Door René Zwart
Den Haag - Minister Ronald Plasterk (PvdA) gaat in het koninkrijksdossier als de spreekwoordelijke olifant door de porseleinkast of hij blijft op zijn handen zitten. pechtold
Dat verwijt kreeg de bewindsman gisteren bij het debat over de begroting voor Koninkrijksrelaties te incasseren van D66-voorman Alexander Pechtold. De terugkeer van de oud-minister aan het koninkrijksfront gaf het verder nogal plichtmatig in amper een uur afgeraffelde debat de dimensie die al jaren amper wordt gemist.
Ook nu weer betraden de meeste woordvoerders met hun afgereden stokpaardjes de plenaire piste voor hun voorspelbare kuur. SP’er Ronald van Raak repeteerde voor de zoveelste keer dat Curaçao en Sint Maarten geregeerd worden door de gokmaffia, met als verpersoonlijking van het kwaad de veroordeelde Gerrit Schotte en (de overigens nooit zelfs maar als verdachte aangemerkte) Theo Heyliger.
André Bosman deed een poging de VVD’s grootste electorale rivaal PVV rechts te passeren met het doembeeld dat de Nederlandse belastingbetaler opdraait voor het in alle opzichten falende bestuur op de eilanden. Om zijn betoog kracht bij te zetten vergreep hij zich pijnlijk aan een onhandige vergelijking: Curaçao, Aruba en Sint Maarten hebben de potentie om ‘het Monaco van de Cariben’ te worden, het ministaatje waar op elke straathoek een casino staat en dat bovendien toevluchtsoord is voor belasting ontduikende multimiljonairs.
Kleurloos was het debuut van Mustafa Amhaouch (CDA). Ondanks de inmiddels drie keer gedane toezegging dat het kabinet het plan om vanwege de dure dollar de Kustwacht te ‘herdimensioneren’ (lees: te bezuinigen op de operationele inzet, red.) heeft ingeslikt, is hij er niet gerust op dat er adequaat kan worden opgetreden in het geval Venezolanen massaal op de vlucht slaan richting Benedenwindse Eilanden.
Roelof van Laar (PvdA) reageerde opmerkelijk mild op de brief van vorige week, waarin zijn partijgenoot Plasterk meldde de motie om de kinderbijslag in Caribisch Nederland te verviervoudigen niet uit te voeren. ,,De minister reageerde niet enthousiast, maar misschien is een kindgebonden budget een beter alternatief, want dat komt specifiek bij de armste kinderen terecht.”
Sietse Fritsma (PVV) liet zich er niet door ontmoedigen dat alleen de Kamervoorzitter Ton Elias tenminste nog veinsde naar hem te luisteren. Consistent was zijn inbreng wel, want die kwam vrijwel letterlijk overeen met die van 2013, 2014 en 2015: de koninkrijksbanden moeten zo snel mogelijk verbroken worden en de minister moet de garantie geven dat er geen cent belastinggeld meer naar de eilanden gaat. Fritsma nam alvast een voorschotje op de race die tussen VVD en PVV wordt verwacht om bij de komende verkiezingen (15 maart) de grootste partij te worden. Hij wreef de liberalen in dat ze door de knieën zijn gegaan voor coalitiegenoot PvdA, die immers onlangs de Bosmanwet de genadeslag gaf.
Van de tien kleine fracties vond alleen Roelof Bisschop van de drie zetels tellende SGP het de moeite waard te komen opdraven voor die ene keer per jaar dat er in de plenaire zaal over de Caribische delen van het Koninkrijk wordt gedebatteerd. Als altijd sprak hij ook nu weer streng over het in zijn ogen roekeloze financieel beleid van de andere landen. In de herhaling ging ook zijn pleidooi voor ‘een Marshallplan om de problemen op de eilanden integraal aan te pakken’.

Het bredere perspectief moest komen van de man die zijn comeback maakte op het terrein van Koninkrijksrelaties. Dat D66 haar fractieleider afstuurt op dit dossier dat door velen in politiek Den Haag toch vooral als strafcorvee wordt beschouwd, brengt uiteraard verplichtingen met zich mee. Of hij die inloste, mag de lezer beoordelen, maar voor het eerst in tijden was er ter afwisseling van de litanie van alles wat er niet deugt aan de zonnige kant van het Koninkrijk, ook aandacht voor de wat diepere relationele aspecten van het Koninkrijk.
,,Inmiddels is het tien jaar geleden dat ik als minister Koninkrijksrelaties mocht doen en het is een eer om weer op het onderwerp terug te zijn. Het voelt ook als het aantrekken van een oude jas. Veel oude onderwerpen en oude reflexen zijn nu nog even actueel. Zo is er nog steeds een sterk wij/zij-denken. Zoals een Bosmanwet van de VVD die onderscheid wil maken op afkomst. Of een premier die over onafhankelijkheid zegt: ‘Belt u even, dan regelen we dat’.”
Ook de Caribische landen laten zich niet onbetuigd, vindt Pechtold, door snel met de beschuldigende vinger naar Den Haag te wijzen: ,,Met ‘zij hebben het gedaan’, zoals Den Haag vaak zelf ook graag naar Brussel wijst. Nederland is geen kolonisator meer en de eilanden zijn geen Calimero. We zijn allemaal Nederlander met een Nederlands paspoort. Dat mag best wat vaker gezegd worden. We moeten meer gezamenlijke kansen pakken. Wat een winst was het bijvoorbeeld dat Aruba ons hielp bij de stemming in de VN. We moeten ook samen de bedreigingen serieus nemen. Ik denk dan met name aan een instabiel Venezuela voor de kust.”
