Van een onzer verslaggevers

Willemstad - De Inspectie van de Gezondheidszorg gaat inventariseren in welke mate artsen, tandartsen, verloskundigen en apothekers op Curaçao voldoen aan de minimum vereisten om hun beroep naar behoren uit te oefenen.
bigDat liet demissionair minister Zita Jesus-Leito (PAR) van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) gisteren weten tijdens een persconferentie, waarbij ook sectordirecteur bij het ministerie van Gezondheid Joe Alcalá en inspecteur Gezondheidszorg Gersji Rodrigues Pereira aanwezig waren.
De toetsing onder de vier beroepsgroepen gebeurt in het kader van de Wet beroepen in de gezondheidszorg (BIG). Alhoewel de wet al in 2009 werd aangenomen voor de Nederlandse Antillen, is hij nog steeds niet geheel geïmplementeerd op Curaçao. Artsen, tandartsen, verloskundigen en apothekers zijn, anders dan andere zorgverleners in de gezondheidszorg, al wel gebonden aan wetgeving bij de uitoefening van hun beroep. Daarom wordt allereerst onder deze vier beroepsgroepen in de gezondheidszorg gekeken of zij voldoen aan de minimumvereisten.
Voor de vier beroepsgroepen, bestaan vier verschillende wetten. ,,Daardoor gelden voor het ene beroep ander eisen dan voor het andere”, zegt Alcalá. ,,Dat is niet goed. Via de Wet BIG komt er een uniforme regeling waar ook andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg onder zullen vallen, zoals diëtisten en logopedisten.” Naast de controle op kwaliteit komt er een BIG-register. Na vijf jaar volgt herregistratie mits voldaan is aan het vereiste aantal werkuren en de verplichte bij- en nascholing. Alcalá: ,,Omdat het om veel professionals gaat, voeren we het register stapsgewijs in en beginnen met de beroepen waarvoor al wetgeving bestaat.”
Nu nog wordt aan de hand van een lijst van universiteiten en opleidingen die het ministerie van GMN erkent, beslist of iemand uit een van de vier beroepsgroepen op het eiland mag werken. Een arts bijvoorbeeld dient een diploma te overleggen, dat na controle wordt gecertificeerd. De inspectie houdt toezicht op de kwaliteit.