Voormalig Justitieminister: Ik heb geen andere rechtsingang.
Van een onzer verslaggeefsters
Willemstad - Oud-minister van Justitie en voormalig parlementariër voor Pueblo Soberano Elmer Wilsoe blijft vooralsnog verdachte in de moordzaak van PS-leider Helmin Wiels. Dat heeft de rechter-commissaris (rc) gisteren besloten.

wilsoe
Raadsman Bertie Braam had namens cliënt Wilsoe een tweede verzoek ingediend bij het gerecht om de voormalige Justitieminister als verdachte in het onderzoek - dat de naam Maximus heeft - te elimineren. Een soortgelijk verzoek werd 3,5 maand geleden al afgewezen. Nu laat het gerecht middels een beschikking weten ook dit verzoek niet te honoreren.
De uitspraak is een grote teleurstelling voor Wilsoe, die had gehoopt met dit verzoek het Openbaar Ministerie te kunnen dwingen het onderzoek tegen hem per direct te beëindigen, dan wel aan het strafonderzoek een termijn te verbinden. Wilsoe geeft aan dat het onderzoek al jaren gaande is en sinds zijn eerste verhoor ook al ruim 2,5 jaar verstreken is, daarmee aangevend dat de zaak ‘te lang’ duurt. Ook zijn raadsman liet tijdens de behandeling van de zaak vorige week weten dat er geen nieuw bewijsmateriaal tegen Wilsoe is vergaard en dat de zaak al jaren status quo is. Gert Rip, de officier van justitie belast met het onderzoek in de moordzaak van Wiels, liet weten dat het een omvangrijke zaak betreft, dat Wilsoe nog steeds als verdachte geldt en dat het OM meer tijd nodig heeft voor de zaak.
In zijn beschikking zegt de rc ook: ,,Inmiddels is het onderzoek zo ver gevorderd dat de strafzaak tegen de vermoedelijke tussenpersoon (Burney Fonseca, red.) medio april 2017 inhoudelijk wordt behandeld. Gelet hierop en mede in aanmerking nemende het feit dat de aard en het gewicht van de moord de werkstrategie van het Openbaar Ministerie rechtvaardigen en het onderzoek zich daardoor niet laat afsplitsen per verdachte, acht de rechter-commissaris het tijdsverloop van 3,5 maand niet zodanig dat een belangenafweging, ondanks de zware last die door dit onderzoek op verzoeker drukt, thans in het voordeel van verzoeker dient uit te vallen.”
In een reactie tegenover deze krant laat Wilsoe weten het ‘oneerlijk’ te vinden dat een instituut zoals het Openbaar Ministerie (OM) zo veel macht heeft dat het een onderzoek zo lang kan rekken. Zijn raadsman liet tijdens de behandeling weten dat het er sterk op lijkt dat het OM volhardt in de verdachtmaking van Wilsoe, slechts om gezichtsverlies te vermijden. ,,De woordvoerder van het OM heeft immers een keer tegenover de media verklaard dat het erom gaat dat de familie van Wiels genoegdoening krijgt door de vervolging. Daar er wellicht onschuldigen met de haren bij worden gesleept, wordt op de koop toe genomen.” Wilsoe: ,,Er is dus geen sprake van recht, want ik heb geen andere rechtsingang. Ik sta met mijn rug tegen de muur en het Openbaar Ministerie doet en laat wat het wil. We spreken in een rechtsstaat dat iedereen gelijk is volgens de wet, maar dat geldt blijkbaar toch niet altijd.”