Van een onzer verslaggevers
Willemstad – Dat sponsor en organisator Fundashon Bon Intenshon een jaartje overslaat met het Curaçao North Sea Jazz Festival (CNSJF) is nu net iets waar onderzoekers van de University of Central Florida voor waarschuwen in hun publicatie in de oktobereditie van Tourism Economics.


CNSJDat een particuliere organisatie ‘eigenaar is van de festivalvergunning van een wereldwijd gerenommeerd merk’ heeft grote voordelen, maar maakt het eiland tegelijkertijd ook kwetsbaar, zo blijkt uit het artikel waarin onderzoekers Manuel Rivera, Kelly Semrad en Robertico Croes de resultaten van hun onderzoek naar de economische impact van het festival voor Curaçao beschrijven. De Arubaan Croes stelde als hoogleraar aan de University of Central Florida eerder het toerisme-masterplan 2015-2020 op voor Curaçao.
De drie wetenschappers onderzochten de directe en indirecte economische effecten van het festival over de jaren 2010 tot en met 2014, onder meer op basis van een enquête die door 1.940 bezoekers van de vijf edities van het CNSJF werd ingevuld. Een ‘small island destination’ zoals Curaçao, die zich richt op toerisme, loopt het gevaar dat de markt wordt overheerst door buitenlandse investeerders waardoor een groot deel van de inkomsten ‘weglekt’, aldus de onderzoekers. Met een muziekfestival kan dat worden gecompenseerd; de inkomsten komen uit export en brengen deviezen binnen.
De kosten voor promotie en productie van het evenement zijn grotendeels voor rekening van investeerder Fundashon Bon Intenshon.
,,Het CNSJF is voordelig voor Curaçao doordat het nieuwe vraag creëert, maar ook de frequentie van aankomsten doet toenemen.” Het gastland is even ‘eigenaar van de tijd en ruimte van deze toeristen’. ,,Maar dat kan in gevaar komen door externe krachten die buiten de controle van Curaçao liggen”, zo waarschuwen de onderzoekers. ,,Als het CNSJF niet meer zou bestaan, zou Curaçao haar huidige productaanbod moeten aanpassen of met een nieuw product moeten komen. Om eenzelfde voordeel als met het muziekfestival te bereiken, zou de bestemming zich moeten blootstellen aan toenemende kosten voor productie en acquisitie.”
Dat het Jazzfestival geld in het laatje brengt, is bekend, maar Rivera, Semrad en Croes hebben de gevolgen voor het eiland nog eens doorberekend. Het aantal bezoekers dat speciaal voor het CNSJF naar Curaçao komt, nam toe van 1.978 in 2010 tot 6.301 in 2014. De onderzoekers zien vooral kansen vanwege de toename van het aandeel herhalingsbezoeken: van 29 procent in 2011 tot 52 procent in 2014. De festivalbezoekers blijven langer op het eiland – in 2010 nog ongeveer 4 dagen, in 2014 ongeveer 6 dagen – en geven, behalve aan tickets, overnachtingen en dergelijke, bijna twee keer zoveel uit aan producten die aan het toerisme zijn gerelateerd: 583 dollar in 2010, 1.545 dollar in 2014. Voor elke dollar die direct binnenkwam in verband met de aanwezigheid van de festivalgangers, produceerden andere industrieën, bijvoorbeeld voor utiliteitsvoorzieningen, transport en communicatie, additioneel 77 dollarcent in 2014.
De onderzoekers zien, vanwege de intensiteit van de consumptie van de CNSJF-bezoekers en de toename van het aandeel herhalingsbezoekers, kansen voor het ontwikkelen van ‘innovatieve en waardetoevoegende producten’. Zij deden de casestudy als onderdeel van meer internationaal onderzoek naar de voordelen van een muziekfestival voor ‘small island destinations’. In dat kader is het belangrijk dat bij toekomstig onderzoek nader gekeken wordt naar het doel van het bezoek ‘om er zeker van te zijn dat een evenement de attractiemarkt niet verzadigt, maar vooral nieuwe vraag stimuleert’. Ook moet uit nieuw onderzoek blijken in welke mate de toename van het aantal festivalbezoekers ten koste gaat van andere attracties. ,,Als het CNSJF geen nieuwe toeristen en herhalingsbezoekers genereert die exclusief voor een bezoek aan het festival komen, dan consumeert het CNSJF uitsluitend de bestaande vraag.” In dat geval zullen andere sectoren op het eiland minder profiteren van het muziekfestival dan zou kunnen.