Juist ten aanzien van dat gezamenlijk optrekken laat de Nederlandse regering het in de ogen van de D66-leider lelijk afweten. ,,Het lijkt alsof Rutte II twee houdingen heeft. Of ze gaan erin als een olifant in een porseleinkast zoals bij de begroting van Aruba of er wordt achterover geleund, met de mededeling: ‘Het is een autonome landsaangelegenheid, ik ga er niet over’. Maar zo zwart/wit is het vaak niet. Veel zaken gaan ons allemaal aan.”
Pechtold somde een reeks onderwerpen op waarop veel meer vooruitgang zou zijn geboekt als het kabinet zich meer had ingespannen constructief samen te werken in plaats van in te grijpen of juist op de handen te blijven zitten. ,,Waarom helpt de Universiteit van Wageningen tot in de verste uithoeken van de aarde landen bij de ontwikkeling van hun landbouw, maar niet in het eigen Koninkrijk?”, wierp hij ter illustratie op.
,,Bijna vier jaar Rutte II en ik zie te weinig verschil. De symboliek is nog steeds van stereotypen en verdeling. De Isla-raffinaderij vervuilt nog even hard en in Caribisch Nederland blijft de armoede overheersend. We moeten elkaar meer steunen. En ook van elkaar de voordelen zien. Dus ik stel voor dat Rutte in plaats van naar Korea de volgende keer met de eilanden op handelsreis gaat.”
Het debat wordt morgen voortgezet met de reactie van Plasterk, de tweede termijn van de Kamer en het eventueel indienen van moties.

et bredere perspectief moest komen van de man die zijn comeback maakte op het terrein van Koninkrijksrelaties. Dat D66 haar fractieleider afstuurt op dit dossier dat door velen in politiek Den Haag toch vooral als strafcorvee wordt beschouwd, brengt uiteraard verplichtingen met zich mee. Of hij die inloste, mag de lezer beoordelen, maar voor het eerst in tijden was er ter afwisseling van de litanie van alles wat er niet deugt aan de zonnige kant van het Koninkrijk, ook aandacht voor de wat diepere relationele aspecten van het Koninkrijk.
,,Inmiddels is het tien jaar geleden dat ik als minister Koninkrijksrelaties mocht doen en het is een eer om weer op het onderwerp terug te zijn. Het voelt ook als het aantrekken van een oude jas. Veel oude onderwerpen en oude reflexen zijn nu nog even actueel. Zo is er nog steeds een sterk wij/zij-denken. Zoals een Bosmanwet van de VVD die onderscheid wil maken op afkomst. Of een premier die over onafhankelijkheid zegt: ‘Belt u even, dan regelen we dat’.”
Ook de Caribische landen laten zich niet onbetuigd, vindt Pechtold, door snel met de beschuldigende vinger naar Den Haag te wijzen: ,,Met ‘zij hebben het gedaan’, zoals Den Haag vaak zelf ook graag naar Brussel wijst. Nederland is geen kolonisator meer en de eilanden zijn geen Calimero. We zijn allemaal Nederlander met een Nederlands paspoort. Dat mag best wat vaker gezegd worden. We moeten meer gezamenlijke kansen pakken. Wat een winst was het bijvoorbeeld dat Aruba ons hielp bij de stemming in de VN. We moeten ook samen de bedreigingen serieus nemen. Ik denk dan met name aan een instabiel Venezuela voor de kust.”
Juist ten aanzien van dat gezamenlijk optrekken laat de Nederlandse regering het in de ogen van de D66-leider lelijk afweten. ,,Het lijkt alsof Rutte II twee houdingen heeft. Of ze gaan erin als een olifant in een porseleinkast zoals bij de begroting van Aruba of er wordt achterover geleund, met de mededeling: ‘Het is een autonome landsaangelegenheid, ik ga er niet over’. Maar zo zwart/wit is het vaak niet. Veel zaken gaan ons allemaal aan.”
Pechtold somde een reeks onderwerpen op waarop veel meer vooruitgang zou zijn geboekt als het kabinet zich meer had ingespannen constructief samen te werken in plaats van in te grijpen of juist op de handen te blijven zitten. ,,Waarom helpt de Universiteit van Wageningen tot in de verste uithoeken van de aarde landen bij de ontwikkeling van hun landbouw, maar niet in het eigen Koninkrijk?”, wierp hij ter illustratie op.
,,Bijna vier jaar Rutte II en ik zie te weinig verschil. De symboliek is nog steeds van stereotypen en verdeling. De Isla-raffinaderij vervuilt nog even hard en in Caribisch Nederland blijft de armoede overheersend. We moeten elkaar meer steunen. En ook van elkaar de voordelen zien. Dus ik stel voor dat Rutte in plaats van naar Korea de volgende keer met de eilanden op handelsreis gaat.”
Het debat wordt morgen voortgezet met de reactie van Plasterk, de tweede termijn van de Kamer en het eventueel indienen van moties.