Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De vraag of de zeven Statenleden - waaronder overigens drie van de huidige nieuwe meerderheid - op 4 januari van dit jaar wel of niet legaal benoemd zijn in de Staten blijft onbeantwoord door de commissie die onderzoek deed naar het politieoptreden in die vergadering.

davelaar
De commissie boog zich ook over de gebeurtenissen die aanleiding waren tot het politieoptreden en heeft de vraag onderzocht of er een quorum was in de Staten of niet. Die vraag is lastig te beantwoorden, terwijl juist die heeft geleid tot de ongeregeldheden, zo stelt de commissie, bestaande uit Fred Wiel, Frank Stüger en Gerold Daantje. Enerzijds wordt in het Reglement van Orde van de Staten voorgeschreven dat er tijdens het onderzoek van de geloofsbrieven een quorum aanwezig moet zijn, dus een meerderheid van het aantal Statenleden. Maar voor het bepalen van de aanwezigheid van een quorum moet een hoofdelijke oproeping gedaan worden en dit is niet gebeurd.
De commissie concludeert dan ook dat door het niet aankondigen van een hoofdelijke oproeping het niet meer duidelijk is of het de Staten waren die de geloofsbrieven hebben afgehandeld en daarbij tot toelating van de nieuwe Statenleden hebben beslist. Daarbij tekent de commissie aan dat gebleken is ‘dat het de gewoonte is dat de Statenvergadering niet beraadslaagt en niet een beslissing neemt’ over de toelating van de Statenleden.
Dat laatste wordt wel vermeld in de brief die de toenmalige Statenvoorzitter, Humphrey Davelaar (PNP), aan de gouverneur heeft gestuurd omtrent de toelating van de nieuwe Statenleden. De commissie acht het, ‘gelet op de attitude van de toenmalige oppositie’, niet uitgesloten dat indien er een hoofdelijke oproeping zou zijn aangekondigd en gehouden om tot toelating van de nieuwe Statenleden te gaan beslissen, er vervolgens niemand van de oppositie in de Statenzaal zou zijn verschenen.
Er waren op het moment van de behandeling van de geloofsbrieven vijf Statenleden aanwezig, waaronder de voorzitter en de drie leden van de onderzoekscommissie. De commissie hierover: ,,Dat er slechts vijf Statenleden zich in de zaal bevonden wil echter nog niet zeggen dat er geen quorum aanwezig zou kunnen zijn - immers de aanwezigheid of afwezigheid van een quorum kan alleen door middel van een hoofdelijke oproeping worden vastgesteld of geconstateerd. Er zouden zich Statenleden elders in het Statengebouw kunnen bevinden, die, als er stemming of een hoofdelijke oproeping gehouden zou worden, zich zouden kunnen haasten naar hun zitplaats. De voorzitter heeft echter in de vergadering van 4 januari voor de behandeling van de geloofsbrieven niet tot het houden van een hoofdelijke oproeping besloten en er was toen ook niet door een ander Statenlid om een ‘roll call’ (hoofdelijke oproeping) gevraagd.” Toen er wel om een ‘roll call’ werd gevraagd, is dit niet gehonoreerd. Dit is volgens de commissie de aanleiding geweest voor het ontstaan van de ongeregeldheden.
De benoemde leden waren Melvin Cijntje (PS), Gassan Dannawi (MAN), Sherwin Leonora (PS), Curtley Obispo (PAR), Yaël Plet (MAN), Henry Reinilla (PNP) en Stephen Walroud (PAR). Drie van deze leden - namelijk Dannawi, Leonora en Cijntje - liepen daarna over naar de huidige coalitie, het ‘Blok van 12’.