Van een onzer verslaggevers

Willemstad - ,,Een van de belangrijke lessen die de CBCS heeft getrokken uit de fouten die in het verleden door andere jurisdicties (lees: landen) zijn begaan, is dat het voor goed toezicht noodzakelijk is dat toezichthouders gezamenlijk optrekken.”

 

ATrompangezien de meeste van de onder het toezicht van de CBCS vallende banken een buitenlandse moeder hebben of gelieerd zijn aan buitenlandse instellingen, maakt de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) deel uit van verschillende ‘Supervisory Colleges’, die zijn opgericht om elkaar bij te staan op het gebied van toezicht.
Dat geldt ook voor het zogeheten ‘College van Koninkrijkstoezichthouders’, dat volgens de CBCS acht jaar geleden op initiatief van de Curaçaose Centrale Bank-president Emsley Tromp is opgezet ‘om daarmee het toezicht op koninkrijksniveau te verankeren’.
De meeste van de gestelde vragen deze dagen gaan over het uitvoerend toezicht van zowel DNB (De Nederlandsche Bank) als van de CBCS (Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten). Daarom meent de CBCS dat ‘het op zijn plaats is’ een nadere toelichting te geven op de wijze waarop de CBCS haar toezicht heeft ingericht.
,,Meer dan 70 procent van de bancaire markt op Curaçao en Sint Maarten wordt bediend door Canadese (of daaraan gelieerde) banken. Daarom heeft de CBCS veel overleg met en ontvangt zij bijstand van de toezichthouders van de moederinstellingen.”
Ook heeft de CBCS een samenwerking, geformaliseerd in een Memorandum of Understanding (MoU), met de Amerikaanse Federal Deposit Insurance Corporation (FDIC), die de Centrale Bank in Willemstad bijstaat met het toezicht op met name de niet aan buitenlandse instellingen gelieerde banken.
Daarnaast heeft de CBCS ook een MMoU (mutual MoU) met toezichthouders in de regio om elkaar bijstand te verlenen.
,,Gegeven de kleinschaligheid - dat geldt zowel voor de CBCS op Curaçao/Sint Maarten als voor de CBA van Aruba - en teneinde het toezicht binnen het Koninkrijk zo veel mogelijk op hetzelfde niveau te krijgen en te handhaven, zijn op voorstel van CBCS-president Tromp de drie toezichthouders van het Koninkrijk (CBCS, CBA en DNB) in 2008 gekomen tot de instelling van een College van Koninkrijkstoezichthouders.”
De CBCS in Willemstad vervolgt: ,,Dat een samenwerking van toezichthouders binnen het Koninkrijk geen overbodige luxe is, werd na de instelling ervan geïllustreerd door de kort daaropvolgende casussen van Nederlandse ‘probleeminstellingen’ - waaronder de grootbanken ABN Amro, Fortis en ING - die niet zonder risico waren voor de financiële stabiliteit binnen het Koninkrijk.”
Deze samenwerking is naderhand, in april 2011, in een MoU formeel vastgelegd. Dit MoU is toen ook door de Nederlandse Autoriteit Financiële Markten (AFM) getekend.
Het College kent een geïnstitutionaliseerde overlegstructuur waarbinnen op niveau van presidenten en op technisch niveau periodiek overleg plaatsvindt. Ook hier staat het overleg in het teken van het doel elkaar bij te staan teneinde het toezicht in elk der koninkrijkslanden conform de internationaal aanvaarde standaarden uit te oefenen.
,,,Vanzelfsprekend biedt het College de ruimte om elkaar deelgenoot te maken van zorgen die bij deelnemende toezichthouders bestaan.” Aldus de CBCS.
In het kader van zowel het beleidsmatig als het uitvoerend toezicht binnen het Koninkrijk vindt er regelmatig overleg, onderlinge communicatie en besluitvorming plaats tussen de aan het College van Koninkrijkstoezichthouders participerende toezichthouders.
Het DNB-rapport van juni 2015 waaraan de Nederlandse krant Het Financieele Dagblad de afgelopen dagen refereert, is volgens de CBCS ‘slechts één uiting en bovendien betreft dat de situatie van één bepaald moment’.
,,Indien het erom gaat een juist en volledig beeld te schetsen van de situatie aangaande de onder toezicht staande instellingen én de wijze waarop daar door de betreffende toezichthouders mee wordt omgegaan - de CBCS zou graag willen aannemen dat dát het doel was van het FD - zou het volstrekt ontoereikend en onjuist zijn om daarbij te focussen op één enkel document, in een context waarin de communicatie tussen betrokken toezichthouders breder en diepgaander is dan één enkel rapport.”
Bovenstaande informatie is eerder ook aan de redactie van het FD verstrekt.


Week toppers

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.