Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Premier Rhuggenaath heeft naar aanleiding van de herdenking van de slavenopstand uit 1795, de idealen van de leider Tula naar het Curaçao van nu vertaald.

actualiseert
De premier heeft de paralellen getrokken tijdens een toespraak waarin de regering de rehabilitatie van Tula herbevestigde. In 2010 zijn Tula, bekende en minder bekende vrijheidsstrijders door het toenmalige Eilandsbestuur gerehabiliteerd.
Door de rehabilitatie gelden Tula en zijn vrijheidsstrijders als mannen en vrouwen van eer. Bij de slavenopstand van 17 augustus 1795 zijn in totaal 27 sleutelfiguren gedood, het aantal doden ligt hoger omdat er op de plantages en tijdens de gevechten ook slaven zijn gesneuveld.
De vrijheidsstrijd van Tula is tot op de dag van vandaag actueel voor Curaçao, aldus de premier in zijn speech. De leider van de slavenopstand streed voor vrijheid. Dat betekent tegenwoordig voor de inwoners van Curaçao de vrijheid om rustig in een wijk te wonen. De vrijheid ook om waar dan ook op het eiland naartoe te kunnen gaan, zonder de angst voor de eigen veiligheid. De leider van de opstand hechtte veel waarde aan een vrije geest, een vrije ziel. Rhuggenaath vertaalt dat anno 2017 in een burger die niet aan een minderwaardigheidscomplex lijdt. Een burger met een ‘yes we can’-mentaliteit. Een persoon die open staat voor veranderingen en nieuwe ontwikkelingen.
Net als de slavenleider wil de premier de bevolking van de armoede bevrijden. ,,Wij kunnen de sociale achterstand in onze wijken niet langer accepteren, en dat onze kinderen met honger naar school gaan. Maar wij moeten onszelf ook bevrijden van de mentale armoede, onze waarde als mens wordt niet afgemeten aan wat wij hebben, maar aan ons karakter. Aan wie wij zijn en wat wij voor anderen betekenen”, aldus de premier.
Het volk moet respect krijgen, liefde en respect voor zichzelf. Mensen worden met respect behandeld maar moeten ook respectvol met elkaar omgaan. ,,Waarbij wij onze verscheidenheid en onze verschillen waarderen, maar tegelijkertijd ook verbonden zijn in de culturele, sociale en economische identiteit. Zo slagen wij erin om respect af te dwingen en prominent aanwezig te zijn in de regio en binnen het Koninkrijk.”