Van een onzer verslaggevers

Willemstad/Den Haag - De plaatsvervangend Gevolmachtigde minister van het Curaçaohuis in Den Haag, Robert Candelaria, werd niet uitgenodigd voor de officiële opening vorige week van het nieuwe onderkomen aan de Prinsegracht.
Deze informatie wordt bevestigd door Statenlid Humphrey Davelaar - tevens leider van PNP, een van de vier coalitiepartners van de regering - die aangeeft ‘aldus te zijn geïnformeerd’ door Candelaria. Laatstgenoemde bekleedt namens Partido Nashonal di Pueblo (PNP) deze politieke functie in Den Haag.
Davelaar zelf wil er niet meer dan dit over zeggen. Hij is wel voornemens om tijdens een nog te houden Statendebat uitvoerig terug te komen op het eindrapport van de ombudsman van Curaçao over de schijn van niet-integer handelen van Gevolmachtigde minister Marvelyne Wiels (PS), partijgenoot van PS-premier Ivar Asjes die als minister van Algemene Zaken politiek verantwoordelijk is voor het optreden van de Gevmin.
Daarmee ‘gaat het pesten door’, zo wordt geconcludeerd door kringen in en rond het Curaçaohuis. Dit pesten komt ook ruimschoots aan bod in het rapport dat de ombudsman uitbracht, maar ook in het vonnis dat de rechter uitsprak in het kort geding dat Wiels - vergeefs - tegen de ombudsman aanspande om publicatie als zodanig van de conclusies en aanbevelingen tegen te houden.
De rechter oordeelde dat bepaalde handelingen van Wiels jegens de plaatsvervangend Gevmin ‘kleinerend en vernederend’ waren, maar ook ‘intimiderend waardoor lager geplaatsten het verder wel uit hun hoofd zouden laten om kritische geluiden te laten horen’.
Het ‘pesten’ van Candelaria - die zelf eerder achttien jaar directeur was van het Curaçaohuis - betrof onder meer het weigeren van een eigen werkruimte, het inruilen van zijn dienstauto voor een veel kleinere en de regeling dat hij vrijwel niets te zeggen had bij afwezigheid van Gevmin Wiels.
Ombudsman Alba Martijn - inmiddels afgetreden op eigen verzoek - in haar rapport: ,,Uit de ter inzage gekregen documenten blijkt dat ondanks herhaaldelijk aandringen van de plaatsvervangend Gevmin, de Gevmin weigert een functieomschrijving, dan wel een taakverdeling met haar plaatsvervanger af te spreken en vast te leggen.”
Uit eigen verklaring van Gevmin Wiels blijkt dat zij plaatsvervangend Gevmin Candelaria instructie gaf om de jeugdige gedetineerden van Curaçaose afkomst in de Nederlandse gevangenissen te gaan bezoeken omdat hij in het verleden bij de politie werkzaam is geweest. ,,De opdracht is een opdracht die normaliter door een beleidsmedewerker van het Kabinet dient te worden uitgevoerd. Het is normaal dat in buitenlandse consulaten en ambassades een medewerker met deze taak wordt belast.”