnen bereiken, terwijl de behoefte groter is. Problemen met afstand en vervoer spelen daarbij een rol. Het VIC verder: ,,Mensen die grote moeite hebben om rond te komen, zeggen vaker financiële barrières te hebben ervaren voor het verkrijgen van tandzorg, medicijnen, medische zorg en geestelijke gezondheidszorg. Vooral voor tandzorg is dit percentage hoog: een kwart (28 procent) zegt in de twaalf maanden voor het interview hieraan behoefte te hebben gehad, maar dat ze hier niet voor konden betalen. Voor mensen die geen enkele moeite hebben om rond te komen is dit percentage 6 procent.”
Mensen met een laag inkomen ervaren veel vaker hun gezondheid als (heel) slecht, te weten 17 procent versus 3 procent van de meer welgestelde mensen. Zij blijken ook vaker (chronische) ziekten of aandoeningen te hebben (36 procent versus 23 procent), lichamelijk beperkt te zijn (20 procent versus 7 procent) en depressieklachten te hebben (10 procent versus 1 procent).
De leefstijl van mensen met een lage socio-economische status is ook minder gunstig. Zij zijn vaker inactief (23 procent versus 19 procent), doen minder vaak aan sport (14 procent versus 35 procent), voldoen minder vaak aan de fruit- (11 procent versus 19 procent) en groentenorm (8 procent versus 17 procent), gebruiken vaker tabak (21 procent versus 12 procent) en soft- (6 procent versus 2 procent) en harddrugs (4 procent versus 0,3 procent).
,,Curaçaoënaars die met grote moeite rond komen, kunnen ook minder vaak rekenen op sociale steun in hun omgeving: zij geven vaker aan op niemand te kunnen rekenen bij (ernstige) persoonlijke problemen (11 procent versus 5 procent) en dat het moeilijk is om praktische hulp van hun buren te krijgen (33 procent versus 13 procent). Zij hebben ook vaker last van de meeste vormen van overlast in de woonomgeving, zoals van knaagdieren, vuil/afval, geluidsoverlast, criminaliteit, luchtvervuiling en stank van het industriegebied Schottegat (Isla) en andere industriële bronnen”, aldus de rapportage.