Van een onzer verslaggevers

Willemstad - Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op vrijdag 11 maart 2016 uitspraak gedaan in de zogenoemde Babel-zaak. 

De twee verdachten, Gerrit  Schotte en zijn levenspartner Cicely van der Dijs, zijn voor valsheid in geschrift, witwassen en het voorhanden hebben van frequency jammers - conform de eis van het openbaar ministerie - veroordeeld tot gevangenisstraffen van respectievelijk drie jaar en achttien maanden, waarvan negen maanden voorwaardelijk. Schotte is tevens veroordeeld wegens ambtelijke omkoping en de valse aangifte van het verlies van zijn diplomatieke paspoort. Behalve de genoemde gevangenisstraf is Schotte als bijkomende straf ontzet uit het recht om te worden verkozen bij verkiezingen voor de duur van vijf jaar.

Het Gerecht acht bewezen dat S. zich als ambtenaar heeft laten omkopen door de bevriende zakenman Francesco Corallo. Onvermijdelijk dreigt daardoor, al dan niet op termijn, een voorkeursbehandeling van de schenker door de ambtenaar. Schotte heeft zijn plicht als ambtenaar verzaakt: integer en neutraal zijn. De voorkeursbehandeling heeft in dit geval ook daadwerkelijk plaatsgevonden op verschillende wijzen, concludeert het Gerecht. Zo heeft Schotte, terwijl hij minister-president van het land Curaçao was, contact opgenomen met de Italiaanse en Amerikaanse autoriteiten om informatie te krijgen over de antecedenten van Corallo en hem aan te bevelen respectievelijk een visum voor hem te verkrijgen. Hij heeft zich ook ingespannen om Corallo en een van zijn medewerkers aan te stellen in een prestigieuze en belangrijke functie. Voor een goed functioneren van een democratische samenleving is het van belang dat burgers vertrouwen hebben in het openbaar bestuur en de objectiviteit van overheidsbeslissingen. Door zijn handelen heeft Schotte het vertrouwen dat burgers moeten kunnen hebben in een integere overheid volgens de rechter ernstig geschaad.