Van een onzer verslaggevers

Willemstad - In de afgelopen drie jaar is veel gedaan door Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland om mensenhandel, gedwongen prostitutie en seksueel misbruik aan te pakken. Dat stelt de Nederlandse minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, Ronald Plasterk (PvdA). De vier partijen achten het dan ook niet noodzakelijk dat hier verder onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan.
De landen zullen daarentegen wel verder gaan samenwerken om, onder meer, mensenhandel tegen te gaan. De focus bij die samenwerking zal daarbij met name liggen op het verder intensiveren van de uitwisseling van informatie en de operationele samenwerking tussen de betrokken diensten. Daarnaast zullen er verdere controles plaatsvinden in de zogenoemde ‘hoge risicosectoren’ voor mensenhandel. Kwetsbare groepen, zoals migranten, zullen tevens beter worden geïnformeerd over hun rechten en hoe ze hulp kunnen vragen.
Eerder zei Plasterk al zo’n onderzoek niet direct noodzakelijk te vinden maar dat in de evaluatie van het Memorandum of Understanding (MoU) van het Justitieel Vierpartijen Overleg (JVO) zou worden bekeken of de andere landen zo’n gezamenlijk onderzoek wel een toegevoegde waarde zouden vinden. Dit blijkt nu, zo antwoordde hij de Tweede Kamer dinsdag, niet het geval.
De Nederlandse minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert liet maandag, naar aanleiding van vragen over het Jaarplan 2015 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied, nog weten dat er geen eenduidig beeld is over mensensmokkeltrajecten in het Caribisch gebied.
Volgens Hennis-Plasschaert komt het grootste deel van aangehouden illegalen op Aruba uit Venezuela. Bovendien lijkt die groep Aruba als eindbestemming te hebben. Op de Bovenwindse Eilanden komen aangehouden illegalen van verschillende Caribische eilanden. ,,Sint Maarten wordt in voorkomende gevallen vooral gebruikt als tussenstop richting Puerto Rico en de Verenigde Staten”, aldus de defensieminister.
De Nederlandse VVD-minister laat weten dat de samenwerking tussen de verschillende ketenpartners en de kustwacht om mensensmokkel, mensenhandel en illegale immigratie tegen te gaan, over het algemeen goed verloopt. ,,Dat blijkt onder andere uit het feit dat in overleg met de partners op Aruba een gezamenlijk plan is opgesteld om de samenwerking verder uit te breiden. Dit plan is vooral gericht op het verbeteren van de onderlinge informatie-uitwisseling en de aansturing door het OM.”
Dit zal er volgens de minister toe leiden dat de bestrijding van mensensmokkel, mensenhandel en illegale immigratie effectiever zal zijn. De ervaringen die bij de uitwerking van het plan op Aruba worden opgedaan, worden gedeeld met de andere landen.
Eind 2013 werd er door de Tweede Kamer een motie aangenomen omtrent mensenhandel. De motie was ingediend door de Kamerleden Segers (ChristenUnie), Van Laar (PvdA) en Bosman (VVD). In de motie wordt de Nederlandse regering verzocht om te bezien of er gezamenlijk met de ministeries van Curaçao, Aruba en Sint Maarten en in samenwerking met de bijzondere gemeenten een onafhankelijk onderzoek ingesteld kan worden naar de aard en omvang van mensenhandel, gedwongen prostitutie en seksueel misbruik op de genoemde eilanden en naar de effectiviteit van het huidige beleid.
Aanleiding voor die motie was de vermelding in 2013 van de zes eilanden in het rapport ‘Trafficking in Persons’ van het US Department of State, waarbij de landen toen werden aangemerkt als bestemming en vertrekpunt voor mensenhandel. Vorig jaar bleek uit datzelfde jaarlijkse rapport dat Sint Maarten een bron, doorvoerhaven en bestemming is voor vrouwen, kinderen en mannen die worden onderworpen aan mensenhandel. Zij zijn voornamelijk afkomstig uit Colombia, de Dominicaanse Republiek, Jamaica, Rusland en Oost-Europa.