Van onze redactie

New York - De Amerikaanse beurzen zijn woensdag overwegend licht in het rood gesloten. Halverwege de sessie gingen de graadmeters korte tijd duidelijk omhoog, toen uit de notulen van de meest recente beleidsvergadering van de Federal Reserve was gebleken dat de rente in juni zeer waarschijnlijk niet zal worden verhoogd. De winsten zakten echter weer snel in.

De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde 0,2 procent lager op 18.285,40 punten. De S&P 500-index stond 0,1 procent in de min op 2125,85 punten. Schermenbeurs Nasdaq noteerde marginaal in de plus op 5071,74 punten.

Uit de Fed-notulen kwam naar voren dat veel beleidsmakers niet op een rentesprong in juni rekenen, en slechts enkele wel. ,,Juni is definitief van tafel'', aldus een marktkenner, die verder aangaf dat de markt in doorsnee al rekent op september. Het belangrijkste rentetarief in de VS staat sinds eind 2008 op een historisch laag niveau.

Fors lagere koersen voor aandelen van luchtvaartmaatschappijen wogen echter zwaar op het sentiment. Southwest Airlines (min 9,1 procent) voorspelde voor het kwartaal dalende passagiersinkomsten. Het zette branchegenoten als Delta Air Lines, United Continental en American Airlines eveneens diep in het rood.

Bij de bedrijven wist onder meer doe-het-zelfketen Lowe's (min 4,6 procent) de aandacht op zich gericht nadat het een kijkje had gegeven in de boeken. Ook Staples openbaarde voorbeurs zijn kwartaalcijfers, en ging in reactie daarop ruim 1,6 procent omlaag. Supermarktketen Target verraste in positieve zin met goede resultaten en dikte 0,3 procent aan.

Time Warner Cable steeg 5,4 procent tot een nieuw record. Naar verluidt voert het in Amsterdam genoteerde Altice onderhandelingen met het concern over een overname. Onlangs liep een samengaan van Time Warner met Comcast nog stuk. Altice koopt in ieder geval wel een meerderheidsbelang in kabelmaatschappij Suddenlink, wat verdere overnamefantasie in de markt bracht. Zo dikte de genoteerde branchegenoot Cablevision Systems maar liefst 17,2 procent aan.

De euro was 1,1109 dollar waard, tegen 1,1080 dollar bij sluiting van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,3 procent meer op 58,72 dollar. Brentolie steeg 1,2 procent in prijs tot 64,79 dollar per vat.