Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Uit onderzoek uitgevoerd door Carl Camelia en Mark Hawkins naar het functioneren van agenten van het Korps Politie Curaçao (KPC), blijkt dat het imago dat het korps heeft in de samenleving niet erg positief is.

politie
Omdat het onderzoek gericht was op het verbeteren van de kwaliteit en het programma binnen het politie-onderwijs, is de algemene conclusie dan ook dat de training en begeleiding van politieagenten niet voldoende is om een hoge kwaliteit dienstverlening te verzorgen aan de samenleving. Dit is overigens, zo staat in het rapport, ook wat het Opleidingsinstituut Rechtshandhaving en Veiligheidszorg (ORV, de voormalige politieschool), zelf erkent.
Opvallend is de conclusie die getrokken wordt naar aanleiding van de interviews met politiestaf en -directie en het OM: ,,Vanuit zowel het OM als de KPC-managers is aangegeven dat het ontbreekt aan wetskennis, communicatieve vaardigheden en bekwaamheid om te bemiddelen bij burgers. Over het algemeen hebben agenten een arrogante houding en mist er een servicementaliteit, is er lage motivatie om te ‘dienen en te beschermen’ (naar de leuze ‘sirbi i protehá’) en is er een gebrek aan empathie voor mensen”, zo staat in de samenvatting van het rapport.
Het tweetal deed vier typen onderzoeken naar de vraag over wat de samenleving van de politie verwacht om zo het onderwijsaanbod daar beter op af te stemmen. Er werden discussies gevoerd bij 31 wijkorganisaties, er is gesproken met leden van het Openbaar Ministerie (OM) als afnemers van politieproducten, met stafleden en directie van het KPC en er is een representatief bevolkingsonderzoek uitgevoerd waarbij 752 personen in 82 wijken zijn ondervraagd.
Uit het volledige onderzoek komt geen positief beeld over de politie naar voren. Toch worden er ook positieve punten genoemd. ,,Het meest positief zijn de respondenten nog over de communicatieve vaardigheden, het luisteren en begrijpen van wat er gezegd wordt en het schrijven van rapporten. Ook de kennis over de verschillende wijken wordt als redelijk positief (fairly well) ervaren, alhoewel uit het bevolkingsonderzoek ook de klacht naar voren komt dat agenten de wijk maar weinig bezoeken. Verder vinden de meeste respondenten dat de politie de bevolking goed begrijpt. Ook op de punten ‘gecoördineerd samenwerken’ en het ‘laten zien van leiderschap’ geven de respondenten als antwoord ‘redelijk goed’ (fairly well) en ‘goed’ (well)”, aldus het rapport. Vervolgd wordt: ,,Driekwart van de respondenten vindt dat de politie het ‘redelijk goed’ doet op aspecten als bescherming van de samenleving, motivatie voor het politiewerk, actie nemen tegen criminaliteit, beloftes nakomen en zich eerlijk gedragen.” Echter: ,,Een grote veroordeling wordt uitgesproken op de vraag in hoeverre de politie corrupt is. Het grootste percentage (57,3 procent) zegt dat ‘enkelen’ corrupt zijn en 22 procent zegt dat het grootste deel (meer dan 50 procent van het korps) corrupt is.”
De respondenten zijn ook niet te spreken over het oplossingsvermogen van de politie. In het onderzoek geven vier op de vijf respondenten aan een of meerdere keren slachtoffer te zijn geweest van criminaliteit. ,,De respondenten vinden dat weinig opgelost wordt. Van de slachtoffers geeft 31 procent zelfs aan dat helemaal niets is opgelost van de criminaliteit die hen overkomen is.”