Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De regering moet de reputatieschade voor Curaçao beperken, nu Emsley Tromp, de voormalige directeur van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten door de rechter is vrijgesproken.

reputatieschadeDat stelt advocaat Sheldry Osepa, voormalig Gevolmachtigde minister.
,,In deze zaak waren de ogen van de hele wereld op Curaçao gericht. Dat kwam doordat er een directeur van de Centrale Bank in opspraak was geraakt. Als Tromp dan in zo’n zaak wordt vrijgesproken, dan vraag je je af op grond waarvan het Openbaar Ministerie deze zaak in de eerste plaats is begonnen. Wat dat betreft is de reputatieschade voor het land groter dan de schade die Tromp heeft ondervonden”, aldus Osepa.
,,Je kunt je afvragen waarom het OM tot vervolging is overgegaan terwijl zij het bewijs in deze zaak niet rond hadden. Het is opvallend dat de rechter in zijn vonnis als het ware op dezelfde lijn zat als de verdediging van Tromp.”
Het vonnis toont volgens Osepa ook nog iets anders aan. ,,In dezen is de onkunde van het OM aangetoond. De vraag is wie daarvoor straks moet opdraaien. Wie krijgt straks de rekening gepresenteerd als Tromp schadevergoeding eist? Vergeet niet dat in het verleden door Ramonsito Booi en Burney El Hage in de zaak Spelonk, er zo’n 4 ton aan schadevergoeding is geëist. Je kunt ervan uitgaan dat het bedrag bij Tromp veel hoger zal liggen.”
Het afgelopen weekend liet Osepa zich op Facebook al kritisch uit over het vonnis. ,,Iedereen keek toe hoe de goede naam van Curaçao door het slijk werd gehaald. Iemand moet daarvoor verantwoordelijk worden gesteld.” De advocaat schreef ook dat de Staten vragen aan de verantwoordelijke minister moet stellen. Zo wil Osepa weten waarom het OM overging tot vervolging terwijl men wist dat er geen bewijzen waren om tot een veroordeling te komen. ,,Was het OM op de hoogte van het rapport van 5 experts die waarschuwden dat het OM de zaak zou verliezen? Wie heeft de beslissing genomen om Tromp te vervolgen terwijl de bewijsvoering zwak was en waarom is er niet vooraf naar deugdelijk bewijs gezocht?”
De advocaat vraagt zich af hoeveel miljoenen het onderzoek in deze zaak heeft gekost. De vraag is ook of er een waarschuwingsbrief naar de officier van justitie is gegaan met de mededeling dat het zo niet verder kan. Naar aanleiding van de imagoschade voor het land wil Osepa weten wat er in de toekomst gedaan kan worden om te voorkomen dat Curaçao weer op een schaamteloze manier gezichtsverlies lijdt.