Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De voor 28 april geplande verkiezingen zijn niet zeker en lopen gevaar. De nieuwe meerderheid in de Staten, onder aanvoering van Gerrit Schotte (MFK), stuurt er namelijk op aan de ontbinding van de Staten terug te draaien en dus de daarmee automatisch gepaard gaande nieuwe verkiezingen op 28 april stop te zetten.


StatenvergaderingDat blijkt uit een brief van vijf Statenleden (fractieleiders) gisteren aan de nieuwe Statenvoorzitter Gilmar ‘Pik’ Pisas (MFK). Daarin wordt de parlementsvoorzitter opgeroepen om binnen drie dagen, maar in elk geval niet later dan 23 februari, een Statenvergadering te beleggen. Pisas zei gisteravond bij TV Direct dat hij alles uit de kast zal halen om nieuwe verkiezingen te voorkomen of uit te stellen. Ook liet hij weten dat de aangevraagde Statenvergadering waarschijnlijk donderdag zal plaatsvinden.
Hoewel Schotte op zondagavond 12 februari desgevraagd aangaf verheugd te zijn met de nieuwe verkiezingen als gevolg van de ontbinding van het parlement, wijst alles er nu op dat hij - gesteund door zijn eigen MFK-fractie, KdNT van Amparo Dos Santos, de overgelopen PS van Melvin ‘Mac’ Cijntje, MP van Marilyn Moses en de ‘onafhankelijke’ Statenleden Gassan Dannawi en Eduard Braam - koste wat kost wil dat het besluit door het demissionaire kabinet-Koeiman om het parlement te ontbinden, en het dus gelijktijdig afkondigen van nieuw verkiezingen, zal worden ingetrokken.
De handtekeningen van vijf volksvertegenwoordigers staat onder de oproep aan Pisas, ook voor de jongste ‘overloper’ Dannawi, maar die van Braam ontbreekt. Het belangrijkste argument om de ontbindingen terug te draaien, is volgens de nieuwe meerderheid dat ‘internationale verdragen boven elk landsbesluit van de regering staat’. Op grond hiervan moet worden geconcludeerd dat het Landsbesluit van het kabinet-Koeiman om de Staten te ontbinden (en nieuwe verkiezingen uit te schrijven) ‘geen waarde heeft en moet worden ingetrokken’, aangezien het in strijd zou zijn met internationale verdragen ‘omdat er geen redelijke periode zit tussen de aangekondigde verkiezingen op 28 april aanstaande en de laatste verkiezingen die op 5 oktober 2016 plaatsvonden’.
Het komt - anders gezegd - Schotte en de nieuwe meerderheid in de Staten beter uit om met de huidige zetelverdeling in het parlement alles te houden zoals het is. Immers het Schotte-kamp kan rekenen op een meerderheid van 12 van de 21 zetels, gevormd door 6 fracties (waarvan drie met slechts één zetel). Verkiezingen houden voor alle deelnemende partij het risico in dat ze hun zetel of zetels kwijtraken.
Vorige week nog hield UoC-staatsrechtjurist Arjen van Rijn een pleidooi om ‘niet te tornen aan de verkiezingsdatum van 28 april’. Indien nodig zou er volgens hem zelfs een rol zijn weggelegd voor de rechter. In 2015 hebben drie rechters zich, niet als ‘gewone rechters’ maar op verzoek van de gouverneur van Sint Maarten als de president van het Gemeenschappelijk Hof en twee leden van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten, over een vergelijkbare kwestie uitgelaten.
Kort gezegd stelden zij dat het Landsbesluit tot ontbinding van de Staten en het houden van nieuwe verkiezingen ‘op kleine onderdelen kan worden gewijzigd of aangepast’ maar het ‘zou onaanvaardbaar zijn dat de ontbindingen en de verkiezingen zelf als gevolg daarvan niet langer doorgaan’.