Na ‘A Shtetl in the Caribbean’ naar Joodse begraafplaats
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Een goede documentaire is in staat om kijkers die niets met het verfilmde thema hebben, op zijn minst aan het denken te zetten en in het beste geval zelfs in hun hart te raken. De 17-jarige Farinna Thode van de beroepsopleiding SBO Frater Aurelio ging met haar klas naar de film ‘A Shtetl in the Caribbean’, een documentaire van de Curaçaose regisseur Sherman de Jesus. De film is een ontroerend portret van twee oudere Joodse vrienden uit Curaçao wier ouders Oost-Europa ontvluchtten. In de film gaan de mannen op zoek naar hun familiewortels. ,,Ik vond het heel aangrijpend om de twee mannen op een begraafplaats te zien. De plek was overwoekerd met planten, het zag er verwaarloosd uit, het was net een mondi. De mannen waren op zoek naar het graf van de oma van een van hen, ze ontdekten het graf per toeval, het was het enige rode graf”, zo vertelt Farinna. Door de film werd Farinna zich bewust van een stuk geschiedenis van het eiland dat ze voorheen niet kende, zo legt ze uit. ,,Ik wist wel iets over de Tweede Wereldoorlog en had ook wat over Anne Frank gelezen. Maar ik had mij er nooit in verdiept. Nu weet ik dat er mensen op Curaçao zijn met een triest familieverhaal. Niemand verdient het om mee te maken wat deze twee mannen en hun familie meemaakten.”
De film vertelt ook het verhaal van de eigenares van de winkel ‘Jeanina’. ,,Die vrouw heeft diepe indruk op mij gemaakt, ze was heel jong toen ze hier zonder ouders aankwam. Haar ouders waren omgekomen, zij wist aan de dood te ontsnappen omdat zij zich verborg. Tegenwoordig heeft zij haar eigen winkel. Vaak maken wij iets mee en denken dan, dat dat het einde van de wereld is, maar als je dat vergelijkt met wat deze vrouw heeft meegemaakt, ga je wel anders denken.”
Tijdens de voorstelling keek haar klas in stilte naar de film, vertelt Farinna. ,,De meeste leerlingen keken met aandacht, voor ons was het onderwerp nieuw. Toen de mensen in de film vertelden hoe slecht Joden werden behandeld, werd dat gelukkig niet getoond, maar we konden ons dat heel goed voorstellen. Er waren ook momenten dat we hebben gelachen, bijvoorbeeld toen de mannen in de auto het liedje over ‘pia di ham’ zongen en ze niet allebei dezelfde tekst hadden. Of toen wij oude opnames van Curaçao zagen, lachten we en zeiden ‘Hee toen had je ook al een Boolchandswinkel’.”
De twee vrienden in de film hebben zo’n nauwe band met elkaar, dat Farinna ze af en toe met broers aanduidt. Het beeld van de twee ‘broers’ bij de Joodse begraafplaats op Curaçao, bleef bij Farinna hangen. ,,Eigenlijk houd ik niet van begraafplaatsen, maar na de film ben ik naar de Joodse begraafplaats gegaan waar de familie van de twee mannen begraven ligt. Ik heb een blik naar binnen geworpen en moest erg denken aan de mannen zoals ze in de film hier bij de Joodse begraafplaats, bij het graf van hun familie stonden en er stenen bij legden. De begraafplaats is vlak bij mijn school, als ik daar langskom, denk ik weer terug aan de film. Wanneer ik in de stad langs ‘Jeanina’ loop, kijk ik sinds ik de film heb gezien met respect naar die winkel. De eigenaresse is een voorbeeld voor mij. Hoe wreed je lot ook, er is niets of niemand die jou tegenhoudt om je doel te bereiken.”
A Shtetl in the Caribbean wordt zondag 14 juni om 19:00 uur bij de Asjkenazische Synagoge Magadalenaweg vertoond. De entree bedraagt 10 gulden. Voor meer informatie 6883544.