Willemstad - Het is erg moeilijk de hand te leggen op mogelijke witwaspraktijken bij de aankoop van bouwmaterialen om hier vervolgens melding van te doen bij het Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (MOT).

De meldplicht is opgenomen in de nieuwe concept-Landsverordening Meldpunt Ongebruikelijke Transacties (LvMOT), waar de sector overigens nog niet officieel van op de hoogte gesteld is. 

Dit blijkt uit een rondvraag van het Antilliaans Dagblad bij verschillende bedrijven die ermee te maken zullen krijgen. Onder bouwmaterialen wordt volgens de Memorie van Toelichting (MvT), al datgene gerekend wat na verwerking nagelvast verbonden is met een onroerende zaak. 

Volgens een van de hardware-eigenaren kwam het in het verleden, en nu minder, voor dat er met euro’s en andere vreemde valuta werd betaald in de winkels. Vaak zit tussen opdrachtgever - de mogelijke witwasser - en de handelaar in bouwmaterialen een aannemer. De aannemer zal zich niet altijd bewust zijn van witwassen en zo wel, dan zullen zowel de opdrachtgever als de aannemer er alles aan doen om bestedingen te doen beneden het bedrag waar een melding over gedaan moet worden. Overigens doet een aannemer vaak geen grote inkopen omdat men altijd bang is voor diefstal van materiaal op het bouwterrein. Het is verder de vraag wat het maximumbedrag moet worden. Want het is nogal een verschil of er tegels ingeslagen worden, betonblokken, hout of schroeven. Erik Zwarts van Janssen de Jong geeft een beeldend voorbeeld van hoe het er in de praktijk uit kan zien: ,,Stel iemand wil iets kopen boven het meldbedrag. Dan vragen wij naar een identiteitsbewijs, waarna de persoon waarschijnlijk zal weglopen. De volgende dag wordt een neefje gestuurd die voor een lager bedrag de eerste inkopen doet en de dag erna komt de echtgenote die weer inkopen doet. We hebben geen zicht waar de aankoop naartoe gaat en of alle aankopen voor hetzelfde project zijn. Bovendien wordt er zelden cash betaald, maar meestal met een betaalpas of overboeking.”