Van onze redactie
New York - De beurzen in New York deden gisteren een stapje terug na de stevige koerswinsten van de afgelopen week. Met name aandelen op het gebied van biotechnologie en volksgezondheid moesten het flink ontgelden. Oliefondsen daarentegen profiteerden van de aantrekkende olieprijzen.
De Dow-Jonesindex, met daarin de dertig belangrijkste beursfondsen, eindigde slot nog wel 0,1 procent hoger op 16.790,19 punten. De bredere S&P 500 daarentegen daalde 0,4 procent tot 1.979,92 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq zakte 0,7 procent naar 4.748,36 punten.
De S&P 500 staat daarmee nog altijd meer dan 5 procent hoger dan vorige week maandag. Handelaren in New York spraken van een adempauze na een stevige opmars. Zij wezen verder op de komende kwartaalcijferperiode, die deze week op gang komt in de Verenigde Staten.
In de Dow trok chemieconcern DuPont de kar met een winst van 7,7 procent, ondanks een winstwaarschuwing. Het bedrijf zag zich door onder meer nadelige wisselkoerseffecten gedwongen de prognose voor dit jaar te verlagen, maar maakte ook bekend dat bestuursvoorzitter Ellen Kullman aftreedt.
Olieconcern Chevron behoorde eveneens tot de sterkste stijgers onder de hoofdfondsen met een winst van 3,5 procent. Branchegenoot ExxonMobil won 1,4 procent. Onderaan stonden zorgconcern UnitedHealth en de farmaceuten Merck, Pfizer en Johnson & Johnson, met verliezen van 1,4 tot 3 procent.
Frisdrank- en snackproducent PepsiCo werd afgelopen kwartaal eveneens gehinderd door de relatief dure dollar. Het bedrijf kwam desondanks met beter dan verwachte resultaten, en verhoogde bovendien de winstverwachting voor dit jaar. Dat werd beloond met een koersstijging van 1,3 procent.